Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Deel 4 en 5
(1939)–Jan Huyghen van Linschoten– Auteursrecht onbekend
Dat 54. Capittel.Ga naar voetnoot4)
| |
[pagina 289]
| |
zynen rechten cours (tusschen dese Eylanden heen) te behouden, om dat de wateren ende stroomen alsdan seer sterck naer 't n.w. loopen, wy seijlden door veel enghe Canalen, hebbende des nachts de diepten van 8 ende 10 vademen, met weecke modder op de grondt], tot dat wy het Eylandeken Ilha Branco om waren, [hoewel wy 't selfde niet en sagen, dan byde hoochte verstonden wel daer voorby te wesen]. Voor by Ilha Branco wesende, liepen o.z.o. aen 150 mylen weeghs, om boven de droochten (Os Baixos dos Pescadores, ende 'tbeginsel van d'Eylanden LequeosGa naar voetnoot1) ,) te comen, te weten, aende oostzyde, welcke Eylanden men noemt As Ilhas Fermosas, dat is: de schoone Eylanden, dit wist ick door informatie van een Chijn, ghenaemt Santy van ChinchonGa naar voetnoot2) , ende seyden datse liggen op de hooghten van 21¾ graden; men heeft daer de diepten van 30 vadem, ende alhoewel dat wyse niet en sagen, niet tegenstaende door die hooghte ende diepten verstonden wel dat wyse voorby waren. Die schoone Eylanden voorby wesende, deden onsen cours o. ende o. ten n. aen, 260 mylen weeghs, [te weten, tot dat wy alle die longitudo ofte lenghte (die dese Eylanden van de Lequeos hebben,) ghepasseert waren, wy mochten daer ontrent 50 mylen van af heen loopen], de selfde Chijn seyde my, dat dese Eylanden (de Lequeos ghenaemt,) seer veel zijn, ende datse veel en seerGa naar margenoot+ goede Havens hebben, ende dat het volck ende inwoonders van dien, haer aensichten ende lichamen bemaelt ende beschildert hebben, gelijck als die BisayasGa naar voetnoot3) van d'Eylanden Lucons ofte Phellippinas, zijnde oock gecleet als die selfde Bisayas. Item datmen daer oock Mynen van Goudt heeft, seyden noch datse dickwils comen met cleyne scheepkens ende Barcken, gheladen met huyden en vellen van VenesoenenGa naar voetnoot4) , als oock Gout in greynen ende seer cleyne stuckskens, aende Custe van China handelen, 'twelck den voorseyden Chijn affirmeerden altemael wel ende voorseker te weten: want seyden op die selfde Eylanden selver neghen reysen gedaen te hebben, daer van daen brengende, | |
[pagina 290]
| |
vande voorsz. waren nae China toe, ick gheloofden sulcks also te wesen, overmidts dat ick daer na vernomen hebbe binnen Macau ende aende Custe van Chynen, ende vont het alles waerachtigh te wesen, dat my desen Chijn gheseydt hadde; D'uytersteGa naar margenoot+ van dese Eylanden so vant Septentrionael als Orientael, (dat is: van 't noorden ende oosten,) zijn gheleghen op de hooghte van 29 graden. Dese Eylanden voorby wesende, so crijcht men d'Eylanden van Iapan, waer van het eerste ende 'tuyterste int Occidente ende Meridionael, (dat is: int westen ende zuyden geleghen,) isGa naar margenoot+ het Eylandt van Fyrando, alwaer de Portugesen haer traffijcke ende handel dryven, hebben altesamen inde lenghte ofte longitudo 130 mylen, ende 'tuyterste int Orienten ofte oosten, leijt op de hooghte van 32 graden, wy liepen altoos o. ende o. ten n. aen, (tot dat wyse om en voorby waren,) die voorseyde 130 mylen aen. Alle dese informatie hebbe ick ghehadt vanden voornoemden Chijn, oock mede hoe