Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Tweede stuk
(1956)–Jan Huyghen van Linschoten– Auteursrechtelijk beschermdDat 51. capittel.
| |
[pagina 73]
| |
Ga naar margenoot+mus, daer dese voor alle andere vruchten worden gesocht. Daer na volgen die in Gusaratte wassen, die van wegen haer waerdie Gusaratten geheeten werden, hoe wel cleijnder dan die andere, nochtans smakelicker ende lieffelicker van rueck, inwendigh met een kleijn nootken. Ten derden volghen die in Balagate wassen; die zijn de aldergrootste, want daer gesien zijn die 2. pont ende een vierendeel weghen. Ooc zijnse lieffelicken van smaeck, die in Charanna, Quindor, Madanagor ende DultabadoGa naar voetnoot1), die voornaemste steden des coninghs NizamoxaGa naar voetnoot2), groeyen, ghelijck oock die van Bengala, Pegu ende Ga naar margenoot+‖ Malacca. Die bast van dese vrucht afgedaen zijnde wordt gegeten in schijfkens gesneden, met oft sonder wijn, ghelijck wy luyden hier te landt die persicken doen. Zy worden ooc geconfytet ofte inghemaect, om dese beter te behouden, oft in suycker ofte in azijn, olye ende sout, ghelijck in Spaengien die olyven, met een mes een weynigh gheopent zijnde, ende daer in gesteken groene gengber, knufloock, mostaert ofte diergelijcke dingen; werden ten tyden alleen met sout ghegheten ende somwylen ghekockt met rijs, gelijckmen hier te lande olyven doet, ende aldus geconfytet ende ghecockt zijnde, worden te merct ghebracht. Dese vrucht is cout ende voechtGa naar voetnoot3), hoe wel die ghemeene man die achtet heet te zijn, ende seggen, dat hy pyne ende nypinghe in die magen genereert van die sulcke eeten; dat meer is, ooc die heydensche medecijns seggen dese vrucht heet te wesen ende verachten die, als die wilt vuer, roose, brandende heete cortsen ende geswellen, met schorftheyt maect, 'twelck ic achte dat gheschiet in sodanighe persoonen, daer dese vrucht in die magen verderft, maerGa naar voetnoot4) om die groote hitte dezes tijts; als dese vruchte in saysoen is, vallen ooc wel vele in die voorgenoemde siecten, hoe wel zy gheen deser vruchten eeten. | |
[pagina 74]
| |
zy elckanderen vergheven, want die een weynigh daer af eetet, sterven terstont. Zy vermenghen ten tyden olye tot dese vrucht om zijn kracht te stercken, dan genomen zijnde, hoe het wesen mochte, doodet seer snel ende is tot noch toe gheen middel ghevonden om dit vergift te ghenesen. Dese vrucht is licht groen ende een vveynigh blinckende, vol vvit melck sops, ende vveynigh vleijsch ofte pulpe hebbende, als dat het nootken meest met een harde bast overtrocken is, van die groote eenens queappels. Ga naar margenoot+Die mangas wassen aen boomen ghelijc die iaacca boomen;Ga naar margenoot+ zijn vande groote van een groote persick, maer wat lanckwerpende, en een weynighsken omghekromt, van coluer claer groen, treckende wat nae't geele, ende somtijts nae't roodt. Heeft van binnen eenen steen, grooter als een persen steen, maer Ga naar margenoot+en duecht niet om te eeten. Die manga is van binnen geelachtigh, ende valt in't snyen vlasachtigh, doch sommige zijnder wat glader; hebben een seer ‖ lieffelijcken smaeck, beter als die persen.Ga naar margenoot+ Zijn met die annanas die beste fruyten van Indien, ende profytelickste, want gheven groot voetsel ende onderhout, als in Portugael ende Spaengien die olyven. Men plucktse ooc, als zy noch groen zijn ende makender concerven afGa naar voetnoot1), ende meestendeel ghesouten in potten, en ghebruijckense in't ghemeen om te eeten met Ga naar margenoot+het rijs, welck zy sieden in enckel water, dat die greynen heel blyven, en dan eetent met dese ghesouten mangas, dat den dagelijcksche cost is vande slaven en oock vande ghemeene man, ofte gesouten droogen visch inde plaets van mangas, sonder broodt; want het rijs is in die plaets van broodt. Dese gesoute mangas zijn in't opsnyden van coluer ghelijck die Spaensche witte olyven, ende by nae vande selfde smaeck, maer zijn wat renscher, en soo bitter niet; trecken wat nae't suer. Zijn in soo groote abondantie, dat te verwonderen is. Daer zijnder andere, die worden ooc ghesouten ende van binnen ghevult met stucxkens van groene genghber ende loock ghesoden; dese heetense mangas recheadas, ofte inGa naar voetnoot2) acharGa naar voetnoot3). Dese worden oock veel ghebruijckt, maer also ghemeen niet als d'ander, want zijn costelijck ende meer gheesti- | |
[pagina 75]
| |
meert. Dese worden bewaert in potten met olye ende azijn ghesouten.Ga naar margenoot+ Die saisoen vande mangas, datse rijp zijn, begint inde vasten ende duert tot die maent van August. toe. |
|