Uyt-spanningen, behelsende eenige stigtelyke liederen
(1676)–Jodocus van Lodenstein– Auteursrechtvrij
[pagina 236]
| |
Te singen als, De tijd is hier, siet boven p.48. de tweede regel t'elckens herhaald sijnde.I.
MYn Vader! had gy voor uw andre kind'ren
Te laten, en met een tot een te gaan? Te laten etc.
Ick bid u laat u weer nog wind verhindren:
Maar denckt den Hemel blaast u herwaarts aan.
II.
Wy sullen wel met u ons sugten stuyren
Na boven, vrees niet, 't weer is in Gods hand:
Na boven etc.
En wil Hy 't so, 't is weynig, te besuyren
Een buy voor die in Christi liefde brandt.
III.
De winden die den Avond-kouw verwecken
Vreest slegs, en daarom maack uw reys wat vroeg;
Vreest slegs, en daarom etc.
En of het paard onwillig was te trecken,
Sijt niet besorgt, mijn herte treckt genoeg.
IV.
Dus mijmer ick en siet daar comt hy rijden
Op sijn beloft, en op sijn liefde: Wagt
Op sijn beloft etc.
Wat mijmrend volck, gy sult u haast verblijden,
'T is avond, en uw Heyl comt voor de Nagt.
13. Grasmaand, 1659. |
|