Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Tweede stuk
(1956)–Jan Huyghen van Linschoten– Auteursrechtelijk beschermdDat 50. capittel.
| |
[pagina 71]
| |
en is van tweederley geslachteGa naar voetnoot1), daer van den besten barca gheheeten worden, die andere papa, die niet so goet en int aentasten ooc vveeckGa naar voetnoot2) Ga naar margenoot+zijn ‖ als die eerste. Die beste kosten ontrentGa naar voetnoot3) 40. malvadisenGa naar voetnoot4), dat is een vveynigh meer dan een reael. Rijp vvordende soo kryghen zy een svvarte coluer ende harde basten. Het buytenste, dat om die note is, heeft menigherley smaeck; somtijts smaeckt het gelijck een meloen, somtijts ghelijck een persijcke ende lieflijcker, met vvelcke het in die smaeck die meeste eenlickheyt heeft, somtijts smaeckt het als honigh-graet, somtijts als een lieflijck citroen, dan zijn hart om te verteren, gaen gemeenlicken weder af onverteert, gelijck zy gegeten vvorden. Dese vruchten in die lenghte ghesneden ende gheopent zijn van binnen vvit ende gedrongen van vleijsch, en dat met ladekens onderscheyden vol lange noten, dicker ende grooter als onse dayenGa naar voetnoot5), met een grau velleken overtrocken, ende met een vvitte note, ghelijck onse castanien, groen gegeten zijnde, aertachtigh ende scherp van smaec, en vele vvinden genererende, maer ghebraden ofte gesoden vvesende als onse castanien zijn seer smakelick en vervvecken onkuijscheyt,Ga naar margenoot+ vvaerom zy meest gegeten vvorden; stoppen ooc buijcloop. Die pulpe, die buyten om is, besvvaert die mage seer, ende daer in corrumperende brenght by boose ende vergifte humueren, ende daeromme die altoos vele van dese vruchten eeten, lichtelicken gheraken in die pestilentiale siecte, vvelcke die Indianen morxiGa naar voetnoot6) noemen. Die meer hier af begeert te vveten, lese Ludovicum RomanumGa naar voetnoot7) in 't 5. boec, in't 15. cap. zijnder navigatie, ende Christophorum a Costa, in't cap. van iaca, ende Garcia ab Horto int 2. boec in't 4. cappittelGa naar voetnoot8). De iaacas wassen aen groote boomen ghelijck note-boomen,Ga naar margenoot+ ende dat alleenlickGa naar voetnoot9) aen die zee-cant, te weten die contreyen aende zee. Groeyen gants contrarie van alle vruchten, want wassen recht boven die aerde, aenden trunck vanden boom, ende aende knuijsten dicke tackenGa naar voetnoot10); maer daer die tacken hem verspreyen en dun en vol bladeren zijn, en wassen gheen. Zijn vande groote van een groote meloen ende by naer sulcken fatsoen,Ga naar margenoot+ doch zijnder sommighe so groot alsmen goelijckskensGa naar voetnoot11) kan opheffen. Zijn van buyten van fatsoen ghelijck die annanas, doch gladder, en van coluer doncker groen. 'tFruijt van binnen | |
[pagina 72]
| |
Ga naar margenoot+is in huijskens, ghelijck die kastanien, maer heeft een ander fatsoen, en elck huijsken heeft een fruijt, 'twelck is half wit, en voorts geelachtigh, ende kleeft aen die handen by naest ghelijck honigh, die noch in de bye-corven by't was is. Is ooc van die tayigheyt ende in die smaeck van soetigheyt weynigh ongelijck. Dit fruijt is het buytenste, dat om die castanie is, welck is van het fatsoen van een aker bynaest, alsser het achterste groen dopken af is, ende ooc van dier groote, ende sommige wat grooter; het fruijt, ‖ Ga naar margenoot+datter om is, afgegheten, zijn die castanien goet om te braden ofteGa naar margenoot+ sieden, en zijn weynigh onghelijck in smaec die castanien van Europa. Dese huijskens zijnder somtijts in elcke iaacca een hondert ende meer, na die groote vande iaacca. Daer zijnder tweederley,Ga naar margenoot+ die beste worden ghenaemt girasal, ende die ghemeenste en van minder estimatie heetmen chambasal, doch in 't fatsoen ende boomen en hebben gheen onderscheyt, dan alleenlick dat die girasalsGa naar margenoot+ hebben soeter smaec. Met dese namen girasal ende chambasal onderscheyden die Indianen ooc het rijsGa naar voetnoot1) ende ander dingen; heeten het beste altoos girasal, ende dat minder is chambasal, waer na zy hare prysen hebben. Die iaaccas zijn het gheheele jaer duer. |
|