Gedichten(1932)–Jac. van Looy– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 57] [p. 57] Blinde man Ik schuifel voort, Langs der muren schurende wijzing, gaand naar de poort, Naar d'Ooster-poort, En roep mijn woord; Mijn staâg geklag; Door der dagen tragende omgang, van 's morgens, ach, Tot nacht komt, ach; Nacht is als dag..... Gedenk mijn nood, Broeders wier stoetende voeten gaan langs mij, geef, voor brood.... Gedenk mijn nood. Allah is groot. 1904 Vorige Volgende