Zangen van Bilitis(1969)–Pierre Louÿs– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 97] [p. 97] Avond bij het haardvuur De winter is heel streng, Mnasidika. Buiten ons bed is alles koud. Sta desondanks maar op, kom met me mee, want ik heb een groot vuur ontstoken van dode stronken en gehakte houtjes. Gehurkt gaan wij ons daarbij warmen: naakt, onze haren op de rug en uit dezelfde beker drinken wij er melk en eten daarbij honingkoeken. Wat loeien alle vlammen vrolijk! Zit je er niet wat te dicht bij? Je huid begint al rood te worden. Laat mij hem kussen, overal waar 't vuur hem vurig heeft gemaakt. Tussen de schroeiend-hete blokken zal ik het ijzer wannen om je hier te kappen. En met dove kolen schrijf ik je naam op deze muur. Vorige Volgende