Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Eerste stuk
(1955)–Jan Huyghen van Linschoten– Auteursrechtelijk beschermd
Ga naar margenoot+Dat 3. capittel.
| |
[pagina 10]
| |
haest als die schepen de revier uyt zijn, ende in die zee comen, wort al het volck op elck schip gemonstert, so wel dat zee volck als die voor soldaten comen, ende die absent zijn, ende op 't landt gebleven van die in 't register comen, worden op gheteijckent Ga naar margenoot+vanden schryver van 't schip, om daer naer in Portugal zijn borge aen te spreken, want zy moeten altemael borgh setten, ende het goet, dat in 't schip gevonden wert van die absent zijn, wert terstondt met uytroep verkocht ende gemijnt, ende inventaris daer af ghemaeckt, ende in depositio gheset in des capiteijns handen; desghelijcks van yemandt die sterft; maer daer comt weynigh af ter rechter handtGa naar voetnoot1), wordt aldermeest verduystert. Den schipper ende stuerman hebben op de geheele voyage van gints ende weder voor haren salaris 120. milreys, elc milreys doen Nederlandtsche munte 7. Karolus guldensGa naar voetnoot2), ende om dat die rekeninghe vande Portugaelsche munte altemael gheschiet met een soorte van gelt, ghenaemt reysenGa naar voetnoot3), welck is het cleijnste gelt dat men daer heeft, ende oock al ist noch so hooghe somme, so wordt altoos gherekent by reysen, ende 160. reys is also veel Ga naar margenoot+als een Karolus guldenGa naar voetnoot4), oft 4. realen in silverGa naar voetnoot5), soo dat twee reysen zijn 4. penninghen, ende een reys twee penninghen Hollandtsche munte; welcke declaratie hebbe ick willen doen, om beter te verstaen de rekeninghe van de reysen diese in Portugael ghebruijcken. Keerende ‖ tot onser materie, so ontfangt die schipperGa naar margenoot+ ende stuerman elcks 24. milreys op de handt; behalve dien hebben zy haer kameren als beneden ende bovenGa naar voetnoot7) in 't schip, die zy verhueren ende groot profijt mede doen, neffens hare vryigheden ende voeringheGa naar voetnoot8), ende alle andere officialen ende zee-volc naer | |
[pagina 11]
| |
advenant; ende hoe wel zy gelt ontfanghen, nochtans cost het haer meer van steeckpenninghen eer zyse cryghenGa naar voetnoot1), 'twelck alle met faveur ghegheven wert, ende niet naer verdiensten vanGa naar voetnoot2) den proveadorGa naar voetnoot3), dat is d'opperste ammeraliteyt van den coningh, hoe wel dat van dit salaris gheen sekere ordonantie en is, want wordt daghelicks verandert, maer segghe alleenlick van 't salaris, dat ghemeenlick ghegheven wert, volgende d'ordinantie van ons schip ende comste van dat jaerGa naar voetnoot4). Die contrameester, dat is den hooghbootsman, heeft voor zijn gheheel salaris 50. milereys, ende ontfanght op die hant 10. milereys, die guardiaenGa naar voetnoot5), dat is den Ga naar margenoot+schimmanGa naar voetnoot6), 1400. reys ter maent, ende van voeringheGa naar voetnoot7) 2800. reys, ende ontfanght 7. milereys op de handt. Die seto pilotoGa naar voetnoot8), dat is den onder stuerman, heeft ter maent 1200. reys, zijn drie ducatén, met soo veel voeringe als de schimman. Twee timmerlieden ende twee callaffatenGa naar voetnoot9), dat zijn die met werck dryven, hebben elcks ter maent 4. ducaten, ende 3900 reys van voeringhe. Den despensier, dat is die 't eten en drincken uyt deylt, ende die merinhoGa naar voetnoot10), dat is die het volck vanghtGa naar voetnoot11), ende heeft last alle munitie ende 'tvier te bewaren, ende te schaffen, hebben elck ter maent een milereys, ende 2340. reys van voeringe, behalven hare camers ende vrydommen van tollen, ghelijc alle andere officialen, bootsghesellen, putgersGa naar voetnoot12), busschietersGa naar voetnoot13), etc. hebben, een jeghelijc naer advenant, ende alle die in 't schips dienste zijn. Den cuyper heeft 3. ducaten ter maent, ende 3900. reys van | |
