Ga naar margenoot+Het lackGa naar voetnoot2), welck die Malabaren, Bengalen en Decanijns heeten assijGa naar voetnoot3), ende die Mooren lac; die van Pegu, alwaer het beste is en den meesten handel met ghedreven wordt, heetent treck, die welcke daer een groote traffijcke met doen (op 't eylandt van Samatra, eertijts TaprobanaGa naar voetnoot4) gheheeten) ende dat in wisselinghe van peper, ende van hier wert het vervoert naer 't Roode Meer, Persien ‖ ende Arabien, waer van die vanGa naar margenoot+ Arabien, Persien ende oock de Turcken dat noemen loc SumutriGa naar voetnoot5), dat is: lack van Samatra, overmidts dat het van daer inde Ga naar margenoot+contreyen gebracht wert. Die manier van dat het gemaect wert,Ga naar margenoot+ is aldus: in Pegu ende die plaetsen, daert van daen comt, heeftmen op sekere plecken seer groote mieren met vlueghelen. Dese Ga naar margenoot+mieren loopen by de boomen op (die ghelijck pruijm-boomen ofte andere diergelijcke zijn), uyt welcke boomen comt een sekere gom, waer an die mieren loopen suygen, ende alsdan makense rontom die tacken vande boomen het lack, gelijck die honich byen het honich ende was maken, ende alst vol is, soo comen die eyghenaers vande boomen ende breken die tacken af en legghense te droogen; soo gaen die tacken uyt, ende het lack blijft ghelijck een riet, ende somtijdts breeckt het hout daer in, ende hoet minder hout heeft, hoet beter is, ende die stucxkens ende cruymelen, die op der aerde vallen, smeltense te samen; maer dat en is soo goet niet, want heeft altoos eenighe vuyligheyt ofte aerde binnen in. Het geschiet dickwils, datmen noch int rauwe lack die vluegelen vande mieren daer onder ghemenckt siet. Wanneert
| |
lack rauw is, gelijck het vande boom comt, soo ist doncker rosachtigh;Ga naar margenoot+ makent in Indien van alle colueren gherefineert ende schoon.
Annotatio D. Palud.
Sy stooten dat lack tot een poeyer ende smeltent; alsdan vermengen zy daer onder allerley verwen, die zy willen, roode, swerte, groene, geele &c., ende maken daer uyt stockskens, alsmen ons hier verkoopt, om brieven toe te seghelen.
Alsdan maken daer oock de betsteden mede, te weten, intGa naar margenoot+ draeyen nemen een stuck lacks van wat coluer datse begheren, daer naer alst hout ghedraeyt ende zijn volcomen fatsoen heeft, soo houwense het lack daer aen ende loopen daer also al draeyende met om, het geheele hout over, welcke terstont duer die hitte van 't hout, die't duert wryven ende draeyen crijght, over al aen cleeft, vande dickte van eenen naghel, ende alsdan bruynerensetGa naar voetnoot1) met breet stroy ofte ander drooghe biesen, waermede blijft het hout gheheel bedeckt ende soo glat als een spieghel, dat een lust om sien is, ende duert soo langhe alst hout, alsment wel waer neemt. Op dese manier maken alle dinghen in Indien, so betsteden, stoelen ende alle andere ghedraeyde houtwercken, waer door het wonder ghemeen is ende seer gesleten wort in gheheel Indien. Ga naar margenoot+Die fraeyste wercken hier van comen ‖ van China, ghelijck alsmenGa naar margenoot+ aen allen dinghen mach sien, die van daer comen, als schrijftorien, rondassen, tafelen, boffetten, dooskens ende diergelijcke duysent dinghen, die al bedect ende gearbeyt zijn met lack van alle colueren ende figueren, ende ons een verwonderinghe gheeft vande schoonheyt ende gladdigheydt van verwe, twelcke altesamen lack is, dat also gewrocht wort. Desgelijcx gebruyckense het lack om te vullen alle silver ende gout werck, te weten die hechten van de messen ende ander dingen makense van buyten fray van silver ende van binnen vol lack. Desgelijcks zijn die IndianenGa naar margenoot+ so subtijl, datse die goude ringen maken int schijnsel fray ende schoon, ende
schynen van masijsGa naar voetnoot2) gout te wesen, maer zijn van binnen hol en vol lacks, sonder dat het yemant soude connen mercken, ten waer dat hy daer af gheadverteert waer. Het lack is oock in Ballagatte ende Malabar, maer weynigh; het meestendeel, ende van daert in Indien ende over al vervoert wert, is uyt het landt ende coningh-rijck van Pegu.
|
-
voetnoot1)
- Dit Cap. is overgenomen met bekorting en toevoegsels uit Orta's Coloq. XXIX.
-
margenoot+
- In Pegu is het beste lack ende aldaer wert den meesten handel met het lack ghedreven.
-
voetnoot2)
- Zie voor de afkomst en geschiedenis van dit woord Hobson-Jobson, s.v. Lac, en vgl. Dozy-Engelmann, Glossaire, p. 295.
-
voetnoot3)
- In deze opgaven schuilt meer dan één fout. In Malabar is de naam ‘arakku’ vervorming van Mahr. ‘lākha’ of Prākṛt ‘lakkha’, waaruit Oudjav. ‘lāka’, Nieuwjav. ‘laka’, Tagalog ‘lakha’.
-
voetnoot4)
- Omtrent deze dwaling zie boven Ie stuk p. 81 noot 3. Orta zegt dit niet t.a.p., maar elders laat hij zich aldus uit: ‘Ceilon, dat, naar sommigen zeggen, Taprobane of Samatra is’, zie Aant. van Graaf de Ficalho, Coloq. I, 18; 233.
-
voetnoot5)
- Deze benaming komt voor bij Orta, t.a.p.
-
margenoot+
- Seer groote mieren met vloghelen, die op de boomen, daer het lack ghelijck gom uyt loopt, op
en neer loopen.
-
margenoot+
- Betsteden in Indien met lac overtrocken, die seer schoon zijn.
-
voetnoot1)
-
Middelned.: bruneren: glanzen, polijsten.
-
margenoot+
- De frayste wercken van lack comen van China. Veelderley dinghen van allerley colueren.
-
margenoot+
- Fraye ringen vande Indianen gemaect, inwendigh hol ende met lack ghevult.
|