Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Deel 4 en 5
(1939)–Jan Huyghen van Linschoten– Auteursrecht onbekend
Dat 65. Capittel.
| |
[pagina 345]
| |
ende behalven dese so ligghender noch veel meer ander Clippen; Om nu te weten wanneer dat ghy inde PassagieGa naar voetnoot1) zijt, loopendeGa naar margenoot+ nae Porto Riço daer langhs heen, als gheseyt is, so weet dat ghyGa naar margenoot+ sult comen te sien sommighe witte Clippen, die hen van verde verthoonen gelijck als een seylent Schip; de witticheyt van dese clippen comt hen vande Vogelendreck. So wanneer ghy dese comt te verkennen, so sult ghy daerGa naar margenoot+ recht op aen loopen, ende begeerende te loopen door de Passagie, sult uwen cours doen tusschen dese Eylanden, ende d'Eylanden Las Virginas door; als ghy daer by comt, soo sult ghy n.w. aen loopen, naer een cleyn Eylandt toe, 'twelcke twee mylen voortaenGa naar voetnootmargin leyt, genaemt Isla verdeGa naar voetnoot2) , dat is: 'tgroene Eyland. Comende met dit Eylandt over een, so zijt ghy uyt de Passagie,Ga naar margenoot+ ofte buyten 't Canael, aldaer wesende, sult terstont comen te sien 'tland van 't Eylandt del Puerto Riço, den eersten hoeck van dien, genaemt La punta do LoquilloGa naar voetnoot3) , leyt mettet EylandGa naar margenoot+ Isla verde oost ende west; Soo 't by gevalle gebuerde, als dat ghy by de voorsz. Clippe zijt, dat u de wint scherpte, ende dat ghy daer niet te loefwaert voorby en moecht, soo sult ghy daer aende Ly voor by loopen: want is oock een goet Canael van 18 tot 20 vadem diepten, met sant ende Vischaes op de gront; dit is te verstaen tot een mijl weeghs te lywaert daer van af; Om te weten wanneer datmen buyten 'tCanael is, (op dese cours,) soGa naar margenoot+ moet u dese Clippe blyven in 't z.o. van u af, wesende op de diepten van 30 vadem, met wit sant op de gront; Sult dan terstondt (als geseyt is) uwen cours doen op 't Eyland van Isla verde aen, loopende by de punt van Loquillo, langhs 'tlandt van Puerto Riço heen, w.n.w. aen, ende so ghy begeerden te wesen in de Haven van Puerto RiçoGa naar voetnoot4) , ende dat u dunct dat ghy daer dien dagh niet en moecht aen comen, so sultet overstaegh, ofteGa naar margenoot+ op de Ly inde Zee houden dryven, soo dat de punt van Loquillo z.o. van u af blijft, ende van de middernacht voortaen, sult uwen cours vervolgen, om dieswillen dat de stroomen naer het z.o. toe trecken; De merckteyckenen diemen alhier heeft, zijn dese, te weten, over de Haven van Puerto Riço, staet een CluysenaersGa naar margenoot+ Cappelleken, op een hoogh Berghsken, welck men noemt Santa | |
[pagina 346]
| |
Barbara, ende verthoont hem int schijnsel ghelijck als een witte vlacke op den bergh, ende comende langhs de selfde heen, sult comen te sien het Clooster ofte Convent van Santo Domingos, welcke mach liggen ontrent een quartier mijls van dees Cluysenaers Cappelleken af, sult alsdan terstont den berch sien, die hem verthoont gelijc als een gecloven Eyland; dit zijn de rechteGa naar margenoot+ kenteijckenen van dese Haven, ende om daer in te loopen, sult den berch genaken, doch nietste nae, om te schouwen een ondiepte die binnen den selfden bergh leyt, sult daer naer al wat ghy moecht aenloeven, tot dat ghy comt daerment anckert, 'twelcke is recht teghens over de huysen die aen de ooster zyde vande Haven staen, etc. |
|