Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Het vaderlandsch gevoel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16,34 MB)






Genre
non-fictie

Subgenre
non-fictie/geschiedenis-archeologie
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Het vaderlandsch gevoel

(1978)–S.H. Levie

Vergeten negentiende-eeuwse schilderijen over onze geschiedenis


Vorige Volgende
[p. 194]



illustratie

[p. 195]

1831
66 D.F. Dubois 1800-1840
De zelfopoffering van Van Speyk

Doek, 97 × 125 cm

Datering: 1831

Reproduktieprent: Atlas fm, nr. 6611

Amsterdam, Rijksmuseum ‘Nederlands Scheepvaart Museum’

Van Speyk is hier een moment later afgebeeld dan op het vorige schilderij; hij is uit zijn gepeins ontwaakt en schiet in het kruit op het moment dat gewapende Belgen de kajuit binnen stormen, die bij het ontwaren van zijn daad als aan de grond genageld blijven staan. Door de opening naar het dek is de al gedeeltelijk verscheurde Nederlandse vlag zichtbaar. Op de tafel ligt een boek met het opschrift ‘Admiraal de Ruiter’.

Er bestonden verschillende opvattingen over de vraag op welke manier Van Speyk het kruit had doen ontbranden. Sommigen geloofden dat hij het met een brandende sigaar of een lont had gedaan, anderen waren van mening dat hij in het kruit had geschoten. Dubois koos voor de laatste opvatting.

Dubois was al gauw na het bekend worden van Van Speyks heldendaad met dit schilderij begonnen, dat hij als geschenk aan de koning wilde geven. Deze aanvaardde het en liet het ophangen in de grote audiëntiezaal van het Paleis in Den Haag. Dubois werd uitgenodigd er een pendant voor te vervaardigen.

Om de situatie zo goed mogelijk weer te geven bezocht de schilder een kanonneerboot gelijk aan die welke Van Speyk in de lucht had laten springen. Desondanks schreef Van Meerten in 1832 dat het schilderij ‘meer om fraaiheid en stoutheid van uitvoering, dan om historische waarheid’ geprezen werd. Een bericht in de Nederlandsche Staatscourant uit 1831 was wel vol lof over het werk; er werd onder andere geschreven: ‘De houding van van Speyk is edel en fier; in zijn blik leest men het bewustzijn der grootheid van zijne zelfopoffering, eene soort van zelfvoldoening die hem gelukkig maakt [...]. Eene hoedanigheid, die de waarde van dit meesterstuk niet weinig verhoogt, is, dat volgens het getuigenis van zeeofficieren, die den edelen van Speyk gekend hebben, 's mans beeldtenis nergens zóó juist is getroffen; eene getuigenis die te meer geloof verdient in den mond van den openhartigen, nimmer vleijenden, zeeman. Eene kleine bijzonderheid moeten wij nog aanstippen, die de smaak van den Heer Dubois eer aandoet. Een boek namelijk, getiteld: Het leven van den Admiraal de Ruiter, ligt op eene tafel. Het is of de kunstenaar heeft willen aanwijzen, dat van Speyk zijnen moed, zijne trouw en vaderlandsliefde uit een zoo verheven voorbeeld geput heeft.’

Literatuur i.v.m. het onderwerp

Zie cat.nr. 65

Literatuur i.v.m. het schilderij

Nederlandsche Staatscourant, 4 juli 1831
Wed. A.B. van Meerten, geb. Schilperoort, De zelfopoffering van den nederlandschen zeeheld J.C.J. van Speyk, benevens eene schets van zijn leven voor vaderlandsche zonen en dochteren, Amsterdam 1832, blz. 177


Vorige Volgende