Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Eerste stuk
(1955)–Jan Huyghen van Linschoten– Auteursrechtelijk beschermd
Ga naar margenoot+Dat 29. capittel.
| |
[pagina 138]
| |
ende gheheel mestisos, ende die kinderen vande mestisos zijn van couleur ende fatsoen gelijck die naturelen ofte Decanijns van't landt, so dat die afcomelingen vande Portugesen, mans ende vrouwen, ghecomen zijnde in't derde lit, schijnen naturele Indianen te wesen in couleur ende fatsoen. Ga naar margenoot+Haer neringhe ende daghelijcksche trafiquen zijn naer Bengala, Pegu, Malacca, Cambaja, China ende alle weghen van Noorden ende Zuyden. Oock so wort binnen Goa ghehouden een dagelijcksche vergaderinghe, soo vande burgeren, inwoonders als van alle natien van Indien ende omligghende contreyen, ende is gelijck die vergaderinghe van t' Antwerpen op die burse, doch is different, want alhier comen so wel edeluyden ende ander persoonen als coopluyden; ende men heefter alle dingen veijl van alle coopmanschappen ende Indiaensche waren, so dat het by naest een merct ghelijck is. Dese vergaderinghe is alleenelick voor middagh, 'tgheheel jaer duer, behalven die Sondaghen ende vier-daghen. Beghint des smorghens te seven, ende duert tot 9. uren, overmidts die hitte vanden daghe, ende des nae-middaeghs niet, op de principaelste straet vande stadt, genaemt die rechte Ga naar margenoot+straet, en wort gheheeten die leylonGa naar voetnoot1), welck is soo veel als den uytroep, want daer zijn sekere uytroepers vande stadt daer toe geordoneert, die alle dinghen veijl hebben ende uyt-roepen. Dese gaen altoos gheduerende den tijdt vande leylon ofte uyt-roep behanghen vol allerhande goude ketenen, allerley costelijcke juweelen, cleynodien, perlen, ringhen ende edel ghesteenten. Desgelijcks hebben zy rondom haer loopen veelderley soorten ende natien van captiven, mannen en vrouwen, jonck ende oudt, diemen daer daghelijks vercoopt, ghelijck men bij ons die beesten, al waer een jegelijk zijn gadinghe mach kiesen naer zijn fantasie, elck op zynen prijs. Oock vintmen hier Arabische peerden, allerhande speceryen ende drooghe medicynen, welriekende gommen ende dierghelijcke materialen, schoone ende fraye tapetten, ende Ga naar margenoot+duysent derley curieusheyt van Cambaja, Sinde, Bengala, China &c., dwelck een verwonderingh om sien is, met welcke handelinghe haer veel gheneren, die alhier daghelijcks gaen coopen, ende op zijnen tijt weder ‖ vercoopen; ende so dickwils alser een sterfhuijsGa naar margenoot+ | |
[pagina 139]
| |
is, soo wert alle het goet hier gebracht ende verkocht tot een haver toeGa naar voetnoot1), met denselfden uyt-roep, 't zy van wie dat het Ga naar margenoot+ wil, al waert vanden persoon vanden viçorey selve, ende wort daerom ghedaen om alle weesen ende weduwen goet recht ende justitie te doen, ende dat het ten duersten vercocht mach werden, om datter alle man by mach comen om te mynen, in somma datter een grousaem veel goets verkocht wert, aleer een jaer ten eynde gaet, want daer veel volcks sterft, om die ongheregeltheyt van haer leven ende de hitte van 't landt. Op dese manier vande vergaderinghe van Goa werden ooc ghelijck gehouden in alle ander steden ende plecken van Indien, daer Portugesen woonen. Daer zijnder, die haer gheneren (te weten, die getroude Portugesen)Ga naar margenoot+ met hare slaven ende slavinnen, dieder sommighe thien ofte 12., ja 20. en 30. hebben, want costen weynigh t'onderhouwen. Dese slaven gaen arbeyden om gelt voor diese van doen heeft; halen fonteijn water, datse duer de stadt vercoopen. Die slavinnen maken allerhande conserven ende confecturen vandeGa naar margenoot+ Indiaensche fruyten, veel fray dinghen van naywerck, speldewerck ende breywerck, ende alsdan seyndese die schoonste ende jonckste, fray opghetoyt ende toeghemaeckt, die gheheele stadt duer om 't selve te vercoopen, om datmen duer de begeerten ende frayigheyt vande slavinnen soude gheloct worden te coopen, 't welc meer gheschiet om 'tgerief ende ghebruijck vande slavinnen te hebben ende zijn wellust daer met te boeten