dat ick daer sommighe Vulcanos (dat zijn vuyrighe ofte brandende berghen,) souden ghemoeten, te weten,Ga naar margenoot+ byde 70Ga naar voetnoot1) mylen daer voorby wesende, ende noch ander 30 mylen voorder aen, vier Eylanden byden anderen liggen, 'twelcke ick altemael also ghevonden hebbe, gelijck als hy my gheseyt hadde, ende seyden my dat hy 't seer wel wiste, om dat hy in Iapan sommighe Mans-persoonen ghesien hadde, van seer cleyne statueren, met groote wrongen ofte ghewonden doecken om 't hooft, de welcke aldaer Gout brachten, te weten, in seer cleyne stuckskens, ende sommige witte CangasGa naar voetnoot2) van Algodon, (dat zijn stucken Catoene Lywaet, also ghenaemt in China,) als oock ghesouten Visch, [ghelijck als die AtunGa naar voetnoot3) van Spaengien, ofte AbberdaenGa naar voetnoot4) ], die selfde seyden te comen uyt ander Eylanden, gheleghen oostwaerder van Iapan af, ende door die teyckenen ende mercken die hy my seyde, beeldent my in, waer dat de selfde Eylanden souden mogen wesenGa naar voetnoot5) , ende vondtse weynigh verscheyden van daer hyse my gheseyt hadden te ligghen; seyden my oock dat alle de EylandenGa naar margenoot+ van Iapan goede Havens ende Canalen hebben, wesende een vol op landt van Rijs, Coorn, Visch ende Vleysch, ende dat het een | |
[pagina 291]
| |
redelijck ende bequaem volck is om met te handelen, ende dat daer veel Silver is. Loopende aldus onsen cours van o. ende o. ten n. aen, tot op 300 mylen van Iapan af, vonden wy een seer hol water, met die stroomen van uyten n. ende n.w. als oock een ruyme ende spacieuse Zee, sonder eenighe moeyten ofte swarigheyt van eenighe verhinderinghe inden wegh te hebben; ende met wat wint dat daer waeyden, soo bleef de Zee nochtans al in eenen doen, met het selfde hol water ende stroomen, tot dat wy over de 700 mylen gheseijlt hadden, te weten, tot op 200 mylen naer aende Custe, ende 'tlandt van nieu Spaengien, in welcke contreye begonsten die voorgaende stroomen ende holle Zee gantsch en 't eenemael te verliesen, waer door ick sonder twyfel vermoede ende vastelijcke gheloove, dat daer een Canael, doorgaende enghte, ofte Straet is, tusschen 'tvaste landt van nieu Spaengien, ende 'tlandt van Asien van Tartarien; Van ghelijcken so vonden wyGa naar margenoot+ op alle desen wegh, (vande voorseyde 700 mylen) groote menighten van Walvisschen, ende die Visschen vande Spaengiaerden Atun genaemt, (die veel aen de Custe van Gibraltar in Spaengien gevangen worden,) als oock AlbacorasGa naar voetnoot1) ende Bonitos, 'twelcke altesamen Visschen zijn, die hen gemeenlijcken inde Canalen,Ga naar margenoot+ doorgaende enghten, ende loopende wateren onthouden, om aldaer haer kruydt ende saedt te schieten, ten tyden datse in haer teelen zijn, twelcke my altemael noch vastelijcker ende voor ghewisser doet ghelooven datter een Canael, doorgaende enghte, ofte Straet, sonder eenighe twyfel moet wesen. Ghecomen wesende (op de selfde coursGa naar voetnoot2) ) by de Custe van nieuGa naar margenoot+ Spaengien, op de hooghte van 37½ gradenGa naar voetnoot3) , quamen by een hooghe ende seer fraeye Landouwe, met veel gheboomten verciert, gantsch en dal sonder snee, ende men heeft daer vier mylen van 't landt af veel ghedrifts van wortelen, bladen van boomen, Riet, ende ander bladen ghelijck als van Vijghboomen, [welcker ghelijcken men in grooter menighten in Iapan vindt, diese aldaar eeten, ende van die wy alhier vonden, liet icker etlijcke nemen ende met het vleysch koken, hadden (ghesoden wesende) een | |
