Zangen van Bilitis(1969)–Pierre Louÿs– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 84] [p. 84] Schemering Onder het transparante linnen was ik met haar tesaam gegleden. Zelfs onze hoofden waren weggedoken, de lamp wierp schijnsel op het laken om ons heen. En zo zag ik haar lieve lijf in mysterieuze lampenschijn. We waren dichter bij elkaar en vrijer, inniger en naakter. ‘Tesamen in eenzelfde hemd.’ zei zij. We hielden onze kapjes op, alleen om meer ontbloot te schijnen. In de besloten lucht van 't bed stegen twee vrouwengeuren op, uit twee lijflijke wierookvaten. En niets ter wereld, zelfs de lamp niet, heeft ons die nacht tesaam gezien. Wie van ons tweeën werd bemind, slechts zij en ik kunnen het zeggen. Maar nimmer zullen mannen 't weten. Vorige Volgende