dan om de begeerten vande selfde conserven, confecturen ende naywercken; want sulcks nimmermeer weygheren, en hare daghelijcksche neringhe af maken, ende met de winst, die de slaven ende slavinnen also daghelijcks thuijs brenghen, moghen haer heeren haer ruymelijck onderhouwen. Daer zijn ander, die hanteren veel met wisselen, die munten opGa naar margenoot+ zynen tijdt op te coopen, ende als pas gheeft weder te vercoopen, te weten: coopen die realen van achtenGa naar voetnoot2), als die schepen van Portugael comen, en kryghen die dan tot 12. ten hondert; dese verwarense tot de maent van April, welck is den tijt, dat die schepen naer China varen; alsdan worden die realen van achten ghesocht om derwaerts te voeren, en gelden ghemeenlick tot 25. ende 30. ten hondert, ende nemen dan weder inde plaets een gelt, | |
[pagina 140]
| |
dat op die tijt van Ormus gebracht wert, ‖ ghenaemt larrijnsGa naar voetnoot1),Ga naar margenoot+ dat uyt Persien comt, 'twelck zy krijghen tot 8. ende 10. ten hondert, welck zy weder bewaren, tot dat die schepen van Portugael comen in September, diese betalen tot 20. ende 25. ten hondert in wisselinghe van realen van achten, als gheseyt is. Men moet dese larynen hebben om naer Cochin die peper en ander waren te coopen, want daer het beste ende profytelijckste geldt is. Daer zijn noch ander munten genaemt pagodes, Venetianers ende santhonesGa naar voetnoot2), zijnde van goudt, diese al op de selfde manieren coopen ende vercoopen, so datter veele zijn, die anders gheen handel en doen ende rijck daer met werden, principalijck die een goede hooftsomme heeft. Dese wissel gheschiedt ghemeenlijck vande gheestelijckheydt, die zy onder den duijm door andere doen beschicken sonder letsel ofte hindernisse. Nu zijnder sommige, die leven op haer renten, welcke zy hebben vanden palmboomen, daer die Indiaensche noten (cocus gheheeten) aen wassen, van welcke zy seer wel connen leven ende goet onderhout hebben, want dit die princepaelste neeringhe is van 'tGa naar margenoot+ land. Daer zijnder, die daghelijks crygen vrygelt van elcken boomGa naar margenoot+ een halve pardau ofte meer, dat is soo veel als een Karolus gulden; men vinter, die drie ofte vier hondert ende meer boomen hebben op een erf, diese aende Canarijns verpachten, gelijckmen by ons die beemden, weyden ende velden doet. Die Portugeesen en mestisen en wercken in Indien niet ofte seer selden, dan leven al meest op die manier verhaelt; doch zijnder wel sommighe ambachtslieden, Ga naar margenoot+als hoedemakers, schoenmakers, saelmakers ende cuypers, maer hebben al meest hare slaven in haer dienste, die inde winckels wercken, ende die meesters gaen lancks die stratenGa naar voetnoot3), houden haer so mangnifijck als die beste; den minsten is daer soo goet als den meesten, den ghemeenen man als den adel ende rijcken, sonder eenighe onderscheydt in haer conversatie, courtosie ende ghemeenschap. Alle ander ambachten ende handwercken zijn al meest Indiaensche heydenen ende ghedoopte Christenen van't landt. | |
[pagina 141]
| |
Niemandt en gheniet die burgerschap, previlegien ende liberteytenGa naar margenoot+ vande stadt dan dieder ghetrout is ende residentie hout. Daer zijn onder haer maer twee staten oft soorten van volck, te weten: die getrouden ende soldaten, want alle die eenloopendeGa naar margenoot+ ghesellen, die ‖ niet getrout en zijn, worden genoemt soldaten, welcke den eerlijcsten naem is, diemen mach hebben; niet dat die soldaten eenighe obligatie hebben ofte onder tgheweldt ofte ghebiedt van eenigh vendel ofte regiment zijn, welc in gants Indien niet gheuseert wert, dan soo haest als die Portugesen in Indien uyt Portugal comen, gaet een yegelick zijnen wech, waertGa naar margenoot+ hem goet dunckt, hoe wel datse alle in Portugal opgheschreven ende in een register getekent worden, dat jaerlijcks met die selfde schepen naer Indien gesonden wordt, ende gheschiet op dese manier: alle die persoonen werden aengeschreven, elck met haer namen ende toenamen, met die soldye, soo zy van den coningh ghenieten. Daer zijnder