[pagina 12]
| |
voeringhe. Twee strincerosGa naar voetnoot1), dat zijn die 'tseyl ende die groote ra af doen dalen op ‖ een rat, als van doen is, hebbendeGa naar voetnoot2) elckGa naar margenoot+ ter maent een milreys ende 2800. reys van voeringhe. Dryendertigh bootsghesellen hebben elck een milreys ter maent, en 2800. reys van voeringe. Sevenendertigh putgers hebben elck ter maent 660. reys, ende 1860. reys van voeringhe. Vier pagiens, dat zijn jonghers, hebben metGa naar voetnoot3) haer voeringhe ter maent 443. reys. Eenen constapelGa naar voetnoot4) ende 8. busschieters hebben differenten prijs ter maent, d'een min ende d'ander meer. Noch een barbierGa naar voetnoot5), die en heeft oock gheen seker salaris. Den factoorGa naar voetnoot6) ende schrijver hebben geen salaris, dan alleenelick haer camers te weten beneden elcks een camer van 20. pypenGa naar voetnoot7), dat zijn 10. vaten elcks, ende boven een camer om te slapen, waer van zy groot profijt doen. Dit zijn al die persoonen, die 't schip ende zeevolck aen gaen, die welcke hebben daeghs voor haer portie, te weten altemael naer een maet, soo veel den minsten als den meesten, een pont ende ¾ beschuijt, een halve kanne wijn, een kanne waters, een arrobaGa naar voetnoot8), dat zijn 32. pont ghesouten vleesch ter maent; sommighe droogen visch, ayun, loock worden terstont in 't beghinsel uyt gedeelt, ende is van cleender weerden; sommighe dingen van suyker, honigh, rozynen, pruymen, meel ende dierghelijcke snusteryeGa naar voetnoot9) wordt bewaert voor de crancken, noodigh zijdne, doch crygender weynigh af, want die officieren houdent onder haer, ende consumerent, sonder datter d'ander veel af sien. Voorts wat beroerende is het koken, hout, smout, potten ende pannen, moet een yder voor hem selven besorgen; behalven dit comter noch eenen schryver ende bottelier van sconinghs weghen voor die soldaten, die welcke haer uytdeylinghe op haer selven hebben, op de maniere van het zee-volck. Dit alles is belangende die voyage ofte reyse derwaerts gaende, dan in 't wederom comen en cryghen niet meer dan deelinghe van water ende beschuijt, tot die C. deboa Esperance toe, ende van | |
[pagina 13]
| |
daer herwaerts moeten haer selven voorsien, wat het zee volck aen gaet; maer die soldaten ofte passagiers en crygen gants niet dan alleenlycken vry passagie, te weten een kist in 't ruijm, ende het overloop van haer betstede, diesGa naar voetnoot1) en moghen zy niet uyt Indien comen sonder oorlof vanden viçoreyGa naar voetnoot2), ende moeten vijf Ga naar margenoot+jaren daer gheweest heb ‖ ben in dienst van den coningh; maer die slaven moeten vracht betalen van haren persoon, ende ooc tol voor den coningh, als wy op onse wederom keerende reyse breeder sullen verhalen. Ga naar margenoot+Den 15. Aprilis hebben wy ghesien het eylandt Madera ende Porto Santo, alwaer die schepen van malcanderen scheyden, endeGa naar margenoot+ een jeghelijck zijn cours gaet, overmidts dat zy altoos willen d'een voor d'ander in Indien comen, om beter profijt te doen, en eer te begaen, waer door zy by nacht ende ontyden malkanderen verlaten, en elck zyn hooft volcht. Op den 24. Aprilis quamen