1815
62 L. Moritz 1773-1850
De Prins van Oranje gewond in de slag bij Waterloo
Doek, 70 × 88 cm
Gesigneerd: L. Moritz Fc.
Tilburg, Stadhuis
De in ons land meest afgebeelde gebeurtenis tijdens de slag bij Waterloo op 18 juni 1815 is de verwonding van de Prins van Oranje, de latere koning Willem ii, die in het verenigde Brits-Nederlandse leger onder de Hertog van Wellington het bevel voerde over het eerste legerkorps, dat uit Britse en Nederlandse divisies bestond, en tegen het einde van de strijd, in de avond, door een geweerkogel in zijn linkerschouder werd gekwetst, waarna hij als held toegejuicht van het slagveld terugkeerde.
De bekendste uitbeelding van dit incident, die wij thans nog bezitten, heeft J.W. Pieneman ons nagelaten in zijn befaamde grote doek van 1824 in het Rijksmuseum (cat.nr. 113), waar wij de gewonde prins op een geïmproviseerde brancard weggedragen zien worden, terwijl Wellington, de hoofdpersoon van het tafereel, juist het bericht ontvangt dat Blücher met zijn Pruisen op het slagveld is aangekomen, waardoor het krijgsverloop een beslissende wending zou nemen en Napoleon verpletterend kon worden verslagen.
De overwinning was een zaak van internationaal belang, waardoor het lot van heel Europa werd bepaald, maar voor Nederland hield de triomf nog meer in dan de definitieve bevrijding van Napoleons dwingelandij. Het nationale zelfbewustzijn, dat door de langdurige onderdrukking en door het pijnlijke economische verval tot een machteloze nostalgie was verschrompeld en ook sedert het herstel der onafhankelijkheid in 1813 nog nauwelijks zijn ondervoeding te boven was gekomen, kreeg met deze ook door Nederlandse troepen bevochten uitslag een welkome impuls en men stond gereed om de jeugdige prins als held van Waterloo te verheffen tot zinnebeeld van Nederlands eerherstel en herwonnen kracht.
Geen wonder dat dadelijk door Hollandse kunstenaars de afbeelding in prent en schilderij ter hand werd genomen, niet alleen van de slag bij Waterloo, maar ook van het voorafgaande wapenfeit bij Quatre Bras, waar op 16 juni - in strijd met Wellingtons bevelen - de Nederlandse troepen waren geconcentreerd en onder aanvoering van de Prins van Oranje, de Franse aanvallen zolang wisten te weerstaan, dat daardoor het latere verloop van de veldslag ten goede werd beïnvloed. Dankzij die uitkomst kon zijn insubordinatie achteraf als een heldhaftig en beleidvol optreden worden bejubeld.
Tot de eersten, die bij ons Waterloo in beeld brachten, behoorde Louis Moritz, wiens roeping en ervaring als historieschilder met een voorkeur voor paarden, hem hiertoe bijzonder geschikt maakten. Hij toog samen met C.L. Hansen en J. Kamphuysen aan het werk in een ambitieuze onderneming: het schilderen van een groot panorama van de slag bij Waterloo, dat in 1816 te Amsterdam, in een rond gebouwtje op het Leidseplein en naderhand in enkele andere plaatsen werd tentoongesteld. Zijn aandeel bestond in het schilderen van de levensgrote figuren en paarden. De exploitant was blijkbaar E. Maaskamp, die in een brochure van 1816 een uitvoerige beschrijving van het panorama publiceerde met een schematische afbeelding ervan, waarbij de inhoud der voorstelling tot in bijzonderheden werd aangeduid. Over de latere lotgevallen van dit panorama tasten wij in het duister.
Het hier getoonde schilderij, dat niet gedateerd is maar vermoedelijk ongeveer gelijktijdig ontstond, kan een indruk geven van de manier, waarop Moritz het onderwerp behandelde. Ook al is het moment van Oranjes verwonding hier op iets andere wijze in beeld gebracht dan in het desbetreffende stuk van het panorama, de schilder heeft hier stellig met evenveel accuratesse de juiste toedracht gevolgd als hij deed in het grote tafereel, dat volgens Maaskamp door de Prins ‘met de uiterste oplettendheid’ werd bekeken en ‘met het hoogste welgevallen goedgekeurd’.