| |
| |
| |
Deel 3
| |
| |
XXXXVII
Politiek van voor het recordertijdperk
Wat heeft het vertellen van een leugen in Den Haag door een bejaarde Surinaamse politicus te maken met de opening van het crematorium hier aan de Dr. Sophie Redmondstraat? Ik zou het niet weten; laat me eerlijk zijn. Allereerst zie ik een groot verschil: dat crematorium is het eerste in ons land en die leugen was beslist niet zijn eerste.
Toch menen mensen overeenkomsten te zien. Dat beide gebeurtenissen in de tweede week van april 1995 plaatsvonden, was er één. En dat dezelfde persoon aan de wieg had gestaan van dit lijkenverbrandingshuis, alswel de creatieve fantast was geweest van dat verhaaltje in de Nederlandse residentiestad, was een tweede. Sommigen vinden dat de twee gebeurtenissen ook iets te doen hadden met de dood. Toch zou ik ook hier gepast een discreet onderscheid willen maken tussen de lijfelijke en de politieke dood.
Oom Winied schreef in ‘Dingen van de Dag’ in deze dagen rond dit verzinsel onder andere: ‘...Waarmee zit Suriname nog meer opgescheept? Slechte politici, politici die niet lezen, die niet weten wat een jaar geleden overeengekomen is. Wat het compromis dat toen bereikt is, inhoudt. En dan moet het een politicus zijn, die vaak als meest ervaren wordt aangemerkt. Die niet eens door heeft dat hij bakzeil heeft gehaald. Oké, oké, het is mogelijk dat het aan de leeftijd ligt. Misschien speelt de ouderdom hem parten. Maar dat wil niet zeggen dat hij het dit land kan blijven aandoen om nog langer op zo een hoge post te zitten. Een goede staatsman weet wanneer hij bakzeil heeft gehaald. Hij is pas groot als hij zijn fouten en tekortkomingen toegeeft. Een politicus van niveau moet weten wanneer het afgelopen is. Niet zozeer in zijn eigen belang, maar in het belang van het land en volk. Zodra hij dit om welke reden dan ook uit het oog verliest, is er een heel groot probleem. Hoe dan, als zo een “afwezige” politicus het ook nog voor het zeggen wil hebben? Gevaarlijk wordt het, als belangrijke groepen ook naar hem luisteren...’
Ik kan me niet herinneren dat er ergens aangekondigd was, dat het crematorium geopend zou worden. Vijfentwintig jaar is er over deze dag gesproken en opeens zie je een foto in de krant van de sobere ceremonieën op de dag daarvoor. Het lijkt wel alsof de opening in de haast georganiseerd is om het imago van Mr. Jagernath Lachmon even haastig op te vijzelen na zijn opzettelijke blunder in Nederland. En terwijl overzee twee ministers, van Mierlo en Pronk, plus hun minister-president Kok en aan deze zijde het hele kabinet inclusief president Venetiaan, plus aan beide zijden de totale pers zich druk maken over de betekenis van de enkele zin die hij daar heeft geuit - Suriname zal de I.M.F.-verslagen aan Nederland overhandigen; dat is een compromis tussen de vier Nieuw Front regeringspartijen -, zit de oude multimiljonair pontificaal in het crematorium te poseren voor de televisie. Hij vertelt waarom het sinds de wens van zijn moeder van 1970 tot heden heeft
| |
| |
geduurd, voordat dit gasverbrandingshuis in gebruik kon worden genomen: er was nooit geld genoeg geweest. Ik weet niet hoe het komt, maar het lijkt opeens alsof ik hem in zijn arrogantie hoor denken: waarom is het dan toch zó uitgekomen, dat een eerste burger als ik niet de eerste gecremeerde werd?
