ca. 695
127 Ch. Rochussen 1814-1894
Willibrord op Walcheren
Schoolplaat, 56,5 × 73 cm
Ch. Rochussen del. | Lith. S. Lankhout & Co 's Hage. | Uitg. v. Joh. IJkema, Den Haag, Vierde druk
Datering: ca. 1886
Amsterdam, Universiteitsbibliotheek
De schoolplaat toont het moment waarop de Engels-Ierse zendeling Willibrord met enkele metgezellen dreigt te worden aangevallen nadat hij een afgodsbeeld heeft omgegooid. De gebeurtenis speelde zich af op Walcheren, in de buurt van Domburg, waarschijnlijk kort nadat Willibrord te Rome tot aartsbisschop van de Friezen gewijd was. Het zuidelijk deel van ‘Frisia’, waartoe ook Zeeland behoorde, was enkele jaren tevoren door de Frankische hofmeier Pepijn ii op de Friese koning Radboud veroverd. Hoewel Willibrord al vijf jaar onder de bescherming van Pepijn in dit gebied predikte was het christendom nog lang niet overal doorgedrongen, zoals blijkt uit de heidense godsdienstplechtigheid die Willibrord bij zijn aankomst op Walcheren verstoorde.
Het is opvallend dat Rochussen als godheid een Romeins Mercuriusbeeld uitbeeldt. Bij Alcuinus, eind achtste eeuw, wordt slechts van een afgodsbeeld gesproken, later, zoals bij Melis Stoke, over een Mercurius- of Wodansbeeld. Op veel achttiende-eeuwse afbeeldingen is een Mercuriusbeeld te zien, maar vanaf het eind van de eeuw wordt bijna uitsluitend een Wodansbeeld afgebeeld. Rochussen baseerde zijn schoolplaat vooral op Witkamp, die schrijft dat Willibrord na het verbrijzelen van het beeld door iemand uit de vertoornde menigte werd aangevallen en verwond. Alle bronnen spreken echter over een bewaker van het heiligdom, niet een willekeurig iemand uit de menigte. Alcuinus beschrijft dat Willibrord bij deze aanval door een wonder ongedeerd bleef terwijl latere schrijvers wél van een verwonding melding maken die echter wonderbaarlijk snel genas. Hoewel Willibrordus als belangrijkste brenger van het christendom in de Lage Landen al lang zowel voor protestanten als katholieken een aanvaardbare figuur was, hadden bepaalde kringen wel moeite met de wonderbare genezing aan het eind van dit verhaal. Witkamp schrijft dat Willibrordus wel gewond werd maar niet dodelijk. Kanon zegt in zijn toelichting op de schoolplaats dat Willibrord in het geheel niet gewond werd maar op ons onbekende wijze de razende menigte tot kalmte bracht.