Hemelsch nachtegaelken oft gheestelijcke liedekens, om deught met vreught te beoeffenen(1644)–Joannes de Lixbona– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 42] [p. 42] Vervolginghe van den lof-sanck, nu tot de handen van den ghecruysten Salichmaker; Op de wijse: Tantum ergò Sacramentum &c. En oock op de andere wijsen als fol. 24. 1. GHy zijt aen het Cruys ghehanghen Met u ermen wijt ontdaen, Om ons alle te ontfanghen, Die met sonden zijn belaen: Siet ick come met verlanghen: Wilt my, Iesu niet versmaen. 2. Vwe liefde is soo crachtich, Datse oock de doot verwint: Zijt eens in u smert ghedachtich [pagina 43] [p. 43] Vws dienaerssche, die ghy mint: Helpt my Iesu, Heer almachtich, Dat de doodt my niet verslint. 3. Ick om-helsde, en kusde de wonden Vwer handen root van bloet, Die ick geerne met den monde Sou uyt-drincken, vondy 't goet: Want niet beter voor mijn sonden; Als soo lieffelijcken bloet. FINIS Vorige Volgende