Ik moet ineens denken aan een opvallende recente uitspraak van een andere multi-miljonair en partijgenoot van hem, Mr. Atta Mungra. Partijgenoot? Even diep nadenken... Een tijdje dacht ik namelijk dat hij lid was van de N.D.P. Enfin, soms weet je niet hoe je het hebt. - Ik ken ook een onderwijzer die van huis uit V.H.P.-er is, maar die om van een verre school gemuteerd te kunnen worden naar een school dichtbij huis zich liet inschrijven als lid van de N.D.P. Toen de N.D.P.-minister van Onderwijs op een wijkvergadering in zijn buurt was, was hij helemaal voorin gaan zitten. Meteen na de meeting bracht hij zijn probleem ter sprake. Als je hem nú hoort praten..., een tu mofo gon. Het ene moment prijst hij de V.H.P. aan de macht, het andere moment de oppositionele N.D.P van Desi Bouterse, leider van de coupplegers in de jaren tachtig. Je kunt geen normaal gesprek met hem voeren. Maar hij is niet de enige. Ook uit andere partijen kwamen ze voort. Mevr. Mr. Ruth Wijdenbosch van het Nieuw Front voor Democratie en Ontwikkeling had er in 's Lands Vergaderzaal ook zo'n opmerking over gemaakt. En ze werd door haar eigen fractieleider Otmar Rodgers ten onrechte teruggefloten. Weet u het nog? Zij had het toen over de omgekeerde vlucht na de ondergang van de militaire dictatuur. ‘Weet u waarom het slecht gaat in het land?’, had ze gezegd, ‘dat komt doordat mensen die aan de kant van de militairen zaten, nu aan deze zijde van de tafel zitten.’ - De jurist Mungra nu klaagde in het programma ‘Welingelichte Kringen’ op radio A.B.C.: ‘Men wil met het nieuwe belastingstelsel de rijken arm maken om de armen rijk te maken.’ Iedereen wie ik dit in de dagen daarna vertelde vroeg zich af over welk stelsel hij het had; wij kenden het niet, we merkten er ook niets van. Een vriend vroeg zich af wie in Suriname ooit zo'n ideologie had verkondigd. Volgens hem was er geen weldenkend mens in dit land die de status-quo zou
willen handhaven door een dergelijke ruilmethode. Mr. Atta Mungra had zich dus om niets bezorgd gemaakt. Misschien was hij enigszins van zijn stuk gebracht door de uitspraak van een groep sociaal denkende vrouwen die zei, dat de rijken een belangrijk deel van hun rijkdom zullen moeten afstaan om de armen te kunnen optrekken naar het midden, zodat het mensbeeld dat de Mens voor ogen staat bereikt kan worden. Misschien heeft dit hem wat in de war gebracht. Maar tegen zo'n idee zal hij wel geen bezwaar hebben, denk ik.
Overigens zijn misverstanden tengevolge van slecht luisteren of lezen geen nieuwigheid, hoor. Ook de conflicten door opzettelijk niet goed willen luisteren en lezen niet. Toevallig had Kabir de Visser het dit paasweekend daarover in hetzelfde nummer van ‘de Ware Tijd.’ Hij schreef: ‘We gebruiken vaak dezelfde woorden, maar kunnen er totaal iets anders mee zeggen. Dat is een bekend verschijnsel: wie kan er geen voorbeelden van geven uit eigen
| |
| |
ervaring, waarbij een discussie - soms een felle woordenwisseling - besloten kan worden met de conclusie dat hier sprake was van een communicatie-stoornis: ‘Als ik wist wat jij met deze woorden in feite wilde zeggen, dan was dit niet gebeurd; maar ik begreep...’
Zo'n communicatiestoornis is nog een kleine zaak vergeleken met de totale begripsverwarring waar ik deze week getuige van was. En wie niet! Wie heeft niet even de argumenten beluisterd in de ‘dialoog’ Venetiaan-Lachmon over de relatie van onze regering met het I.M.F. om dan net als Mireille maar geen moeite meer te doen om nog te willen begrijpen wat nou eigenlijk speelt...’
Neen, Kabir de Visser had het toch niet over wat ik dacht, als ik hem andermaal overlees. Hij houdt het op een communicatiestoornis, onopzettelijk bedoelde misverstanden. Maar die zijn toch niet de oorzaken van de grote conflicten, tegenstellingen en oorlogen die wij binnenlands en internationaal kennen en gekend hebben? Jawel, er zijn ook wel oorlogen geweest tengevolge van elkaar-niet-goed-begrepen-hebben, Siegfried Werners schrijft dat ook in dezelfde paaseditie: ‘In vorige eeuwen hebben diplomatieke blunders vaker de weg voor bloedige oorlogen geplaveid,...’, maar de grootste tegenstellingen zijn toch belangentegenstellingen. Tegenstellingen die niet slechts door zedelijk praten, maar vooral ook door een harde en consequente strijd opgeheven kunnen worden. Om de doodeenvoudige reden, dat het geen geestelijke leider ooit is gelukt en ooit zal lukken om met woorden de machtige rijken tot rede te brengen; want wanneer de armen geen kleren of schoeisel hebben om naar de kerk te kunnen gaan, zitten zij daar op de voorste rijen, vlak voor en onder de neus van de priester of dominee. Als Mireille geen moeite meer heeft gedaan om dit te willen begrijpen, hebben ‘de heren’ haar precies daar waar ze haar hadden willen hebben.
