Zangen van Bilitis(1969)–Pierre Louÿs– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] Ongeduld Ik wierp mij schreiend in haar armen, langdurig voelde zij mijn hete tranen stromen op haar schouder voor mijn verdriet mij toeliet weer te spreken: ‘Wee ik! Ik ben alleen nog maar een kind; de jonge mannen kijken niet naar mij. Wanneer krijg ik als jij ook jongemeisjesborsten, die mij het kleed doen bollen en die tot een kus verlokken? ‘Geen mannenoog is ooit nieuwsgierig als mijn tunica gaat glijden; niemand raapt ook ooit de bloem op die mij uit de haren valt; en niemand zegt dat hij mij doden zal wanneer mijn mond zich aan een ander schenkt’ En teder gaf ze mij ten antwoord: ‘Bilitis, klein maagdeke, je krijt zoals een kat tegen de maan en nodeloos wind je je op. De meisjes die het ongeduldigst zijn, zijn niet de eerst verkozenen.’ Vorige Volgende