wy onder de custe van Guinea, welcke beghint op den 9. graedGa naar voetnoot3), ende duert tot de linie AEquinoctiael, al waert in 't ghemeen veel dondert, blixemt, ende vlaghen van reghen en wint, die met haestighheyt over comen en passeren, ende vallen soo sterck, datmen telcke reys die seylen moet strijcken, ende die groote ra ter halver mast, ende somtijts geheel neder, dickwils 10. oft 12. mael op eenen dagh. Hier zijn onverdraghelijcke hitten, ende al het water dat in 't schip is, stinckter, soo datmen de nues moet toe houden als men drinckt, maer als men die linie ghepasseert is, wert het weder goet; hoe datmen dichter by 't landt is, hoe datter meer stormt, regent ende dondert ende stilten zijn, so datter altemets de schepen wel een paer maenden ligghen, eerse door die linie connen gheraken; als dan krijchtmen eenen wint, die zy noemen den generalen wint, en is eenen zuydoosten wint: maer is altoos byde wintGa naar voetnoot4), ende moeten altoos by legghenGa naar voetnoot5), tot by naest in de hooghde van die C. deboa Esperance, ende overmids dat aen die custen van Bresilien op 18. graden aen die zyde van 't zuyden drooghten ligghen, die de Portugesen heeten AbrolhosGa naar voetnoot6), die selfde streckt 70. mylen in zee, | |
[pagina 14]
| |
welcke blyven aen de leeger wal ende rechter handt; om die te mogen voorby passeren, so houden die schepen seer die custe van Guinea, ende passeren also die voorseyde droochten, want anders vallende te leegh ende binnewaerts, so zijn zy ghedronghen naer Portugal te keeren, ende somtijts in perijckel van te ‖ verliesen,Ga naar margenoot+ ghelijck het ghebuerde onsen admirael S. Philippo, die welcke het voorleden jaer van 82. daer onder gheraekte by nachte, ende waren in groot perijckel van te vergaen, doch geraecten daer af, ende arriveerden weder naer Portugael, ende om dit jaer de selve drooghte te schouwen, liep hy so dicht onder de custen van Guinea, dat hy door de groote stilte ende regen twee maenden lach en dreef, eer hy de linie passeerden, ende quam twee maenden naer d'ander schepen in Indien; waeromme men moet wachten te nae aende custe te comen, om die stilte te ontvlien, ende ooc niet te verre afhouden, om de bovenghenoemde droochten te passeren, waer aen leyt de gheheele reyse van Indien. Den 15. Mey, wesende ontrent 50. mylen van die linie AEquinoctiael Ga naar margenoot+noordtwaerts, quam by ons een Fransche jacht, ende stelden ons gheheel schip in grooten oproer, overmidts dat ons meeste volck sieck was, ghelijc in die contreyen ghemeenlick gheschiet door de groote hitte, ende desghelijcks ist meest al onbedreven volck, die noyt zee ghesien en hebben, daermen qualick ordonnantie mede kan houwen, doch schoten sommige schoten naer hem, waer mede hy ons verliet, naer dat hy een wijl met ons de spot ghehouden had, ende verloren hem terstont uyt het ghesicht, waer mede ons schip weder gepassificeert wert. Op den selfden dagh, wesende teghen den avont, hebben wy een groot schip ghesien, ende vermoeydenGa naar voetnoot1), dat het van ons companie was, gelijck wy daer nae verstonden, want het quam met ons te sprake, ende was 't schip S. Francisco, daer wy ons alle in verblyde. Den 26. Mey passeerden wy die linie AEquinoctiael, welckeGa naar margenoot+ loopt door 't midden van 't eylandt van S. ThomeGa naar voetnoot2), by de custe van Guinea, ende alsdoen begonnen wy te sien de Zuyd sterreGa naar voetnoot3), en | |
[pagina 15]
| |
