Liederen van Mechtildis van Lom en andere annuntiaten, voorafgegaan door de Transcedron-kroniek van Barbara de Put
(1957)–Mechteldis van Lom, Barbara de Put– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 204]
| |
Ga naar margenoot+25. Een ander op de vose:Soeten bruijdegom Jesus vol minnen.Geloeft sijt ghij, mijnen Godt verheven,
door, in en om u selven soet.
Loeft, mijne siel, u eenigh goet,
sijn macht en sijn eenvoudigh wesen.
5[regelnummer]
O hooghste goet, mijn liefde soet,
mijn leven teer,
u sije eeuwigh lof, glori, prijs en eer.
Gebenedijt sijt ghij, Godt vol vreughden,
met al de blijtschap en jolijt,
10[regelnummer]
die Ghij, Heer, van eeweghen tijt
gehadt hebt in volle geneughden.
O hooghste goet etc.
Mijn siel, loeft uwen Godt t'aller stonden,
int wesen onveranderlijck
en bant der liefde goddelijck!
15[regelnummer]
Loeft hem in sijn diepe afgronden!
O hooghste goet etc.
Ga naar margenoot+Alle mijn binnenste wilt hem loven!
Mijn siele, vereenight u vrij
met dat goddelijck een in drij,
in hem selven, buiten sijn gaven.
O hooghste goet etc.
20[regelnummer]
Al dat in mij heeft wesen en leven,
loeft uwen Godt, dat Godlijck een,
in sijn waerheijt en vreede reijn,
sijn wijsheijt en liefde verheven.
[O hooghste goet etc.
| |
[pagina 205]
| |
Ick heb aen U gegeven mijn minne,
25[regelnummer]
al wat ick heb en wat ick ben;
ghij sijt alleen, die ick bemin
en voor mijn eenigh goet bekenne.
[O hooghste goet etc.
Ga naar margenoot+Laet mijnen gheest u gebenedijden
ende sonder afscheijdentheijtGa naar voetnoot103.
30[regelnummer]
bliven in u verborgentheijt
en daer eeuwigh met u verblijden.
[O hooghste goet etc.
O mijn siel, wilt vloijen als revieren,Ga naar voetnoot104.
sonder rusten oft stielle staen!
O laet den gront us herten gaen
35[regelnummer]
op duijsent duijsentich manieren!
[O hooghste goet etc.
Wilt eewigh en altijt daer bij bliven,
roept sanctus, sanctus, sanctus veel,
versticht hier in u hert en siel,Ga naar voetnoot105.
gheen meerder vreucht cont ghij bedriven!
[O hooghste goet etc.
40[regelnummer]
Ga naar margenoot+Houwt u dan mijn siel hier in gebonden,
loeft d'heijlighe Drijvuldigheijt
met Godts vrinden in eewigheijt,
blift daerin heel en al verslonden!
[O hooghste goet etc.
fin.
|
|