Gedichten(1932)–Jac. van Looy– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 68] [p. 68] In memoriam Tak De dood sloeg raak en velde met éen slag Het sterke brein, den onvermoeiden strijder, Wiens klare woord was meniger bevrijder, Die zag om velen en voor velen zag; En die zichzelf verwon van dag tot dag; Geleide, ja, en niettemin een leider, Die, nu mijn ziel ziet naar hem, wijder, wijder, Teeder en wijs was en verliefd op lach; En al zoo lang een vriend, een hart, een man; - Ach, nu te denken dat het niet meer kan; Zijn handdruk, soms; niet meer zijn groet een feest. O, nu niet week te zijn bij zijn verscheiden, Den machtgen Dood te hoonen, die, te ontijde? Hem nedersloeg in 't harnas van den geest. Augustus 1907. Vorige Volgende