te verliesen de Noord-sterre, ende creghen de son des middaeghs in 't Noorden, ende volghensGa naar voetnoot1) den zuyd-oosten ende generalen wintGa naar voetnoot2), die daer het gheheele jaer duer waeyt. Op den 29. Mey, wesende Pincxteren, hebben die schepen voor ouder ghebruijck te kiesen eenen ghemaeckten keyser, ende te veranderen alle die officialen van 't schip, ende een bancket te houden, so dat die feest 3. ofte 4 daghen duert, het welcke wy Ga naar margenoot+onderhoudende, ‖ hebben eenen keyser ghekoren, ende wesendeGa naar margenoot+ in 't bancket, door sekere gheschille ende woorden, is een groot rumour opghestaen, ende quam so verre, dat de tafelen om ghestooten worden, ende onder de voet lach, ende waren wel over de 100. rappieren uyt, sonder te respecteren den capiteijn ofte yemandt: want hy lagh onder de voeten, ende liepen hem over het lijf, ende souden alsoo malcanderen vermoort hebben, ende 't gheheele schip verloren, so den aertsbisschop niet en hadde ghecomen uyt zijn camer onder den hoop met groot ghecrijt ende ghebeyrGa naar voetnoot3), waerover zy begosten stil te houden, den welcken terstont gheboodt, op de verbuerte vanGa naar voetnoot4) den ban, datse alle rappieren, pongiaerden ende al'tgheweer souden brenghen in zijn camer, 'twelck terstondt gheschiede, waer mede alle dinck weder in vrede quam, ende die eerste ende principaelste muytmakers worden ghecastijt ende in boeyen gheworpen, daer door alle questien doot ende te niet wert. Den 12. Junij zijn wy gepasseert die voorghenoemde drooghten van Bresilien, waer door groote blyschap in 't schip was, overmidtsGa naar margenoot+ dat wy hier door versekert waren niet weder te keeren naer Portugael, als geseyt is, ende als dan gheleyde ons noch den generalen wint tot voorby die revier van Rio de Plata, al waer wy doen kreghen voor de wint tot aende Cabo deboa Esperance. Op den 20. van de selfde maent is het schip S. Franciscus, dat dus langh by ons gheweest hadde, weder uyt 'tghesicht ghebleven. Op den 11. Julij maecten onsen stuerman gissinghe, dat wy noch wel 50. mylen van de Capo deboa Esperance waren, waeromme van die aerts-bisschop ghebeden wert te willen naer land houwen, om die Cabo te moghen sien, ende was mistigh weder, | |
[pagina 16]
| |
ende houdende naer landt een ure ofte meer, saghen recht voor ons landt, ende warender gheen twee mylen van, 't welck ons door de donckerheyt ende mist bedeckt was, 't welck ons in grooter verbaestheyt setten, want onse ghissinghe anders was, ende beghinnende op te kleren, bekenden het landt, 'twelck was den hoeck, ghenaemt die C. Falso, ende ParcelGa naar voetnoot1) ofte bancken vanden selfden hoeck, welck zijn ontrent 15. mylen voorby die C. deboa Esperance naer Mossambijcke. De C. deboa Esperance leyt op 35. graden zuydwaertsGa naar voetnoot2). Hier creghen wy een stilte ende schoon weder, ende duerden ontrent een halven dagh, binnen welcken tijt vonghen wy veel visschen met hoecken op die ‖ voorseyde grondt vande bancken op 10. ende 12 vadem, ende isGa naar margenoot+ seer excellente visch, by naest ghelijck den schelvis. Die Portugesen noemense pescadas. Den 20. vanden selfden quamen wy weder by het schip S. Franciscus, ende spraken met hem, ende bleef by ons tot den 24.; doen verloren wijt weder uyt het ghesicht. Den selfden dagh streken wy alle onse seylen, door contrarie wint, ende laghenGa naar margenoot+ twee daghen stil, en dreven om niet te vervallen. Wy waren in de hooghde van 't land, genaemt Tarra donatalGa naar voetnoot3), welcke beghint in 32. graden, ende voleyndt