Zangen van Bilitis(1969)–Pierre Louÿs– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 48] [p. 48] De pansfluit Voor 't feest der Hyacinthen gaf hij aan mij een pansfluit gemaakt van welbesneden riet, tesaamgevoegd met blanke was die aan mijn lippen teder is als honing. Hij leert mij hoe ik spelen moet, terwijl ik op zijn knieën zit; maar ach, ik beef een beetje. Na mij speelt hij erop, zo zacht dat ik het nauwelijks hoor. Wij hoeven elkaar niets te zeggen, zo dicht zijn wij nu bij elkaar, maar onze zangen vragen tegenzang en beurt om beurt verenen onze monden zich op het mondstuk van de fluit. Het is al laat, daar is de zang der groene kikkers, die aanvangt als de avond valt. Mijn moeder zal me nooit geloven, dat ik zolang op zoek bleef naar de gordel die 'k verloren was. Vorige Volgende