Soema no tranga moes koni. Wie niet sterk is, moet slim zijn

Lodi en de Tijgeraant.

Op een dag nam een jager die men Lodi noemde, zijn geweer om te gaan jagen. Lodi was een goede jager die geweldig goed kon schieten. Als Lodi schoot miste hij nooit. Hij woonde op Sabakoe, een plantage in Para. Vroeg in de morgen laadde hij zijn boot om op jacht te gaan. Zijn vrouw en kinderen begonnen vast water op het vuur te zetten om vlees schoon te maken. Iedereen op de plantage sprak erover hoe goed Lodi kon schieten. Er was niemend die hem kon evenaren.

Toen hij in het bos aankwam was het eerste dat hij schoot een konijn. Hij jaagde de hele dag. Je zou kunnen zeggen dat hij vrijwel alle dieren in het bos had geschoten.

Maar Tijger die koning van de dieren is, was niet blij met wat Lodi deed. Hij zei: ‘Ik ben koning van het bos en van de dieren. Dingen die ik niet eens kan vinden om te eten, die vindt Lodi wel. Dat kan niet. Hieraan moet ik een eind maken. Ik weet al wat ik met hem ga doen. Hij zal nooit meer in mijn bos komen en op mijn dieren jagen.’ Op het moment waarop Tijger zich zorgen begon te maken om Lodi, had deze al vijftien dieren geschoten.

Nadat Lodi de dieren had geschoten, bracht hij ze vooraan op het bospad. Tijger kreeg van Powisi te horen dat Lodi alweer was komen jagen. Meteen ging Tijger naar hem op zoek. Toen Lodi de anderen om hulp kwam

[p. 24]

vragen om hem het vlees te helpen vervoeren, ontmoette hij Tijger.

Tijger zei: ‘Lodi, jij schiet alle dieren van het bos dood. Welke dieren heb je vandaag geschoten? Noem ze voor me op bij hun naam.’

Lodi stond met grote ogen te kijken en beefde. Toen zong Tijger een lied voor Lodi. Hij zong: ‘Serenamoe-namoe-namoe, serenamoe-namoe-namoe; noem al de dieren bij hun naam.’

Bevend begon Lodi te zeggen: ‘Dit is het konijn, dit is de...’ Hij noemde ze allemaal op, behalve de tijger die hij ook had geschoten. Hij wist dat als hij die zou noemen, hij zou sterven. Daarom verzweeg hij die. Maar Tijger had wel gezien wat hij allemaal geschoten had. Daarom zong hij zijn lied opnieuw.

Lodi zei: ‘Nu ben ik klaar.’

Tijger zei: ‘Wel, als jij klaar bent met het opnoemen van alle dieren, dan zal ik beginnen.’ Tijger doodde Lodi en at hem op. Nooit meer heeft iemand iets gezien of gehoord van Lodi, de jager van Sabakoe.