Zangen van Bilitis(1969)–Pierre Louÿs– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 29] [p. 29] De bloemen Nimfen van bossen en van bronnen, mijn lieflijke vriendinnen, ik ben hier. Verberg u niet, maar kom om mij te helpen, want ik ga zeer gebukt onder veel afgeplukte bloemen. Ik wil mij uit het hele woud een arme bosdryade kiezen met opgeheven armen; en in haar bladerkleurig haar steek ik haar dan mijn zwaarste roos. Kijk eens: ik heb er zoveel uit het veld geplukt dat ik ze niet kan dragen, als u ze mij niet tot een ruiker schikt. Maar als u weigert, pas dan op: Degene onder u met de oranje haren; haar heb ik gisteren gezien bezoedeld als een beest De dader was Lamprosathes de sater. En dan zal ik haar wel verraden, de onbeschaamde Nimf. Vorige Volgende