Ga naar margenoot+ Dat 7. capittel.
Van de custe van Ormus tot die stadt ende 'teylandt genaemt Diu, een fortresse der Portugesen.
Van Ormus vervolgende die custe oost ten zuyen aenGa naar voetnoot2) comt die cabo ghenaemt de IasqueGa naar voetnoot3), eertijts Carpella gheheetenGa naar voetnoot4), welck landt voortijts Carmania ghenoemt werde. Dese caep leyt op 25½. graet, ende is van Ormus 30. mylen, vervolgendeGa naar margenoot+ die selfde custe tot die reuier van Sinde, vande history schryuers Indus gheheeten, welcke men seyt uyt het geberghte van CaucassoGa naar voetnoot5) zynen oorspronck heeft, gelijckelick met die reuier Ganges, die in 't Coninghrijck van Bengalen inde zee loopt, als wy op zynen tijt sullen verhalen. Van dese reuier van Sinde ofte Indo, somen schrijft, heeft Indien zynen naem ghecreghenGa naar voetnoot6) ende
| |
Ga naar margenoot+behouden. Dese revier leyt, te weten den mont ofte inganc, op 24. graden, ende is vande voorseyde C. de Iasque 140. mylen. Hier aen dese reuier streckt het land Sinde, waerom die Portugesen die reuier den naem van 't landt ghegheuen hebbenGa naar voetnoot1). Is een seer rijck ende vruchtbaer landt, ende wordt grooten handel ghedreuen van al de omligghende contreyen, als ooc van die Portugesen van Indien ende Ormus ende andere plaetsen, die daer dagelicks varen. Heeft veelerhande soorten en seer fijn cattoenen lywaet, diemen iorijmsGa naar voetnoot2) noemt, ende sluyers ofte lampardenGa naar voetnoot3), diese volantesGa naar voetnoot4) heeten,
oock veel olye van cocusGa naar margenoot+ ofte Indiaensche noten, botter in groote menichte, ende goet, Ga naar margenoot+maer ‖ en is so suyuer ende reijn niet als in Hollandt. Comen inGa naar margenoot+ groote hooghe aerde potten, met smalle halsen; is goet om met te koken. Peck, teer, suyker candilGa naar voetnoot5) isser seer veel, ende seer excellente ende fraye leyrenGa naar voetnoot6), die seer constigh ende meesterlick bestickt zijn met zyde, van alle coleuren, loofwercken ende figuren. Dese leyren zijn in Indien seer gheestimeert om op bedden ende tafelen te leggen, inde plaets van tapetten. Zy maken ooc van allerhande schrijftorienGa naar voetnoot8), buffetten, cofferkens, dooskens, staffenGa naar voetnoot9) ende andere duysent diergelijcke snusteryen ende curieusheyt, alles ingheleyt ende ghewrocht met peerlemoeder, alle twelcke vervoert wert door gheheel Indien, ende principalicken
tot Goa ende Cochin ter tyden, dat die Portugaelsche schepen daer laden.
| |
Achterlatende en voorby passerende de voorseyde reuier ende sommighe eylandekens, die by 't vaste landt ende custe van Sinde ligghen, so comter een cleijn golfo ofte inganck, die de Portugesen enseadaGa naar voetnoot1) noemen, in welck golfo ligghen veel eylandekens. DesenGa naar margenoot+ inganck wort ghenaemt IaquetaGa naar voetnoot2), alwaert vloeyt ende ebt so subytelijck ende soo grooten stuck weeghs, dat sulcks op gheen plaetse noeyt ghesien ofte ghehoort is gheweest, en schijnt onmoghelick te wesen, en wort ouer al voor een groot wonder na gheseyt. Tot deser plaets affirmeren die Indianen, dat Alexander Magnus ghecomen soude hebben, ende door verwonderinge vande haestighe ebbe, ende afloopen van 't water, soude hy weder te rugghe ghetrocken wesen, meenende, dat het een mirakel ende dreyginghe vande goden was, ofte voorsegghinghe van eenigh ongheval, soo hy verder trock. Desen inganck leyt vande revier van Sindo ofte Indo 60. mylen. Latende dese enseada, ende vervolghende die custe zuydt-oostwaert aen, comt het eyland ende die stadt ende fortresse van Diu, vande Portugesen bewoont, met die ingheboren, die onder die Portugesen gebiet staen. ‖
|
-
voetnoot2)
-
Dit is zeker een globale plaatsbepaling voor het hele traject tot Diu.
