Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Tweede stuk
(1956)–Jan Huyghen van Linschoten– Auteursrechtelijk beschermdDat 74. capittelGa naar voetnoot2).
| |
[pagina 137]
| |
ende naer alle weghen, ende dryven daer eenen grooten handel met. Het root sandalo wast meest op de custe van Choramandel ende Tanassarijn, (welcke is int landt van Pegu)Ga naar voetnoot1). Die boomen van't sandalo zijn ghelijck note-boomen; hebben een seker fruijtGa naar margenoot+ ghelijck kerssen ofte criecken; is eerst groen, daer naer swart, doch en is van geender waerden ofte smaeck, want valt terstont af; alleenlijc het hout vande boom, welcke is die sandalo, wort ghenaemt vande inwoonders daer't wast chandanaconGa naar voetnoot2). Die Decanijns, Gusaratten, Canarijns ende ander Indianen heetent Ga naar margenoot+sercandaaGa naar voetnoot3), die Arabiers ende Persianen sandal, ‖ waer van hetGa naar margenoot+ die Portugesen oock sandalo noemen. Het geel ende wit sandalo wordt in groote menighte ghesleten in geheel Indien vande Indianen, so wel Mooren als heydenen ende Joden, wie dat het zy; malent ofte stotent met water, tot dattet blijft ghelijck pap, alsdan besmerenser met ende latent so aen't lijf droogen, want vercoeltGa naar margenoot+Ga naar margenoot+ seer het lichaem, ende ooc om dat alle die Indianen groote vrienden zijn van welrieckende dinghen. Annotatio D. Palud. Het root sandalo wert in Indien weynigh ghesleten, dan ghebruyckent alleenlijck tegen heete coortsen, daer met besmerende die polsen vande armen ende slaghenGa naar voetnoot5) van't hooft ende 'tvoorhooft, maer dit root sandalo wert veel vervoert naer ander landen, want is seer medicinael tot veel dinghen, ende die IndianenGa naar margenoot+ maken daer oock hare afgoden ende pagodes af, om datse te costelijcker souden wesen. |
|