Noord- en Zuid-Nederland
omstreeks 1920 tot omstreeks 1940
Algemene oriëntering met betrekking tot de letterkunde ca. 1920-ca. 1940
50
In de middeleeuwen vormde de letterkunde van Zuid- en Noord-Nederland één geheel, het culturele zwaartepunt lag daarbij in het zuiden: Limburg, Vlaanderen, Brabant. Het jaar 1585 (val van Antwerpen) is van belang omdat dan de scheiding tussen Noord en Zuid definitief lijkt te worden; opkomst van het ene gepaard aan achteruitgang van het andere leidt tot een verplaatsing van het culturele zwaartepunt naar Noord-Nederland. Het duurt tot de negentiende eeuw vóór de Zuidnederlandse literatuur weer een rol van betekenis gaat spelen: de Vlaamse beweging komt op voor de rechten van eigen taal en cultuur, en vooral dank zij Guido Gezelle en de Van nu en straksers leidt deze beweging ook tot een artistieke overwinning. Daarna beginnen de Noord- en Zuidnederlandse letteren weer naar elkaar toe te groeien, en zo wordt de betreurde noodzaak beide literaturen afzonderlijk te behandelen hoe langer hoe kleiner, - vandaar dat hier een poging gedaan wordt de Nederlandse letterkunde van 1920-1940 min of meer, en die van na 1940 helemaal als één geheel te zien.
Het literaire tijdschrift doet zijn intrede in de negentiende eeuw, - in de periode 1920-1940 is de betekenis ervan uitermate groot: de diverse groepen van in een of ander opzicht verwante schrijvers vinden er hun publieke tribune. Als wij bij de indeling van de literatuur uit deze twee decennia aansluiten bij de in deze periode bestaande tijdschriften, moeten wij echter één ding niet vergeten, nl. dat de ‘verwantschap’ tussen de leden van een groep op zeer verschillende gronden kan berusten. In Opwaartsche wegen en De gemeenschap b.v. is de geloofsbelijdenis de bindende factor, bij Ruimte en Het getij is het de kunstrichting, nl. het expressionisme. Een ander bezwaar is: de scheidslijnen zijn lang niet zo scherp als de argeloze lezer misschien zou vermoeden, - auteurs als Marsman, Slauerhoff en Bordewijk b.v. zagen er helemaal geen bezwaar in om in het katholieke tijdschrift De gemeenschap te publiceren. Tenslotte, om het bij deze drie bezwaren te laten, komt in het hier volgende overzicht een blad als De gids niet ter sprake, terwijl toch bijna elke schrijver van betekenis er in gepubliceerd heeft.
De letterkunde van Noord- en Zuid-Nederland volgens bovenomschreven norm indelend, komen wij tot de volgende acht groepen: