Gedichten(1932)–Jac. van Looy– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] Avond op het Forum Romanum De Nacht is komend met een heir van droomen; Zij volgen meê met wijd-geopende oogen; Ver van het Westen af kwam zij getogen, In 't vreemd blauw kleed met breede zwarte zoomen. Daar de verzoenlijke Avond lag in vrome Gepeinzen neêr, op haren arm gebogen, In licht opaal en klaar goud onvertogen, En zag nadenklijk naar 't verloren Rome... Laag hoolt het al in schemering van duister; Nu gruwt de steen der monumenten-luister, Nu rijst de ziel der oude steding bloot. 't Gekeldert' leeft, 't verbrokkeld puin gaat grimmen; Miauwend gaan er om de wulpsche schimmen, Rumoerend nachtlijk door het Rome dood. 1885 Vorige Volgende