Zangen van Bilitis(1969)–Pierre Louÿs– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 24] [p. 24] De grijsaard en de Nimfen Diep in de bergen woont een blinde grijsaard. Omdat hij naar de Nimfen keek, zijn nu sinds lang zijn beide ogen dood. En sinds die tijd is zijn geluk een verre herinnering. ‘Jawel’, zij hij tot mij, ‘ik heb ze zelf gezien: Helopsychria, Limnanthis; zij stonden overeind nabij de oever in 't groene ven van Physos. Het water schitterde wat hoger dan hun knieën. ‘Hun halzen bogen zich onder hun lange haren. Hun nagels waren teder als libellevleugels. Hun borstjes waren bol als hyacinthenbollen. ‘Hun vingers wandelden op 't wateroppervlak en trokken uit de onzichtb're vaas de waterleliën met lange stelen. Rondom hun iets gespreide dijen verwijderden zich trage kringen...’ Vorige Volgende