Ga naar margenoot+Die cardamomum is een specie, diemen in Indien veel ghebruyckt om met te koken, ende oock die Indianen hebbense ghemeenlijck inde mont om te kauwen. Is seer goet teghen den stinckenden asem ende quade humoren van 't hooft ende dient oock tegen andere dingen van medicynen. Het wast Ga naar margenoot+ghelijck als ander greynen, ende is by naer ghelijck boeck-weyte, doch is van coleur witachtigh, treckende naer 't geele; zijn huijskens vande groote van boeck-weyte greynen ofte wel so cleijn, hebben van binnen tot 10. ofte 12. greyntgiens, welcke is die cardamomum.Ga naar margenoot+ Daer zijn twee soorten van cardamomum, te weten groote ende cleyne, ende wort geheeten vande Malabaren etremillyGa naar voetnoot4); die Gusaratten, Decanijns ende Bengalen heetent hilGa naar voetnoot5), ende die Mooren, die onder haer woonen, noement helachijGa naar voetnoot6). Dese specie wert veel in Indien verhandelt ende ghebruyckt ende is een coopmanschap, die op alle plaetsen van Indien vervoert Ga naar margenoot+wert. 't Meestendeel wast in Calecut ende Cananor, plaetsen op de custe van Malabar; is oock op meer ander plaetsen van Malabar,
| |
ende oock op 't eylandt Iava, maer van dese voorseyde plaetsen Ga naar margenoot+wordt het meest verhandelt ende vervoert naer alle weghen, doch wort weynigh naer Portugael gebracht, oorsake die groote onkosten ende verre wegh, doch altemet vande bootsghesellen endeGa naar margenoot+ ander zee-volck. Men koockt in Indien geen vleysch ofte daer moet cardamomum by wesen; gheeft het eeten eenen goeden smaeck ende rueck, so wel als een van d'ander specien van Indien.
Annotatio D. Palud.
Avicenna stelt hier van tweederley specien, het eene noemt hy saccolaa quebir, dat is groot cardamomum, dat ander saccolaa seguerGa naar voetnoot1), dat is cleijn cardamomum. In Malabar wort dit gheheeten etremelli, in Seylan encalGa naar voetnoot2), in Bengala, Gusaratte ende Decan ten Ga naar margenoot+tyden hil ende ‖ somwylen elachi, ende dit van die Mooren, want die heydenen door gheheel Indien noement alleen dorsGa naar voetnoot3). Cardamomum is den ouden Greecken als Galeno, Dioscoride ende anderen onbekent geweest, ende ofte wel Galenus int 7. boeck van die simplicien schrijft, dat cardamomum niet so heet is als nasturtium ofte kers, maer aenghenamer ende lieflijcker van ruecke, met eenighe bitterheyt, so comen nochtans alle dese teeckenen met het cardamomum van Indien niet over een. Dioscorides in zijn eerste boeck int 5. capittel prijst sodanighe cardamomum, dat uyt ComagensGa naar voetnoot4), Armenien ende Bosphoro gebracht wort, (hoewel hy oock seyt, dat in Indien ende Arabien oock sulcks wast.) So seyt hy daerby, datmen uytkiesen sal dat vol is ende tay om te breken, scherp, van smaeck bitter, ende dat hooft besvvarende met zynen rueck, soo vvordt nochtans het Indiaensch cardamomum in die plaetsen ghebracht, daer Dioscorides schrijft het zyne van daen te comen, ende is oock niet tay int breken, noch besvvaert oock dat hooft niet, noch bitter, noch soo scherp als naghelen.
Het groote cardamomum heeft een lancvverpigh driekantigh bolsterken ofte huysken, in vvelck bleec-roode koorlkens zijn, met hoecxkens; het cleyne heeft in gelijcken oock een driekantigh bolsterken, doch corter ende met cleijnder kornkens onderscheyden, int midden met een vliesken; ende dit cardamomum is noch driederley, minus, medium, minimum, dat is, cleijn, cleijnder ofte middelbaer, ende alder cleijnst.
| |
Cardamomum verwermt die mage, verteert die spyse, verdrijft duyselinghe des hoofts, wert oock met betele ghegeten om het hooft ende die maghe van slijm te suyveren.
|
-
voetnoot3)
- Dit Cap. hoofdzakelijk ontleend aan Orta's Coloq. XIII.
-
margenoot+
- Cardamomum is goet teghen een stinckenden adem, &c.
-
margenoot+
- Ghedaente ende coluer vande cardamomum.
-
voetnoot4)
- De gewone naam in 't Malay. is ‘ēlattari’ waarmede overeenkomt Tam. ‘ēlaris'i’ of ‘ēlavaris'i’, eig. rijst van ‘ēlam’. Van't Malay. stamt de botanische term Elettaria. De vorm in den tekst is onbegrijpelijk.
-
margenoot+
- In Calicut ende Cananor wassen de meeste cardamomum.
-
margenoot+
- De Indianen koken gheen vleysch sonder cardamomum.
-
voetnoot1)
- Arab. ‘ḳaḳolah’; ḳabīr, ḳĕbir’, is ‘groot’, ‘çaghir’, ‘klein’. Paludanus heeft Orta's ‘cacolla’ verkeerd gelezen. Zie voorts Hobson-Jobson, s.v. Cacouli. Het Arab. woord is zonder twijfel van denzelfden oorsprong als Skr. kakkola.
-
voetnoot3)
-
Ik kan dit woord niet thuis brengenGa naar voetnoota).
-
voetnoota)
- Kern heeft in zijn exemplaar gelezen ‘Dore’. De Eng. vertaling (II p. 87) heeft ‘Dors’, maar in een noot wordt naar Holl. Dore verwezen en daar een vraagteken bij gezet ;het is in elk geval verkeerd, want al de voorafgaande namen zijn juist de bij de Heidenen gebruikelijke.
-
voetnoot4)
- D.i. Kommagene. Commagene:
gewest ten N.O. van Antiochië.
|