Zangen van Bilitis(1969)–Pierre Louÿs– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 90] [p. 90] Woorden in de nacht Wij rusten met gesloten ogen; groot staat de stilte rondom onze sponde. O onuitsprekelijke zomernachten! Maar zij, die mij in slaap waant, legt haar warme handje op mijn arm. Zij murmelt ‘Bilitis, slaap je?’ Mijn hart klopt heftig, maar ik antwoord niet en adem regelmatig als een vrouw die diep in dromen is verzonken. Daarop spreekt zij tot mij: ‘Omdat je me nu niet kunt horen’, zegt ze, ‘durf ik het uit te spreken: oh, wat hou ik van je!’ En zij zegt steeds opnieuw mijn naam ‘Bilitis... Bilitis...’ En zij beroert mij licht met haar bevende vingertoppen. ‘Hij is van mij, die mond! van mij alleen! Is er ter wereld nog een schonere? Oh, mijn geluk! Oh, mijn geluk! Van mij die naakte armen en die hals, die haren...’ Vorige Volgende