in 30.Ga naar voetnoot4). Is van de C. de boa Esperance 150. mylen. In dese contreye neemtmen ghemeenlick raet van alle officieren van 't schip, oft goet is binnen door van 't eylandt S. LaurensoGa naar voetnoot5) te varen, ofte buyten om, want van binnen duer gaet men naer Mossambique, ende van daer naer Goa, ende buyten om gaende, en moghen te Goa niet comen, overmidts datse te leegh vallen, om die stroomen van 't water, ende moeten naer Cochin varen, 'twelck zijn 100. mylen leegher als Goa, ende als die schepen die Cabo laet passeren, so en ist niet goet, naer Mossam- | |
[pagina 17]
| |
bique te loopen, om dat zy niet in tijts ghenoech alsdan en connen tot Goa comen, door de groote stilte, die daer binnen duer zijn, maer die in Julio die Cabo passeren, mogen wel naer Mossambique gaen, want het is vroech, ende hebben tijts ghenoech om daer water ende verversinghe te nemen, ende eenen dagh 10. ofte 12. stil te ligghen, maer die in Augusto die Cabo passeren, comen te laet, en moeten buyten om naer Cochin, om niet te verlettenGa naar voetnoot1), doch is dangereuser ende moeylijcker, want worden in 't ghemeen kranc van quade ende gheswollen beenen, schuerbuijck, ende andere sieckten. Den 30. van die selfde maent waren wy in die hooghde vande Cabo ghenaemt Das CorrentesGa naar voetnoot2), welcke zijn 130. mylen van Terra donatal, ende leyt op 24. graden aen 't Zuyen; aldaer begintmen te loopen tusschen het eylandt. ‖Ga naar voetnoot3) Ga naar margenoot+Het eyland van S. Laurenso wort geheeten van Marcus PaulusGa naar voetnoot4)Ga naar margenoot+ het groote eylandt van Magastar, van Andrea ThevetGa naar voetnoot5) Madagascar. Is het aller grootste van alle orientale eylanden, also dat het in de grootte het coninghrijck van Castilien ofte van Portugal te boven gaet; het leyt aen d'ander zyde van Aphrica, als men ghepasseert is C. deboa Esperance. Heeft in die lenghte, na die opinie van Thevet, 72. graden, ende in die breede 11. graden 30. minuten. Heeft in 't ronde naer sommige opinie, drie duysent Italiaensche mylen, naer sommighe 4. duysent, 'tvvelck soude wesen 600. oft 800. duytsche mylen. Men houdt dit eylandt wel getempertGa naar voetnoot6) te wesen, daerom rijck van volck, die alle MahometanenGa naar voetnoot7) zijn. Marcus Paulus verhaelt, dat op dit eyland regieren vier ouden, die 't gouvernement hebbenGa naar voetnoot8), dattet gheheel rijck zy van wilde ende tamme beesten, van vremde voghelenGa naar voetnoot9), daer van hy fabulen schrijft, niet weerdigh te gedencken. Dit eyland heeft oock elephanten, ende alderleybeesten, die eenen horen dragen, daer af het eene gheheeten wort een Indiaens esel, met heele clauwen, ongheclooft, het ander OrixGa naar voetnoot10), met ghecloven clauwen. Heeft overvloedigh veel slanghen, haeghdissen, ende groote | |
[pagina 18]
| |
bosschagien van roode sandalenGa naar voetnoot1), die daer weynigh geacht wordt om die abondantie; oock geeft die zee aldaer veel ambra. Dit eyland heeft oock overvloet van rijs, geerst, aranien, limoenen, citroenen ende pompoenen, die soo groot zijn, dat die een man nauwelijcks omvatten kan, roode, geele, ende witte, oock beter dan onse, veel gengbers, die zy groen eeten, honigh ende suyker rieden, daer zy niet weten mede om te gaen, safferaen, vele medicinale kruyden, Indische noten, oock gheeft het silver. Ende heeft vele revieren, schoone fonteynen ende vele haven, in welcke vele Saracenen oft Mooren haerGa naar margenoot+ coopmanschappen brenghen: goude ende zyde