Liederen van Mechtildis van Lom en andere annuntiaten, voorafgegaan door de Transcedron-kroniek van Barbara de Put
(1957)–Mechteldis van Lom, Barbara de Put– Auteursrechtelijk beschermdGa naar margenoot+33. Liedeken ter eeren van onsen H. Engel bewaerder.t'Kan gesongen worden op de vose:
| |
[pagina 223]
| |
Ga naar margenoot+Siel:
Ick voele wel de oorsaeck clar,
20[regelnummer]
maer dit cruijsken valt mij soo swaer,
dat het doorgaet mijn teere hert
en wont mijn siel met duijsent smert!
O swaer doleur, K'can der niet deur!
Hoe valt ghij mij ionck hert soo seur!
Enghel:
25[regelnummer]
En waer het cruijs niet hert en swaer,
hoe sout dan diffenderen claerGa naar voetnoot131.
sijnen naeme soo hoogh present?
Gelijck int cruijs is al tourment,Ga naar voetnoot132.
soo ister oock gheen meer vreught weert,
30[regelnummer]
als int cruijs te hebben volherdt.
Siel:
Ick geloof wel, dat dit soo is.
Maer wie is doch seker gewies,
dat sijn lijden aen Godt behaght?
Wist ick dit, ick waer onversacht:
35[regelnummer]
Het lijden sou verblijden sijn,
al gaft mij daghlijckx duijsent pijn!
Ga naar margenoot+Enghel:
T'waer u niet voorderlijck voorwaer,
dat ghij dit al sot weten claer,
om veel oorsaecke, peijst het wel!
40[regelnummer]
Ghij sult vinden de reden snel.
Hierom danckt uwen Heere goet
van sijn voorsichticheijt soo groot.Ga naar voetnoot133.
| |
[pagina 224]
| |
Siel:
Ick danck u, mijnen soeten Heer,
ut al mijn hert tot allen keer
45[regelnummer]
en mijnen goeden procureur,
die mij nu doen moet dit faveur
en gaen eens tot den liefsten mijn
offeren al mijn wee en pijn.
Enghel:
O siel, dit sal ick gerne doen!
50[regelnummer]
Ick lop dan rasselijck met spoen
naer Iesus uwen bruijdegom.
Hem sal ick sijn seer willekom,
als ick van uwent wegen teer
hem brengh een hert vol druk en seer.
Ga naar margenoot+Enghel:
Hoort, Christen siel, de woorden mijn:
Niet kan Godt soo aengenaem sijn
dan te lijden ut liefde pur,
in siel en ligham en natur
en dat te stieren ut liefde soet
60[regelnummer]
t'alle keer naer den Heere goet.
Gelijck hij meeste heeft bemint
t'lijden, als hij hier heeft geleeft,
soo heeft hij nu niet liever weert
dan een die in lijden volherdt.
65[regelnummer]
Wij oock sijn niet liever voorwaer
dan bij sielen vol lijdens swaer.
En dat ter liefde van hem goet,
die gedraghen heeft cruijssen groot
ut lieft tot den sondeghen mensen.
70[regelnummer]
Soo is dan ons begheer en wensch
te sien dit teecken van den Heer
in al die wij bewaeren teer.
| |
[pagina 225]
| |
Ga naar margenoot+Want t'is seker en seer gewies,
die lijden heeft, dat Godt daer is,
75[regelnummer]
is dat de siel ut liefde lijdt
met patienti nu ter tijt.
Lijdt dan, o siel, en vraght niet meer
oft oock behaght Godt uwen Heer.
Werpt al u hoep en u gemoet
80[regelnummer]
in Godts voorsighticheijt seer soet.
Laet sijn groote almogentheijt
verwinnen uwe cleijnigheijt
en dragh u cruijs couragieus,
soo sult ghij sijn victorieus!
85[regelnummer]
Nemt dan u cruijs gewilligh op
en draght het gerne tot op t'sopGa naar voetnoot134.s
van den bergh van Godts wille vast,
tot dat hij u daervan ontlast.
Ick sal u noijt laeten alleen;
90[regelnummer]
Betrouwt mij dit ut liefde reijn.
fin.
|
|