Zangen van Bilitis(1969)–Pierre Louÿs– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 86] [p. 86] De kus De lange zwarte vleugels van je hals zal ik van voor tot achter kussen, o mijn zoete vogel, mijn gevangen duif, wier hart ik springen voel onder mijn hand. Ik zal je mond tussen mijn lippen nemen zoals een kind zuigt aan de tepel van zijn moeder. Huiver! ... want de kus dringt heel diep door en is voldoende voor liefdes bevrediging. Lichtvoetig zal ik met mijn tong gaan wandelen langs je armen en rondom je hals, ook zal ik langs je lichtgeraakte flanken de uitgestrekte streling van mijn nagels laten rondgaan. Hoor in je oor het ruisend bruisen van de zee... Mnasidika! je blikken doen me pijn. En in mijn kus omsluit ik beide schellen van je ogen die verhit als lippen zijn. Vorige Volgende