Uyt-spanningen, behelsende eenige stigtelyke liederen
(1676)–Jodocus van Lodenstein– AuteursrechtvrijTe singen als Amo te benigne Jesu.I.
HEyl'ge Jesu! Hemelsch voorbeeld!
Der Englen Heylicheyd
Werdt als duysternis veroordeelt
By uwe Suyverheyd.
Iesus is mijn onbesmet
Hooft en Hert: mijn Geest, en Wet.
Heyligt my // Heyligt my:
Ick moet Jesu, sijn als Gy.
Heyligt my // Heyligt my:
Ick moet Heylig sijn als Gy.
II.
Stille Jesu! die de baren
Van uw wil op den grond
| |
[pagina 153]
| |
Van uws Vaders wil bedaren,
En stil doen leggen cond.
Wanneer sal mijn togt en wil
Eens in d'uw versincken stil?
Heyligt my // Heyligt my:
Ick moet Jesu, sijn als Gy. Heyligt etc.
Ick moet stille sijn als Gy.
III.
Wack're Jesu! vol van sorgen
En arbeyd sonder maat,
Besig van den vroegen morgen,
Tot aan den avond laat:
's Daags voor spijs met werck beset,
's Nagts voor 't bedden in 't gebed.
Heyligt my // Heyligt my,
Ik moet Jesu, sijn als Gy. Heyligt etc.
Ik moet wacker sijn als Gy.
IV.
Goeden Jesu! altijd mindlijck
In liefelijck gelaat:
Nevens vriend en vyand vrindlijck,
Een yders hulp en raad:
Ah! waar ick als gy: een troost
Aller in haar hulpeloost!
Heyligt my // Heyligt my:
Ick moet Jesu, sijn als Gy. Heyligt etc.
Ick moet minlijk sijn als Gy.
V.
Sagte Jesu! die sagtmoedig
Het aller-scharpste leet
Wraackloos cond vergeven goedig
Ia sonder toornen leed;
Maar in yver cond vergaan
Wierd uw Vader smaad gedaan:
Heyligt my // Heyligt my:
Ick moet Jesu, sijn als Gy. Heyligt etc.
| |
[pagina 154]
| |
VI.
Nedrig' Heyland! weerdig t'eeren:
Die aller menschen loff
Seer ootmoedig cond ontberen:
En so des hoogmoeds stoff
Wickte, dat het oordeel claar
Altijd stond in d'evenaar.
Heyligt my // Heyligt my:
Ick moet Iesu, sijn als Gy. Heyligt etc.
Ick moet Nedrig sijn als Gy.
VII.
Suyv're Iesu die de driften
Van 't lichaam tomen cond,
En het cuysch van 't oncuysch siften
Mijn hert, en oog, en mond:
All uw leden hielt gy net,
All uw dencken onbesmet.
Heyligt my // Heyligt my:
Ick moet Iesu, sijn als Gy. Heyligt etc.
Ick moet Suyver sijn als Gy.
VIII.
Mat'ge Iesu! dien de rede
De spijs en dranck toe mat;
Dertel noyt in leckerheden,
Noyt vol, of over-sat:
's Hemels wil te doen hielt gy
Voor uw spijs en leckerny.
Heyligt my // Heyligt my:
Ick moet Iesu, sijn als Gy. Heyligt etc.
Ick moet Matig sijn als Gy.
IX.
Heyl'ge Iesu! druckt uw leden
Ten leven op de mijn';
Doet mijn voet als d'uwe treden,
Mijn oog als 't uwe sijn
Boven al maackt dat mijn hert
| |
[pagina 155]
| |
Als het uw regt vierig wert.
Heyligt my // Heyligt my!
Ick moet Iesu, sijn als Gy.
Heyligt my, etc.
|
|