1392
75 J.H. Egenberger 1822-1897
‘Anno 1390 - Aleid van Poelgeest vermoord’
Doek, 55,5 × 70 cm
Datering: tussen 1850 en 1854
Amsterdam, Amsterdams Historisch Museum
Op de avond van de dertigste december 1392 wordt Aleida van Poelgeest op een wandeling langs het Haagse Buitenhof door Hoekse edellieden onverhoeds neergestoken. Haar hofmeester, Willem Kuser, knielt bij zijn ineenzijgende meesteres en tracht haar nog met zijn dolk te verdedigen. Ook hij zal echter worden vermoord.
De beeldschone Aleid van Poelgeest was de minnares van hertog Albrecht van Beieren, graaf van Holland-Henegouwen (1389-1404). Zij behoorde tot de Kabeljauwse partij. Dat was één van de oorzaken, waarom Albrecht de Kabeljauwen aan het hof sterk bevoordeelde: door toedoen en invloed van zijn minnares werden Kabeljauwse edelen benoemd op plaatsen die vroeger door Hoeken waren ingenomen. De achteruitgezette Hoeken zochten en vonden steun bij de zoon van de hertog, de latere Willem vi. De Hoekse en Kabeljauwse partijen stonden nu feller dan ooit tegenover elkaar. De moord op Aleida door de Hoekse edelen werkte echter slechts in hun nadeel: de wraak van Albrecht was vreselijk, vele vooraanstaande Hoeken moesten in ballingschap gaan, hun huizen werden verwoest.
Jacob de Vos en de schilder Egenberger hebben zich uitsluitend gebaseerd op Jacob van Lenneps Geschiedenissen van Noord-Nederland. Zij maken namelijk dezelfde vergissing in de chronologie als Van Lennep (en Wagenaar), een vergissing, die het bekende handboek over deze periode van Arend uit 1846, zij het ook weer foutief, corrigeert. De moord vond niet plaats in 1390, evenmin op 21 september 1393, maar op 30 december 1392.
Voor Van Lennep kon uit deze brute moord de les worden getrokken ‘hoe wild en ruw de zed en nog waren, dat aanzienlijke mannen zich niet schoonden uit partijzucht een lief en weerloos meisje om het leven te brengen’.
Het schilderij van Egenberger werd door een tijdgenoot als Thijm, maar ook nog door Knoef als één van de best geslaagde composities uit de Galerij De Vos beschouwd.
In het Groninger Museum bevindt zich een groot aantal getekende voorstudies van Egenberger, voor dit tafereel en vele andere in de Galerij De Vos.