Gedichten(1932)–Jac. van Looy– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] Herinnering Ik zie dat bleek gelaat, als met een krans Omspannen door het streng geplooid kornet - Die zachtblauwe oogen weêr, als in gebed, Neêrblikkend naar den vluggen naaldendans. En aan haar voeten in den zonneglans, Zie 'k hoe een blonde knaap zich spelend zet: Dan - aandachtsvol - soldaatjes kleurt hij, met Helroode mantels en een lange lans. En breeder werpt de zon haar stralenkleed... Van uit haar oogen licht een wondre vreugd Die langzaam dooft in stille mijmering: - Dus zie ik de oude die mijn droeve jeugd Vergeten leerde, wat ik zwijgend leed, In 't bonte waas van mijn herinnering. 1884 Vorige Volgende