Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Eerste stuk
(1955)–Jan Huyghen van Linschoten– Auteursrechtelijk beschermdBronnenDat Jan Huygen voor de veelomvattende stof van het Itinerario behalve op eigen waarneming en mondelinge mededelingen van anderen ook op gedrukte bronnen steunde, ligt voor de hand. In de eerste plaats moeten we de Portugese schrijver Garcia da Orta noemen, die aan de universiteit van Coïmbra medicijnen had gedoceerd en daarna als lijfarts van een onderkoning naar Indië vertrokken was. Hij had daar dertig jaren vertoefd en te Bombay een hortus botanicus aangelegd. In 1563 waren te Goa van zijn hand verschenen de ‘Coloquios dos simples, e drogas he cousas mediçinais da India’, in welk boek hij door middel van 58 didactische samenspraken, gegrond op zijn Indische ervaringen, | |
[pagina LVI]
| |
een schat van wetenswaardigheden had neergelegd. De hoofdstukken 49-87 van het Itinerario, voornamelijk dus die over planten en geneesmiddelen, zijn in hoofdzaak uit Orta overgenomen. Veel heeft Linschoten ook (mirabile dictu!) geput uit het klassiek geworden epos Os Lusiadas van Camões, die door zijn verblijf in Goa en Macao het oosten had leren kennen, en wiens genoemde werk in 1572 voor het eerst was gepubliceerd. In de derde plaats valt, en wel wat betreft Linschoten's mededelingen over China, te wijzen op het in 1586 verschenen werk van de Spaanse Augustijnermonnik Gonçalez de Mendoça, getiteld ‘Historia de las cosas del gran Reyno dela China’, waaraan veel ontleend is. Vermelden wij tenslotte nog, dat Linschoten bekend moet geweest zijn met de ‘Tractado Delas Drogas, y medicinas de las Indias Orientales’, een Spaanse voortzetting van Orta's werk door Christoval Acosta, in 1578 te Burgos verschenen, en met de ‘Historiarum Indicarum libri XVI’ van de Italiaanse Jezuïet Giovanni Pietro Maffei, welk werk in 1588 het licht had gezienGa naar voetnoot1). |
|