Ca. 1140
2 Ch. Rochussen 1814-1894
Gravin Petronella van Holland bezoekt met haar zoon Dirk VI de werkplaats, waar het tympaan voor de abdijkerk te Egmond wordt getoond.
Aquarel, 38,5 × 61,5 cm
Gesigneerd en gedateerd: C.R. ft 81
Tentoonstelling: Den Haag 1881, Hollandsche Teekenmaatschappij, nr. 98, ‘Gravin Petronella met haar zoon Dirk bezoeken de werkzaamheden voor de kerk te Egmond (12de eeuw)’
Hare Majesteit de Koningin
Abt Wouter (1129-1161) van de abdij van Egmond ontvangt gravin Petronella van Holland en haar zoon Dirk vi in de steenhouwerswerkplaats van de abdij en leidt hen naar het zojuist gereed gekomen tympaan, dat gevat in een zwaar houten raamwerk op een massieve ezel is opgesteld. Twee stoelen zijn voor de hoge gasten klaargezet. Op de achtergrond kijken monniken-beeldhouwers en hun gezellen toe. Links is door het opengeschoven gordijn, dat het atelier afsluit, het hoofdportaal van de abdijkerk zichtbaar, waarvoor het tympaan is bestemd.
Het tympaan is nog aanwezig en bevindt zich thans in het Rijksmuseum (cat.nr. 2a). Het stelt St. Petrus voor, vereerd door de aan weerszijden van hem knielende gravin Petronella en graaf Dirk. Het reliëf is vermoedelijk vervaardigd toen graaf Dirk de abdijen Egmond en Rijnsburg in 1140 aan de pauselijke stoel opdroeg. Door deze geste stelde hij beide abdijen onder het directe toezicht van de paus, terwijl hij stilzwijgend het recht behield om de abt en de abdis te benoemen. Het geestelijke gezag van de bisschop van Utrecht werd door deze opdracht op een afstand gehouden.
De tekening is een goed voorbeeld van de poging van een kunstenaar om een gebeurtenis, die in geen enkele bron is geboekstaafd, zo overtuigend mogelijk te verbeelden. Dat hij monniken als beeldhouwers laat optreden, wordt door de huidige kunsthistorische inzichten gesteund.
De nauwkeurige weergave van het tympaan, het enige tastbare visuele aanknopingspunt voor de kunstenaar, berust mogelijk niet alleen op eigen waarneming - het toen al verweerde tympaan was in 1881 opgesteld in de tuin van het Trippenhuis te Amsterdam - maar zeker ook op het gebruik van de prent, die Hofdijk in 1861 door Van der Kellen voor zijn geschiedwerk Ons Voorgeslacht had laten vervaardigen. Het is typerend voor Rochussens inlevingsvermogen, dat hij de grote barst die rechts van St. Petrus het reliëf doorsnijdt en die ook op de prent nauwkeurig is gekopieerd, bij zijn verbeelding van de presentatie van het net gereed gekomen tympaan heeft weggelaten.