[Gebeurd verhaal, verhaal van jaren hèr]
‘.... Ik ga éen avond in de week naar twee oude kennissen, waarvan de eene nu al acht jaar blind is en lees hun voor uit je boek.... vooral de blinde geniet....’
Gebeurd verhaal, verhaal van jaren hèr,
Wat zuster deed het mij? Hoe ik als kind,
Jongste van arm gezin, soms, vader blind
Geleidde door het stadje, her en dèr.
Hoe 'k op zijn schouders zat dan, hoog en vèr
Uitkeek,voor hem; voor gracht en stoep gezwind
Waarschuwen moest; en hoe zich vasthield 't kind
Lach-vreezende uit zijn oogjes als gestèr.
Oude geschied'nis door een brief aan 't gloren...
O leven waar niet veel raakt in te loore...
Herdenken wij de sprook van vader, zoon:
Zie me dat kind eens aan, zijn wonder-loon...
Dat zitten op de schouders van een blinde,
Den langen weg door nacht en zon en winden.