1696
85 B. Wijnveld jr. 1820-1902
‘Anno 1696 - Aansprekersoproer te Amsterdam’
Doek, 50 × 42 cm
Datering; tussen 1854 en 1862
Amsterdam, Amsterdams Historisch Museum
In 1696 vaardigde het stadsbestuur van Amsterdam een keur of verordening uit, waarbij luxueuze begrafenissen werden belast en waarbij bovendien de functie van aanspreker voortaan tot een stedelijk ambt werd gemaakt, waarvan het recht van uitoefening door de burgemeesters tegen betaling aan bepaalde personen kon worden verleend. Beide maatregelen leverden geldmiddelen op ter financiering van de door de stad te betalen oorlogskosten.
De aansprekers voelden zich in hun beroep bedreigd en wisten het volk in beweging te brengen. Op 30 januari ontstonden er ernstige relletjes, waarbij doden vielen. Ook werden er op de Dam en elders in de stad begrafenisstoeten nagebootst om de draak te steken met de verordening.
Wijnveld schildert zo'n stoet op de Dam voor de Waag. Hij volgt niet de beschrijving van Van Lennep, maar een passage bij Wagenaar: ‘Alomme door de stad en zelfs voor 't stadhuis [...] vertoonde men spottelijke lijkstatiën, om de keure en de maakers derzelve te beschimpen. Men lei een karel in eene schaafbank, en droeg ze de stad door, onder een schamper gejuil en geschreeuw der menigte, die, door zulke vertooningen uitgelokt, alomme, de straaten vervulde.’