Zangen van Bilitis(1969)–Pierre Louÿs– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] De haardos Hij zei tot mij: ‘Vannacht heb ik gedroomd. Ik had jouw haardos rond mijn hals. Ik had jouw haren als een gitzwart halssnoer rond mijn nek en op mijn borst. ‘Ik streelde ze en 't was mijn eigen haar, voor altijd waren wij zo aan elkaar verbonden door dezelfde haardos, mond aan mond, zoals twee laurierbomen vaak ook slechts één wortel hebben. ‘En langzaamaan scheen het mij toe - zò waren onze leden in elkaar verward - dat ik jou zèlf werd of dat jij mij binnentrad zoals mijn droom.’ En toen hij dat gezegd had, legde hij zacht zijn handen op mijn schouders en hij keek me aan met een zo tedere blik, dat ik mijn ogen neersloeg in een huivering. Vorige Volgende