Kabir heeft het over ‘dezelfde woorden die voor verschillende mensen verschillende betekenissen kunnen hebben.’ Dat is inderdaad een bekend verschijnsel. Een cabaretier bedient zich niet zelden ook bewust van homoniemen. En als de zaal lacht, omdat zij precies begrepen heeft wat hij bedoelde te zeggen, zegt hij doodleuk: ‘Jullie zijn viezeriken, hoor. Dat had ik helemaal niet bedoeld.’ En wie het Wereldnieuws in Beeld jaren op de voet heeft gevolgd, zal gemerkt hebben, dat door de grote nieuwsmagnaten in the U.S.A. en Europa begrippen als progressief en conservatief bewust door elkaar worden gebruikt. Een trouwe en toegewijde Marxist-Leninist in Rusland zou opeens conservatief zijn en de president van the U.S.A., verdediger van het decadente en verdorven kapitalisme in verval, juist progressief. Boris Yeltsin progressief?! De wereld op zijn kop! Kapitalisten noemen zichzelf socialist of worden zo genoemd: Burnham van Guyana, Mitterand van Frankrijk, Soares van Portugal, een aantal in Oost-Europa, noem maar op. Maar er is ook een andere gevaarlijke ontwikkeling: het bewust creëren van verwarring door steeds nieuwe namen te bedenken voor hetzelfde ‘beestje’. Met name vanuit de Sociale Wetenschappen wordt deze verwarring in de gemeenschap, in de wereld, gesticht en levendig gehouden. Fenomenen als
| |
| |
vrouwenstrijd, vrouwenemancipatie, de mens, de arbeidersstrijd, de arbeider, de kapitalist, noem maar op, die reeds geruime tijd, soms langer dan een eeuw, een eigen naam hebben, een begrip zijn, worden plots anders genoemd. Je krijgt dan begrippen waarover iedereen zich afvraagt wat voor novums of nouveautés dat nou weer zijn: gender, menselijke hulpbron, menselijk kapitaal, de factor arbeid,... Hier is geen sprake van communicatiestoornissen, maar van opzettelijk begripsverwarring stichten, om de strijd van de onderdrukten voor een sociale samenleving te frustreren. Je kunt als redelijk denkend mens toch zo kwaad worden als je begrippen hoort als ‘werknemer,’ in plaats van werker, arbeider of de verzamelnaam: werkende klasse, ‘werkgever’, in stede van kapitalist of gewoon arbeidmisbruiker. Men doet het voorkomen alsof men ons werk geeft, ons een dienst bewijst, een gunst verleent, om het omgekeerde - de waarheid - te verdoezelen. En die is, dat men onze arbeid koopt, maar er niet naar volle waarde voor betaalt! Vóór 1 juli 1863 betaalden ze er helemaal niet voor. Toen had arbeid - ze spreken nu van ‘de factor arbeid,’ ook zo'n flauwe kul -, toen had arbeidskracht helemaal geen prijs; geheel gratis profiteerden ze van wat ze thans cynisch noemen: ‘de menselijke hulpbron.’ Nu trachten ze via een Tripartiet Overleg - Vakbeweging, Overheid en ‘Werkgevers’ - te voorkomen, ‘dat de zaak uit de hand loopt;’ te voorkomen, dat het onderscheid tussen de toestand van vóór de afschaffing van de slavernij en nu te groot wordt. Te voorkomen, dat het verschil tussen de moderne slaven en de nieuwe meesters klein wordt tot niet meer bestaat; dat we een sociale samenleving krijgen, een socialistische, waarover de kinderen van de Muloschool reeds leren. Het zou goed zijn als alle Mireilles zich hierin verdiepten en teruggrepen naar de originele
literatuur van Clara Zetkin, Rosa Luxemburg en Kroepskaja.
Er is ook zoiets als verschillend denken over hetzelfde, want terwijl Winied op de tweede bladzijde de vloer aanveegt met ‘de grijze eminentie,’ schrijft Siegfried Werners - Dr. staat niet meer voor zijn naam - op dezelfde pagina in zijn eerder aangehaalde stuk: ‘Het is uit de aard der zaak een tragisch gegeven als Lachmon in Paramaribo inderdaad is teruggefloten, omdat hij op het diplomatieke front “onwaarheid heeft gesproken.” De Assembleevoorzitter heeft, afgezien van deze commoties, vanwege zijn grote verdiensten voor de Surinaamse politiek en zijn enorme overwicht op zijn volgelingen ongetwijfeld een standbeeld op een opvallende plaats in Paramaribo verdiend, evenals Johan Adolf Pengel, die helaas veel korter in ons midden is geweest.’ Dr. Siegfried Werners heeft misschien wel eens op ons Onafhankelijkheidsplein staan kijken naar de vogelliefhebbers met vrolijk zingende picolets en twa twa's in kooien, maar de vrije vogel die geregeld uit protest op het hoofd van Jopie Pengel staat te poepen is hem kennelijk niet opgevallen. Misschien begrijp ik hem ook verkeerd. Ik heb zijn stuk een paar keer overgelezen, want goed lezen moet je, maar ik voelde geen duidelijke ironie in zijn woorden. Hij hoeft zich echter geen zorgen te maken, want Mr. Jagernath Lachmon is de eerste politicus die zijn eigen borstbeeld uit Nederland heeft meegenomen; dat van Simon Bolivar op het Kerkplein is
| |
| |
ook gewoon maar een buste. Volgens mij, Kabir, is er veel meer sprake van verschillend denken over dezelfde dingen dan gelijkgericht denken. Heus waar. Anders stonden Suriname en de rest van de wereld er nu niet zó voor... En dat verschillend denken heeft te maken met al die belangentegenstellingen die nóóit met praten alleen opgeheven zullen worden. De grootste pleiter van dialogen in ons land is de hardnekkigste verdediger van de belangentegenstellingen; advocaat van beide; een leugen in vlees en bloed.
