Nil Volentibus Arduum
Overgang naar de achttiende eeuw
64
De achteruitgang in de Nederlandse literatuur neemt in de laatste decennia van de zeventiende eeuw snel toe, - een achteruitgang die zich kenmerkt door: a. navolging. Zodra de kunstenaar niet meer de kracht bij zichzelf maar bij anderen zoekt, zal hij geen grote kunst meer voortbrengen. De navolging van de 17/18de eeuw richt zich eerst nog op de grote dichters uit het eigen land (Vondel), maar weldra zijn het de Fransen die tot voorbeeld dienen (vóór 1700 waren alle tragedies van Corneille al in het Nederlands vertaald en een twintigtal van Racine).
b. hoofdzakelijk aandacht voor de vorm. Wát echter kan men navolgen? Niet het wezen van de kunst, maar alleen de uiterlijke vorm. Zo zien wij in de perioden van verval bijna steeds een verplaatsing van het zwaartepunt naar de vorm, de techniek. c. opbloeien van ‘dichtgenootschappen’. Deze techniek kan onderwezen worden, en zo ontstaan er tal van regels waaraan men zich te houden heeft. Men zal door voortdurend schaven en polijsten proberen die vorm te ‘vervolmaken’. Zo schreef de Franse ‘wetgever’ Boileau in zijn L'Art poétique
Hâtez vous lentement, et sans perdre courage
Vingt fois sur le métier remettez votre ouvrage;
Polissez le sans cesse et le repolissez.
Ajoutez quelque fois et souvent effacez!
of, zoals Pels deze regel weergaf:
Elk woord zij menigmaal verbeterd en verschrapt,
Versmeed, veranderd; en 't onnoodige uitgekrabt.
Dat door dit alles een sterk verstandelijk element in de dichtkunst komt, spreekt vanzelf.
Bovengenoemde elementen treden duidelijk naar voren bij Lodewijk Meyer en Andries Pels, die de eerste van de dichtgenootschappen (een soort vernieuwde rederijkerskamer) stichten in 1669: Nil volentibus arduum (Voor hen die willen is niets moeilijk). Zij nemen stelling tegen de romantische spektakelstukken van een Jan Vos, en zo krijgen wij een strijd tussen de romantische en de classicistische richting die enigszins herinnert aan die tussen Eglentier en Eerste Duytsche Academie, doch op veel lager peil staat. In plaats van het klassieke drama is er thans het pseudo-classicistische, d.i. een navolging van de tragedie zoals wij die vinden bij