[pagina 292]
| |
smaeck ghelijck als kool; men heeft alhier ooc groote menighten van Zee-wolven, die wy Zee-honden hieten, waer door ghenoegh te presumeren en te ghelooven is, dat daer veel Revieren, Bayen, ende Havens moeten wesen langhs alle dese Custe heen], tot die Haven van Acapulco toe. Van daer af liepen wy z.o., z.o. ten z. ende by wylen z.o. ten o. aen, naer dat wy de wint creghen, tot den hoeck El Cabo de San LucasGa naar voetnoot1) toe, ('twelcke 'tbeginsel van 't landt van Califfornia is, teGa naar margenoot+ weten, aende zyde van 't n.w.) gheleghen op 22 graden, zijnde 500 mylen vande Cabo de Mendosino.Ga naar voetnoot2) Op dese wegh vande voorsz. 500 mylen, heeftmen (langhs de Custe heen) veel Eylanden ligghen, al hoewel datse cleijn zijn, evenwel so is het sonder twyfel, of men moet daer sommighe goede Havens in hebben, als oock aen 't vaste landt, alwaermen dese naervolgende Havens heeft, die als noch eerst bekent zijn,Ga naar margenoot+ te weten, die van 't Eylandt Isla de Sant AugustijnGa naar voetnoot3) , ghelegen op 30¾ graden, ende 'tEylandt Isla de Sedros, op de hooghte van 28¼ graden schaers, ende 'tEylandtGa naar voetnoot4) geleghen beneden San Martijn, op 23½ graden, alle dese Custe ende Landouwe is mijnsGa naar margenoot+ bedunckens bewoont, ende verthoont hem int schijnsel een seer goet landt te wesen: want saghen daer altemets des nachts vieren, ende des daeghs roocken, ['twelcke een ghewisse teijcken is van bewoont te wesen]. Vanden hoeck ofte Cabo de San Lucas af, tot naer d'ander zyde vant z.o. van Califfornia toe, deden onsen cours o.z.o. aen 80 mylen weeghs, tot den hoeck ghenaemt El Cabo de las Corrientes (dat is: den hoeck vande stroomen,) toe, gheleghen op de hooghte van 19⅔ gradenGa naar voetnoot5) , loopende op dese cours ende wech, saghen in 'tnoorden ontrent een mijl van ons af, drie Eylanden ligghen,Ga naar margenoot+ diemen noemt Las tres Marias, (dat is: de drie Marien gheseyt;) Op de voorseyde cours heen loopende, so heeft men 4 mylen van d'ander Eylanden verscheyden, noch ander Eylanden van twee ende drie mylen weeghs; Men heeft van de voorschreven mont ofte Inwijck van Califfornia af, alle dese wegh vande 80 mylen heen, groote stroomen die westwaert aen loopen. | |
[pagina 293]
| |
Vanden hoeck ofte Cabo de las Corrientes af, deden onsen cours z.o. en by wylen z.o. ten o. aen, 130 mylen weeghs tot inde Haven van Acapulco, op desen wegh vande 130 mylen, hadden wyGa naar margenoot+ (20 mylen geseijlt hebbende,) de Haven, ghenaemt de Natividade, dat is: van onser Vrouwen gheboorten gheseydt, ende ander 8 mylen voorder aen de Haven van Sant Iago, ofte Sint Iacob, ende noch 6 mylen voorder aen, de Zee-strant ghenaemt La Playa de Culyma, dat is: de strandt van Culyma gheseydt. Alle dese Custe, te weten, van Califfornia af, tot de Haven van AcapulcoGa naar margenoot+ toe is bewoont, [van volck die met de Spaengiaerden vrede ende aliantie hebben, zijn van conditien ende qualiteyt als 'tvolckGa naar margenoot+ volck van d'ander Custen van nieu Spaengien, etc.] |
|