sommige, die hebben den tytel van fidalgo da caza del rey nosso senhor, dat is eelman van des coninghs huijs, welcke is die eerlijckste tytel; daer zijn ander genaemt mososGa naar voetnoot1) fidalgos; dat is oock een eerlijcke tytel, ende zijn int gemeen edelmans kinderen, ofte deur gunste vanden coningh daer met verheven; nu zijnder noch, die ghenoemt werden cavalheiro fidalgo, dat is so veel niet als d'ander twee; dit is ooc een verheven tytel, ende is een tytel van ridderschap, die doorGa naar margenoot+ eenige feyten ridder gheslagen zijn. Om een cleyne sake geryvense malcanderen daer met, want waer datse eens eenen tocht doen ofte van verre sien, terstont latenser van een capiteyn ofte ander eelman ridder slaen, waer op zy haer dan dapper beroemen, ende is so ghemeen, datter nau een cocks jonghen ende putger en is, oft hy heeft den slagh van 't ridderschap ontfangen. Nu zijnder noch, diemen noemt mosos da camara, do numero, e do serviço, dat is des coninghs dienaers van sijn camer; sommighe zijn van 't getal ende ander vanden dienste; dit is den eersten tytel ofte graetGa naar margenoot+ van eere, waer mede men alsdan met verdiensten op meerder climt, ende die bouen-ghenoemde metter tijdt ende versoeck vercrijght, waer op haer die Portugesen meer beroemen dan op alle den rijckdom vande werelt; noch zijnder, die ghenaemt worden escuderos fidalgos, dat is schiltknecht; is ooc een graet vanGa naar margenoot+ eere; d'ander werden opgeschreven voor homes overadosGa naar voetnoot2), dat | |
[pagina 142]
| |
zijn mans met eeren, ende die slechtste ende minste sonder tytel met allen worden opgheschreven voor slechtGa naar voetnoot1) soldaet, welck is het gemeen ende rapiamusGa naar voetnoot2) volck. Dese worden een yeghelijck betaelt haer sa ‖ larijs conform haer tytelen; dese mogen eenGa naar margenoot+ yegelijck in zijn qualiteit ende graet (door lange diensten ofte vrome feytenGa naar voetnoot3), maer meest met gunste) hare tytels verhooghen, Ga naar margenoot+want naer hare tytels worden hare diensten gheloont. Die Portugesen nu aldus opgheschreven wesende, die naer Indien sullen varen, wort het register vande selfde (in Indien comende) bewaert in handen van eenen officier vanden coningh, daer toe gheordineert, die oock alle drie jaren verandert wert, als alle ander; dese wert ghenaemt schryver van 't matricolaGa naar voetnoot4) generael, ende heeft noch ander 3. ofte 4. onder-schryvers, die alle dingen schryven naer zijn bevel. Als nu in Indien die somer aen comt ende noodigh is, eenighe armada uyt te senden om eenighe tocht te doen, ofte die custe te gaen bewaren, om die coop-vaerders ende trafficantes (die ghaen en comen) te convoyeren ende te beschermen, ende te beletten die Malabaren, hare vyanden, datse niet uyt en comen om eenighe schaden te doen, gelijckse evenwel jaerlijcks doen, Ga naar margenoot+soo wert dan jeghens September (de somer beginnende) den trommel gheslaghen, wie den coningh wil dienen op die armade te water, dat hy come op die matricola generael, gheldt ontfangenGa naar voetnoot5), ende alsdan wert vande viçorey verordineert een opperste capiteijn ende ander onder capiteynen, op elcke fuste ende galeye, so dat op die galeyen byde hondert mannen gheset werden, op die fusten byde dertich, luttel min ofte meer. Dese werden alle betaelt op die matricola, na hare tytels, elcke naer dat hy uyt Portugal gheregistreert comt, ende dese betalinghe gheschiet by quartels, elcke quartel is drie maenden, te weten: den slechten Ga naar margenoot+soldaet seven pardauwen, xeraffijnsGa naar voetnoot6) ghenaemt, elck pardau drie testoenenGa naar voetnoot7) Portugalsche munte, ende een eerlijck man negen | |
[pagina 143]
| |
