Gedichten(1932)–Jac. van Looy– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 88] [p. 88] [De toren speelt, dan de uren slaan] De toren speelt, dan de uren slaan, Ze tuimlen uit de lucht En bommen in het windgrijs om Met een verwoed gerucht. De uren haamren, een voor een, Ze bauwen in het zwerk En toornen uit den opstand neêr Van de vergrauwde kerk. De laatste slag verstomt in storm, De wolken jagen rond... Er liep op straat allicht wel een Die meê de klok verstond. 1913 Vorige Volgende