-
voetnoot3)
-
Djask is een plaats aan de zuidwestkust van Perzië.
-
voetnoot4)
- Vgl. Camões, (Lus. X, 105):
Mas deixemos o estreito, e o contrecido
Cabo de Jasque, dicto ja Carpella,
Com todo seu terreno mal querido
Da natura, e dos dões usados d'ella:
Carmânia teve ja per appellido.
-
margenoot+
- 30 mylen oost ten zuyen van Ormus leyt Cabo de Iasque op 25. en half graden.
-
voetnoot5)
- Met het gebergte Caucasso is bedoeld de zgn. Indische Caucasus, 't oostelijk deel van de Paropamisus (Hindu-Kush). Het is onjuist dat de Indus daar zijn oorsprong heeft.
-
voetnoot6)
- In de Oud-perzische inscripties van Darius I komt ‘Hindu’ voor als de naam van de aan Perzisch gezag onderworpen provincie van Indië. De Grieken hebben den naam eenigszins gewijzigd overgenomen en uitgebreid tot geheel Indië.
-
margenoot+
- Indien heeft zynen naem vandde revier Indus, liggende 14. mylen van C. de Iasque op 24. graden.
-
voetnoot1)
- Wat in de kantteekening staat, is juist. ‘Sindhu’ is in 't Sanskrit een woord voor ‘rivier’ in 't algemeen, en voor den Indus in 't bijzonder.
-
voetnoot2)
- Dit schijnt een Port. verbastering van een Indisch woord, dat in 't Tam. luidt: s'avuli, Oudjav. tjawěli, en tjawěri, Mak., Bug. tjáulu, enz., eig. ‘(fijne stof) afkomstig uit (de stad) Chaul.’ Vgl. H. Kern: Cawěli in Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde van Ned.-Indië, 's Gravenhage, 1903, blz. 442.
-
voetnoot3)
- Vgl. Kiliaan: ‘Lampers’. ‘Byssus, Carbasus lampra sive splendens:’ ‘nebula, velamen tenue et pellucidum.’ Zie voorts Verdam, Middelned. Handwoordenboek, Lampers, lamper; een fijne, doorschijnende stof; ook: een kledingstuk, daarvan vervaardigd.
-
voetnoot4)
- Port. ‘volante’, een benaming voor gaas.
-
margenoot+
- Verclaringhe van cattoen, linnen, lamparts ende veel andere commoditeyten, die hier in 't eylandt ende stadt Diu vallenGa naar voetnoot7).
-
voetnoot7)
- Linschoten heeft dit marginaal dus te laat geplaatst.
-
voetnoot5)
- Ons ‘kandij’, Spaansch ‘candi, cande’. Het woord luidt in 't Kanareesch en Malay. ‘kaṇḍi,’ uit Skr. ‘khaṇḍa’. Port. ‘candil’ schijnt ontstaan uit verwarring met Tam. ‘kaṇḍil’, zekere maat; bijvorm ‘kaṇḍi’.
-
voetnoot6)
- Een zonderlinge vorm voor lederwerk. De Lat. vertaling heeft ‘ex corio quaedam facta.’
-
voetnoot8)
-
W.N.T. schriftorie: schrijflessenaar, schrijfcassette.
-
voetnoot9)
- De Lat. vertaling laat dit woord hier uit, doch heeft in cap. 84 daarvoor ‘scipiones’, dus staven,; wij komen in cap. 84 hierop terug.
-
voetnoot1)
- Port. ‘enseada’, baai, golf. Bedoeld is de golf van Kutsj, die bij Camões, Lus. X, 106 ‘Jaquete’ heet. T.a.p. vermeldt de dichter ook de eigenaardigheid van 't getijde in de golf.
-
margenoot+
- Verclaringhe vande seer wonderlijcke stroom der golfe laqueta ghenoemt.
-
voetnoot2)
-
Linschoten's kaart geeft een plaats Iaquete.
|