Zangen van Bilitis(1969)–Pierre Louÿs– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 85] [p. 85] De slaapster Zij slaapt in haar verwarde haren, haar handen in haar nek tesaamgevouwen. Droomt ze? Haar mond is iets geopend en zij ademt zacht en kalm. Met een klein vleugje zwanedons veeg ik, maar zonder haar te wekken, de transpiratie van haar armen en van haar wang de koorts. Geloken zijn haar oogleden twee blauwe bloemen. Heel zacht ga ik nu opstaan; ik ga water putten, de koe melken, vuur vragen bij de buren. Ik wil gekapt zijn en gekleed voor zij de ogen opent. O sluimer, blijf nog lang verwijlen tussen haar fraai-gewelfde wimpers, verleng haar nachtelijk geluk met dromen die veel goeds voorspellen. Vorige Volgende