1621
38 A. Waldorp 1803-1866
Gezicht op de Merwede bij Slot Loevestein, met de ontsnapping van Hugo de Groot
Doek, 62 × 92 cm
Gesigneerd: A. Waldorp
Rotterdam, Museum Boymans-van Beuningen
Rechts op de voorgrond vaart het bootje, dat de boekenkist waar Hugo de Groot zich in verborgen houdt, zijn dienstmeid Elsje van Houweninge en enkele soldaten naar het beurtschip brengt, dat hen naar Gorkum zal vervoeren. Elsje wuift met een witte doek om Hugo's vrouw, Maria van Reigersberch het teken te geven dat de ontsnapping niet is opgemerkt.
Hugo de Groot was in 1618 als partijgenoot van Oldenbarnevelt (zie cat.nr. 36) tot levenslange gevangenisstraf in Slot Loevestein veroordeeld. Op 22 maart 1621 wist hij in een boekenkist te ontsnappen naar Gorkum, waarvandaan hij tenslotte in Frankrijk wist te komen (zie ook cat.nr. 39). Zijn ontsnapping was in de eerste helft van de negentiende eeuw een populair onderwerp in de beeldende kunst. Omdat hij evenals Oldenbarnevelt en de gebroeders De Witt een tegenstander van de stadhouderlijke macht was geweest gold hij net als zij als een soort symbool voor het liberalisme in de negentiende eeuw. Omdat hij zijn oppositie tegen de Oranjes niet met de dood had hoeven te bekopen, waren uitbeeldingen van zijn ontsnapping minder politiek geladen dan uitbeeldingen van thema's als Het laatste gebed van Oldenbarneveldt (zie cat.nr. 37), en daarom minder controversiëel. Behalve uit deze politieke achtergrond is de populariteit van het onderwerp natuurlijk ook te verklaren uit de sensationele wijze waarop De Groot aan zijn bewakers was ontkomen.
Voor Waldorp is het verhaal kennelijk nauwelijks meer dan een aanleiding geweest om een riviergezicht met schepen te schilderen, zoals hij zoveel deed. Dat hij zich niet erg bekommerde om een correcte weergave van het verhaal blijkt wel uit het feit dat hij het bootje van een buiten het beeldvlak gelegen punt rechtsvoor laat komen, terwijl Loevestein, waarvandaan het zou moeten komen, rechtsachter zichtbaar is. Ook wuift Elsje naar dat punt en niet naar het slot, waar volgens het verhaal Maria van Reigersberch achter een venster toekijkt.