Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Eerste stuk
(1955)–Jan Huyghen van Linschoten– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina XXIII]
| |
InleidingAfstamming en familieJan Huygen van Linschoten is geboren tussen 16 September 1562 en 8 Februari 1563Ga naar voetnoot1). De toevoeging ‘van Linschoten’ zou er op kunnen wijzen, dat zijn familie uit dit Utrechtse dorp afkomstig was; eigenaardig is het echter, dat Jan Huygen het enige lid ervan is, bij wie we dit praedicaat aantreffen. Zijn geboorteplaats is Haarlem, gelijk hij dan ook wel aan zijn handtekening ‘van Haerlem’ of ‘Haerlemensis’ toevoegt. Het enige, waaruit ons verder blijkt, dat Linschoten zich later nog met deze stad verbonden voelde, is een eigenaardig feit, dat we in Brandt's geschiedenis van Enkhuizen aantreffenGa naar voetnoot2). Deze schrijver deelt namelijk mee, dat hij van een tocht naar het noorden twee walviskakebenen meebracht, waarvan hij er een naar Haarlem zond, ‘sijn geboorte stadt, daer't op de groote saele tot een gedenkteken van hunnen inboorling ten toon hangt’. Nasporingen in het gemeentearchief aldaar hebben echter noch over de beroemde reiziger zelf noch over zijn familie iets aan het licht kunnen brengenGa naar voetnoot3). Van andere zijde is ons bekend, dat Linschoten's vader Huig Joostenszn heette, en in 1532 geboren was; de moeder, Marijtgin Tin Henrixdochter, afkomstig uit Schoonhoven, was ongeveer even oud. Aangaande het gezin weten we verder, dat Jan Huygen tenminste drie broers moet hebben gehad, waaronder tweelingen, | |
[pagina XXIV]
| |
en een zuster. Een der tweelingen, waarmee we nog nader in aanraking zullen komen, heette Willem Tin Huygisz.Ga naar voetnoot1) In Enkhuizen is Jan Huygen opgegroeid. Wanneer zijn vader zich daar gevestigd heeft, is niet te zeggen; het lijkt aannemelijk, dat dit nog vóór het beleg van Haarlem gebeurd isGa naar voetnoot2). In ieder geval treffen wij deze in de Zuiderzeestad aan in 1578, en wel als ‘Huygo Joostensz notarys publycq, oudt 46 jaren’. Behalve als zodanig komt hij ook al spoedig voor als herbergier: op 14 Februari 1579 vinden we hem vermeld als ‘waerdt in de Vergulden Valck’Ga naar voetnoot3). Later, omstreeks 1581, is de familie verhuisd, en ging Huig Joostenszn zijn dubbele functie uitoefenen in het ‘Wapen van Haerlem’. Hij moet een bemiddeld man geweest zijn: herhaaldelijk zien we hem geld op bodemerij gevenGa naar voetnoot4). Gelijk in zoveel Hollandse gezinnen uit die tijd ontbrak het blijkbaar Huig Joostenszn's kinderen niet aan durf en avonturenlust. In hoeverre de relazen van schippers en stuurlui, opgedist in de gelagkamer van de Vergulde Valck, hierop van invloed geweest zijn, laten we in het midden; zoveel is zeker, dat Linschoten's tweelingbroeders ‘ettelicke jaren’ vóór hem het ouderlijk huis verlieten, om hun geluk in Spanje te beproevenGa naar voetnoot5). |
|