Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Eerste stuk
(1955)–Jan Huyghen van Linschoten– Auteursrechtelijk beschermdDat 14. capittel.
| |
[pagina 61]
| |
Ga naar margenoot+maer daer naer hebben zy die coningh omgebracht, ende het landt gedeelt in veel coninghrijcken, ende nu onlanghs gheledenGa naar margenoot+ heeft eenen barbier den principaelsten coningh ghedoot ende het coninghrijck met gewelt ende groote tyrannie onder hem gebracht, ende d'ander coninghen verdreven, waer van eenen, die Christen was, ghevlucht is in Indien, ende woont tot Goa, alwaer hy op sconinghs costen onderhouwen wert. Desen barbier heeft hem, als gheseyt is, voor coningh opgheworpen, ende het geheele eylandt onder zijn subjectie; wert ghenaemt rajuGa naar voetnoot1); leeft seer voorsichtigh, ende is seer vernuftigh, ende een goet crijghsman; betrout hem op niemandt. Die Chingalas zijn hem seer misgunstigh, hoe wel zy hem obedieren, doch meer door dwangh ende vreese dan door liefde ofte vryen wille, want doet herde executie met groote tyrannye, soo dat hem niemant en derf roeren; is oock doot vyand van de Portugesen, ende hadde nu onlanghs, een jaer voor mijn vertreck uyt Indien, die fortresseGa naar margenoot+ van Colombo belegertGa naar voetnoot2) met groote menichte van olyfanten en volc, maer door assistentie en hulpe vande Portugesen uyt Indien moest zijn legher op breken, ende die fortresse verlaten.Ga naar margenoot+ Het eylandt is seer berghachtigh, ende daer is eenen hoogen bergh ofte spits, diemen seyt die hooghste te wesen van gheheel IndienGa naar voetnoot3); wordt ghenaemt Picode Adam. Die Indianen houden voor warachtigh, dat het paradijs daer gheweest en Adam daer gheschapen is; seggen, dat noch heden op den selfden bergh ghevonden worden van zijn voetstappen, welck in de steenen staen oftse gehouwen waren, en also blyven sonder uytgaenGa naar voetnoot4). Het eylandt is vol van allerley Indiaensche vruchten, ende oockGa naar margenoot+ alderhande wilt, als herten, hinden, wilde verckens, hasen, conynenGa naar voetnoot5) ende diergelijcke in grooter menichte, van alle ghevoghelte, als pauwen, hoenderen, duyven, etc., die beste oraengie appelen, lymoenen, cytroenen ende dierghelijcke, die niet alleen de plaetsen van Indien te boven gaen, maer oock Spaengien ende Portu- | |
[pagina 62]
| |
gael; in somma heeft veel ende meest alle dingen ‖ van IndienGa naar margenoot+ alleen, dat op ander plaetsen gevonden wert op differente contreyen. Heeft oock veel Indiaensche palm ofte note-boomen, diemen kockenGa naar voetnoot1) noemt, ende affirmeren oock gheloofweerdighe persoonen, die't my vertrockenGa naar voetnoot2) hebben, die in't selfde eylandt te landewaert binnen ghevanckelick hebben gheweest, datter zijn Ga naar margenoot+notemuscaten ende nagelboomen ende planten van peper, hoe wel dat hier gheen sekerheyt af en is, want tot noch toe by de Christenen niet gecommuniceert en wert. Maer den besten canneel van gheheel Orienten isser met geheel bosschen ende wildernissen, van waer't over die geheele werelt ghevoert ende verspreyt wert. Ga naar margenoot+Desen cannel moeten die Portugesen, die inde fortresse woonen, by nacht ende ontyden met springhtochten halen en afhouwen steelsghewijs, ende also brengense inde forteresse, welcke de capiteijn vande fortressen zijn principael profijt is, en oock anders niet veel meer en heeft. Het eylandt heeft ooc allerhande kostelicke ghesteenten, uytgenomen diamanten, maer saffiren, robynen, topassen, spinelen, granaden, robassenGa naar voetnoot3) etc. die beste van Orienten; heeft desgelijcks een visscheryen van perlen, doch en zijn so goet niet als die te Bareijn by Ormus ghevist worden. Het eyland heeft oockGa naar margenoot+ mynen van goudt, silver ende ander metalen. Die coninghen van't eylandt en willent niet uyttreckenGa naar voetnoot4), dan behoudent voor een staet ende heerlickheyt. Ic geloove meest, dat zijt laten, om datmen haer daerom niet en souderGa naar voetnoot5) eenigen aenval doen. Heeft ooc yser, vlas, swavelGa naar voetnoot6) ende dierghelijcke materialen, Ga naar margenoot+oock wonder veel yvooren-been, ende groote menighte van olyfanten, diemen hout voor de beste ende eelste van gheheel Indien, ende is warachtelick ghevonden by noch dagelijcsche experientie, Ga naar margenoot+dat alle ander olyfanten van ander plaetsen ende contreyen by dese comende doen haer reverentie ende eerbiedinge. De ingheboren ofte Chingalas zijn seer vernuftigh ende groote kunstenaren van te wercken in goudt, silver, yvooren-been, yser ende alle metalen, dat een wonder om sien is, ende door geheel | |
[pagina 63]
| |
Indien seer gheestimeert ende boven alle ander Indianen den prijs hebben. Zy maken die schoonste loopen van roers, diemenGa naar margenoot+ in geen plaetsen mach beter vinden, schynen gedraeyt ende van silver te wesen. Mijn heere den aerts-bisschop worde ghepresenteert een crucifix vande langhte van een elle, van yvooren been, dat van een inwoonder des eylands Seylon gemaect was, so Ga naar margenoot+ cunstigh ende meesterlick ‖ gewrocht, dat het haeyr, baert ende aensicht scheen natuerlick van een levende persoon te wesen, ende in als so net gewrocht ende van leden gheproportionneert, datmen in Europa diesghelijcks niet naer en soude doen, waeromme mijn heere het dede besluyten in een kasse, ende sondet aen zijn majesteyt van Spaengien tot een verwonderinghe, endeGa naar margenoot+ als weerdigh om voor een groot heer onder zijn juweelen te bewaren. Van die dingen ende wercken zy seer pertijckighGa naar voetnoot1) zijn; ooc wonderlijcke buytelaers ende seer ervaren ende behandigh in alle guychelerye, so wel mans als vrouwen; loopen gheheel Indien duer om gelt te winnen, ende bedryven antijcxe pertenGa naar voetnoot2),Ga naar margenoot+ wonder om sien, waermede ghenoech is wat het eylandt van Seylon is belangende; willen voorts varen in't vervolch vande begongen custe van Choramandel, daer wijt gelaten hebben, aenden hoec van Nagapatan. |
|