Zangen van Bilitis(1969)–Pierre Louÿs– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] De blote voeten Lang als mijn rug draag ik mijn zwarte haren, en daarop een klein, rond kapje. Mijn hemdje is van witte wol. En in de zon bruinen mijn sterke benen. Maar als ik woonde in de stad, dan had ik gouden sieraden en gouddoorweven hemdjes en zilvren schoentjes aan. Ik kijk neer op mijn blote voeten, ze hebben schoenen aan van zand en stof. Psophis! Arm kleintje, kom eens hier! Draag mij tot bij de bronnen, was mijn voeten met jouw handen en pers olijven met viooltjes uit en parfumeer met bloemengeur mijn voetenpaar. Vandaag ben jij mijn slaaf; je volgt me overal en bent mijn dienaar; en aan het eind van deze dag geef ik je voor jouw moeder linzen uit mijn moeders tuin. Vorige Volgende