lakens, linne van boomwolle, ende dierghelijcke. Ga naar margenoot+Van S. Laurenso naer Mossambique, 't welckGa naar voetnoot2) leyt verscheyden van 't vaste landt, te weten vande C. Das Correntes 120. mylen, ende is een eylandt lanck 220. mylen, streckende zuyden ende noorden, breedt 70. mylen, beghint aen de eerste punct naer die Cabo toe op 26. graden, ende voleyndt naer 't noorden op 11. graden. Het volck van 't eylandt zijn swart, ghelijck die van Mossambique, ende loopen naect, dan hebben het hayr van 't hooft so seer niet gecrult ‖ als die van Mossambique; zijn oockGa naar margenoot+ soo peck swart niet. Die Portugeesen en hebbender sonderlinghe gheen trafficquen, overmidts datter niet veel te halen is, doch en Ga naar margenoot+is tot noch toe sonderlinghe niet bekent. Den eersten Augusti passeerden wy die drooghten, ghenaemt os Baixos de IudiaGa naar voetnoot3), dat is de drooghte van de Judinne, welcke zijn vande C. das Correntes 30. mylen, ende liggen tusschen het eyland van S. Laurens ende 'tvaste landt, te weten van 't eylandt 50. mylen ende van 't vaste landt 70. mylen, welcke droogthen beghinnen op 22½. graden, ende duren tot 21. graden. Men moeter hem seer voor wachten, want zijn seer periculues; daer zijn veel schepen op gebleven, ende noch cortelingh int jaer 1585. comende van Portugael een schip, ghenaemt S. Iago, wesende admirael van de vlote, en was het selfde, dat met ons van Lisbonen voor viesadmirael quam, d'eerste reyse, als wy op een ander plaetse sullen verhalen tot zijnder tijt. Ga naar margenoot+Den 4. Augusti sagen wy het land van Mossambique, welck leyt van de drooghte van Judea 90. mylen op 15. graden zuyd- | |
[pagina *1]
| |
[pagina *2]
| |
[pagina 19]
| |
waerts. Des anderen daeghs daer aen zijn wy op die ree van Mossambique gheloopen, ende int incomen quam by ons het bovenghenoemde schip S. Iacob, ende liep met ons op de ree, ende was maer een ure, doen wijt eerst int ghesichte kreghen van alle die reyse, naer dat wy by het eylandt van Madera van malcanderen gescheyden waren, sonder oyt ghesien te hebben. Wy vonden daer noch twee andere schepen van onse companie, dieGa naar margenoot+ daeghs voor ons ghecomen waren, te weten S. Laurenso ende S. Francisco. Desghelijcks vonden wy daer noch het gallioen ofte schip, dat naer Malacca soude varen, twelck ghemeenlick een maent voor de schepen van Indien uyt Portugael scheyt, alleen om dat zynen wegh verder streckt, doch comen ghemeenlick tot Mossambique om water ende ververssinge te nemen, als haer de voyage lanck valt, ende ghebreck kryghen, so niet, soo loopen zy buyten het eyland van S. Laurenso, sonder haren cours op Mossambique te nemen. Wy waren met ons vieren van ons vloteGa naar margenoot+ tot Mossambique, ghebreeckende alleen onsen admirael S. Philippe, die welcke hem so dicht hadde gevoecht by de custe van Guynea, om te beter te schouwenGa naar voetnoot1) die drooghten van Bresilien, diemen noemt Abrollios, daer hy 'tvorighe jaer hadde op gheweest, Ga naar margenoot+als ghe ‖ seyt is, dat hy daer so veel stilte kreegh, dat hy langhe tijt naer ons die linie AEquinoctiael passeerden, ende die C. de boa Esperance met grooten storm ende onweder, ghelijck het gemeelick gheschiet die laet comen, waer door ghedwongen waren, buyten om te loopen, om d'oorsake voren verhaelt, ende quamen tot Cochin wel 2. maenden naer dat wy al tot Goa waren, ende hadden veel miserie ende armoy ghepasseert, ende veel cranckheden, als swellende beenen ende schuerbuijck etc. |
|