Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Eerste stuk
(1955)–Jan Huyghen van Linschoten– Auteursrechtelijk beschermdNut van het ItinerarioHet veelzijdige werk van de jonge Enkhuizenaar is in ons land een openbaring geweest. Onderzoekende en nieuwsgierige geesten vonden hier kostbare stof om er hun kennis mee aan te vullen. Wie op sensatie en boeiende lectuur belust was, kon genieten van de talrijke sappige beschrijvingen van eigen avonturen en belevenissen, waarvan het Itinerario wemelt. Maar vooral de zakenmensen vonden er voor hun ondernemingslust nieuwe mogelijkheden aangewezen, terwijl de vrees voor de Portugezen werd weggenomen doordat Linschoten de vinger had gelegd op de wonde plekken van hun kolonisatie: hebzucht en genotzucht, | |
[pagina LXVII]
| |
kortzichtigheid, slechte organisatie, ontstellende kwetsbaarheid van hun maritieme positie. Ongetwijfeld werkte de tijd van verschijnen het succes in de hand: in het jaar ervóór, 1595, was de tweede tocht naar het noorden een zo eclatante mislukking geworden, dat de aandacht des te meer gespannen werd op de afloop van de Eerste Schipvaart, door De Houtman en de zijnen in dat jaar begonnen. En we kunnen er zeker van zijn, dat de wilde drift, waarmee men in 1598 allerwegen in ons land expedities uitrustte om Oost-Indië langs zuidelijke wegen opnieuw te bereiken, niet alleen het gevolg was van De Houtman's terugkomst in het vorige jaar, maar ook van de propaganda, die deels bewust, deels onbewust in Jan Huygen's boek besloten was. Wanneer hij op Nieuwjaarsdag 1601 de opdracht voor de journalen van zijn twee noordelijke reizen schrijft en een terugblik slaat op het succes van zijn Itinerario, constateert hij, dat zijn ‘beschrijvinghe van Oost-Indyen (sonder roem te spreken) tot de verwackeringhe van onse vaert daer henen yet gheholpen heeft’Ga naar voetnoot1). Een even juiste als bescheiden bewering. |
|