pardauwen, die moso da camera elf pardauwen, ende alsoo naer advenant, ende alsdan boven dien gaen die capiteynen de soldaten bidden ende smeeken, ende buyten hare besoldinge ende salarijs vanden coningh noch yet geven uyt haer eyghen buers, want een yegelijck soeckt die beste soldaten te hebben, ende coopen veel dingen van victualie ende provande op haer eyghen costen, om die soldaten te vrient te hebben ende wel te tracteren, ende eeten inde fusten ofte galeyen, altesamen aen een tafel, ende die capiteyn tracteert altoos de soldaten met grooter beGa naar margenoot+leeftheyt ende courtosye; anders en soudense op hem ‖ niet veel passen noch onderdanigh wesen; ende die armade uyt wesende, loopt altoos lancks die custe gints en weer, en somtijds in eenighe hauenen tot die maent April; in 't leste van dien comense wederGa naar margenoot+ in Goa verwinteren ende opliggenGa naar voetnoot1), ende alsdan is die obligatie vande soldaten uyt, ende een yegelijck loopt zijns weeghs sonder yet meer onderhoudinghe te hebben van sconinghs weghen, ende alsdan soo passeert den viçorey een certificatie voor den oppersten capiteijn vande selfde armade, waerinne hy ghetuijght, hoe dat alsulcken capiteijn deur zijn bevel in des coninghs naem heeft uyt geweest in zijnen dienste soo veel maenden, bevrydende die custe ende zeeGa naar voetnoot2); ende eenige feyten gedaen hebbende, stater Ga naar margenoot+breedt in, ende hoe dat hy op zijn eyghen borse ende costen heeft veel gedespendeert tot dienste van zijn majesteijt, volghens die capiteijn generael; door auctoriteyt vande selfde certificatieGa naar margenoot+ passeert voort alle ander capiteynen ende soldaten elck een besonder certificatie naer die selfde forme ende inhoudt, desgelijcks zijnder sommighe edelluyden, die des winters tafel houden voor alle soldaten, die daer willen comen eeten, waervan zy insgelijcken certificatie trecken, ende van alle watse connen versierenGa naar voetnoot3), welcke certificatie zyGa naar voetnoot4) vergaren thien, twaelf oft twintich, ende gaen daer mede met oorlof vanden viçorey naer Portugael, eysschende daer mede recompense van haren diensten naer uytwysen haerder certificatie; hier by moeten dese brenghen een certificatie vande schryver vande matricola generael vande tijdt haerder | |
[pagina 144]
| |
residentie in Indien, ende hoe dat haer noyt eenighe clausula Ga naar margenoot+van rybalderye op haer tytel ghestelt is, desghelijcks van alle officiers, rekenmeesters, vande munitie ende wapenen ter oorloghe dienende, victualye ende dierghelijcke, de welcke dikcwijls de capiteynen ende soldaten, ende daer van yet schuldich blyven ofte quade rekeninge gevenGa naar voetnoot1), waer van terstont aentekeninghe ghestelt wert op den tytel van alsulcken persoon, die verbroocken heeft, van welcke officiers altemael moeten certificatie hebben, als datse geen clausulen van eenighe schaden aenden coningh hebben; met dese certificatie gaense naer Portugael en hebben al eenigh offitie op die memorie om te eysschen, naer dat haer qualiteijt ende dienste ghegunt sal worden. Hebbense jemand int Ga naar margenoot+hof, die voor haer spreeckt, ende ‖ met brenghen om die handen teGa naar margenoot+ smeeren, alsdan werden haer die offitien ghegeuen, voor drie jaren, als capiteynen, factoryen, schryverschappen, rechters etc., en alle offitien ende ampten van Indien, maer moetense selver gaen bedienen; sommige crygense ooc wel met faveur om die te transporteeren, vercoopen, ofte met hare dochters in houwelijck te geven, ende alsdan wert die patente van sulcken offitie in sconinghs cansellerye gheregistreert ende in Indien gesonden, Ga naar margenoot+ende moet dan vande viçorey geconformeert werden. Dese offitien worden altoos gegunt in vaganteGa naar voetnoot2) van die voor hem gheprovideert zijn, ende alsdan besietmen het register, hoe veel datter voor hem zijn; als die haren tijdt om is, ofte by avonteuren sterven eer haren tijdt comt, alst dick gheschiet, ofte absent zijn, soo wert altoos gheprovideert die de naeste volght ende byderhand is, welcke is op 't cortste die ordinantie ende maniere van haer regieringe ende oorloghs handel belangende. Die ander regieringhe vande rechten ende justitie is als in Portugael. By dit naervolghende conterfeijtsel machmen sien die rechte straet van Goa met hare dagelijcksche handel ende vergaderinghe, diese leylon noemen, alles naer 't leven afghebeeldt. | |
[pagina *8]
| |
|