120 J.P. Arend
Algemeene Geschiedenis des Vaderlands, in vijf delen, Amsterdam 1841-'83. Quarto
Illustratie in deel ii, 3 (1849) met onderschrift: ‘Welsprekendheid van Brugman’
Staalgravure, 17,8 × 13,4 cm, t.o. blz. 220
Linksonder: R. Craeyvanger del. Rechtsonder: J.F.C. Reckleben sculps
Titelpagina van deel iii, 2 (1859), met titelplaat [Plancius]
Staalgravure, 14,5 × 13,2 cm
Linksonder: H.J. Scholten del. Rechtsonder: J.F.C. Reckleben sculps. Middenonder: bl. 91
Amsterdam, Rijksmuseum
De Algemeene Geschiedenis des Vaderlands van J.P. Arend (1796-1855), bij zijn dood door anderen voortgezet, was in de tweede helft van de negentiende eeuw een invloedrijk standaardwerk. Al in 1844 ontving Arend er in Leiden een doctoraat in de letteren voor. De schrijver kwam voort uit de historische taal- en letterkunde, maar hield zich daarnaast met wiskunde, dichtkunst en geschiedenis bezig. Een lofdicht op de patriottische historicus Wagenaar uit 1822 geeft zijn plaats in dit vak aan.
De staalgravure in deel ii, 3, betreft een passage op blz. 220: ‘In Gaasterland, waar de burgerlijke verdeeldheid op het hevigst woedde, werden de verhitte gemoederen door den minderbroeder Jan Brugman, een vermaard prediker, tot bedaren gebragt.’ Hij riep een kind, vaderloos door de felle partijstrijd, op, het rechterhandje omhoog te steken wanneer het zijn vader niet zou wreken. Het kind gehoorzaamde. ‘Dit vroom bedrog,’ schrijft Arend, ‘had het gewenste effect.’ In de uitdrukking ‘praten als Brugman’ leeft de gewiekste geestelijke voort. De bedoelde partijstrijd is die tussen de Vetkopers en de Schieringers, waarin Brugman optrad in 1463.
De titelplaat van deel iii, 2, evenals de overige taferelen uit dit deel ontworpen door de historieschilder H.J. Scholten, stelt de bekende predikant en geograaf Plancius voor, die met kracht pleitte voor pogingen de noord-oostelijke doorvaart naar Indië te vinden (1593-'97). Dramatisch dieptepunt werd de tocht van Heemskerck en De Rijp: Heemskerck en zijn stuurman Barentz moesten op Nova Zembla overwinteren (zie cat.nr. 33).