Uyt-spanningen, behelsende eenige stigtelyke liederen
(1676)–Jodocus van Lodenstein– Auteursrechtvrij
[pagina 314]
| |
Aan de vonden Van sijn oog.
Mit ontglipten // Mit ontslipten
Hy, en gaf sig naar om hoog.
III.
Om te schijnen // Onder fijne
Cherubynen In het rond,
Daar het Geesje // Salig weesje
Niet en is dan tong en mond.
IV.
Om de reyen // Te geleyen
Die hem 't schreyen Van dit Dal
Haast ontleren // En vereeren
Met hem sullen 't eeuwig Al.
V.
Siet daer speelt hy // Nu, daar queelt hy,
Daar verbeeldt hy D' Heylicheyd.
Siet daer blinckt hy // Nu; daar drinckt hy
's Hemels dranck in eeuwicheyd.
VI.
Inden hogen // Slaat hy d' oogen
Onbedrogen Na beneen,
En vol wonder // Siet hy onder
Al dit tranen-dals geween
VII.
Die sijn Hoeder,, En sijn Moeder
Waren, doeder Ader-slag
In sijn vleesje // Was en 't Geesje
Nog in 't lichaam-grafje lag.
| |
Kan mede gesongen worden op de volgende wijs.VIII.
VRouwe! seydt hy, Man! wat schreyt gy!
| |
[pagina 315]
| |
Waarom beydt gy Niet de tijd,
Dat gy na de Christen-dade'
Hier in ruste by my sijt!
IX.
Slaat uw' ogen // Maar om hogen,
Daar sy vlogen Door 't geloov.
En uw deugden // By dees vreugden
Sijn niet meer dan d' eerste schoov: Ga naar margenoot+
X.
Hier en schreytmen; Siet! hier reytmen:
Hier verbreydtmen Met gesang
'sHemels daden,, En genaden,
Sonder eynden eeuwen lang.
XI.
Hier verlustmen // Sig, en rustmen
Vleytmen, kustmen Eeuwiglijck:Ga naar margenoot+
Iuygtmen, singtmen, Danstmen, springtmen
Davids dans volmaacktelijck. Ga naar margenoot+
XII.
Des veragt gy // Al u clagt vry,
Iuygt, en lagt vry In het Heyl.
Dat door hopen,, Gy belopen
Moet, en ick so vroeg beseyl!
XIII.
Maackt uw hand' en // Herte vande
Werelds banden Vry, en rasch
Sult gy inde // Vryheyd vinde'
Die wel eer uw kindje was.
XIV.
Na de paden // Der genaden
Door te waden Tot het Goed,
| |
[pagina 316]
| |
Tot de Waarheyd,, Die de claarheyd
Van uw ligt my scheem'ren doet.
XV.
Maar mijn oogen // Die nu 't hogen
Sien, gedogen 'T laag niet meer.
Segt dan tot my // Blijft daar, tot wy
Komen, maar comt gy niet weer.
|