De Linschoten-Vereeniging dringt in punt 4 van haar regels op soberheid in de annotering aan, welke soberheid dan ook door Kern betracht is. Hij is weliswaar - en gelukkig - mild geweest met verklaringen van oosterse termen, maar heeft vele duistere zinswendingen van de schrijver gelaten voor wat zij waren. ‘'s Mans stijl’, zo lezen zijn we in Voorrede, ‘is niet vrij te pleiten van een zekere slordigheid’. Nu kan men dit als een gegeven feit aanvaarden, zonder steeds te trachten, Linschoten's bedoeling (of waarschijnlijke bedoeling) duidelijk te maken, hetgeen ook inderdaad een ál te uitgebreid notenapparaat zou vereisen. Het schijnt mij echter, dat het Itinerario, een werk van zo uitzonderlijk belang en van een vaak zo boeiende en levendige verhaaltrant, een groter aantal lezers zal vinden dan de gemiddelde werken der Linschoten-Vereeniging, waarom ik met het verklaren van onduidelijke termen en het begrijpelijk maken van duistere wendingen verder ben gegaan dan Kern in 1910. De door mij toegevoegde noten of delen daarvan zijn cursief gedrukt, die van Kern (behoudens enkele cursief aangebrachte namen en termen) met gewone letter.
Kern geeft, na een uitweiding over de moeilijkheid der transcriptie van woorden uit talen, die niet het Latijnse letterschift gebruiken, de volgende aanwijzingen, resultaat van een voor deze uitgave noodzakelijk geacht compromis: ‘In namen en andere woorden uit Indische talen volg ik de thans bij Engelsche schrijvers meest gebruikelijke spelling. Dus ch, j, y vertegenwoordigen de uitspraak die deze letters in't Engelsch hebben. In Maleische, Javaansche woorden geef ik nagenoeg dezelfde klanken weêr met tj, dj, j. In Perzische en Arabische woorden spreke men ch, j en sj uit als in onze taal; Perzisch tj als tsj. De Arabische ḳ is dezelfde letter als volgens andere schrifjwijze q. De ṅ heeft de waarde van onze ng; ñ van nj. Over de uitspraak van eenige letters met een of twee punten onder de letter behoeft hier niet uitgeweid te worden. De u heeft in de transcriptie van alle vreemde letters de uitspraak der u van't Italiaansch, Spaansch, Hoogduitsch, enz.’
Van het zestal kaarten, dat in de oorspronkelijke uitgave aan Itinerario en Beschryvinghe samen was toegevoegd, geeft Kern er slechts twee. Sindsdien zijn ze alle in het oorspronkelijke formaat herdrukt, drie bij de nieuwe uitgave van de Beschryvinghe (Linsch.-Ver. deel XXXIX, 1934) en drie bij die van het Reysgheschrift (Linsch.-Ver. deel XLIII, 1939). Dit zestal is in zijn geheel aan deze nieuwe uitgave van het Itinerario toegevoegd. Wat de 36 door Linschoten getekende platen betreft, Kern nam hiervan 6 op. Wij hebben gemeend,