Ik zei het zoëven zomaar, maar dat had u reeds begrepen; ik doel op de zin: ‘Maar tegen zo'n idee zal hij wel geen bezwaar hebben, denk ik’. Natuurlijk hoop je dat er nog meer prinsen zullen zijn als de Indische Gautama die afstand had gedaan van al zijn rijkdom en verder als Boeddha - de tot inzicht gekomene - door het leven ging; doch een oude man zei eens: ‘Al dat onwetenschappelijk gedoe. Daar geloof ik allang niet meer in, dat weet je. Dat is meer hopen dan weten. En zoals je weet houd ik daar niet van: hopen en geloven.’ Neem nou het voorbeeld van de Assembléeleden Kalian, Sardjoe, Nurmohammed en Rodgers die gisteren als het ware de president wilden opstoken om tegen zijn collega van Guyana, Jagan, in oorlog te gaan; een soort Peru-Ecuador toestand. Door de jaren heen zijn miljoenen hectaren grond in concessie gegeven aan buitenlandse maatschappijen om er bomen te kappen, bauxiet te ontginnen of goud te delven, gronden waarop landgenoten wonen, planten, vissen en jagen..., maar de volksvertegenwoordigers willen nu in oorlog gaan met het buurland om een stuk betwist gebied dat het zou afpikken; zouden we als buren en in principe hetzelfde volk in dat gebied niet goed samen kunnen werken? Het dorp Nieuw-Koffiekamp ligt van de ene op de andere dag in een stuk buitenland, concessiegebied van de Canadese goudmaatschappij Golden Star Resources. - Het oorspronkelijke dorp Koffiekamp ligt al sinds de jaren zestig op de bodem van het stuwmeer in Brokopondo -. Opeens mogen de inwoners als Surinamers niet meer staan of gaan waar ze willen. En te bedenken, dat deze mensen in de jaren zestig, ten tijde van de minister-president-nu-als-standbeeld-op-het-Onafhankelijkheidsplein, reeds moesten vluchten uit het gebied, waar het Prof. Van Blommesteinstuwmeer - anderen spreken van het Afobakkastuwmeer of Brokopondostuwmeer - bezig was te ontstaan ten behoeve van een andere buitenlandse maatschappij: de bauxietgigant Alcoa. Bij
al deze ontwikkelingen hebben Surinamers, veelal juristen, maar ook anderen, vanaf de grijze eminentie tot en met de jongste telgen, een verraderlijke rol gespeeld. Ze werden er natuurlijk persoonlijk wel beter van. Las ik niet vandaag nog ook zo'n zinsnede? Maar die sloeg op een andere situatie, dacht ik. Even opzoeken...
Ja, hier staat zij. Weer een jurist. Mr. Randjietsing, minister van Openbare Werken, partijgenoot van de vorige en de oudste daarvoor. ‘De Ware Tijd’ van woensdag 19 april 1995: ‘Het afdelingsbestuur van de Federatie van Agrariërs en Landarbeiders-Nickerie maakt zich ernstig zorgen over de conditie van de zeedijk in het distrikt Nickerie. Alhoewel het Ministerie van Openbare Werken al drie jaar bezig is de dijk te herstellen, is de situatie alleen
| |
| |
maar verergerd. De minister van Openbare Werken, de heer Radjkoemar Randjietsing, had de Nickeriaanse gemeenschap tijdens zijn bezoek van 17 maart toegezegd, dat de dijk op korte termijn hersteld zou worden. Thans is gebleken dat het slechts bij een belofte is gebleven.’ En dan cursief: ‘De Nickerianen vragen zich af hoe het komt, dat aan de minstens vijf ondernemers vele miljoenen guldens zijn uitgegeven voor werkzaamheden aan de dijk, maar dat deze thans in een veel slechtere conditie is komen te verkeren. Een ieder is beter geworden van de werkzaamheden, behalve de dijk zelf en de gemeenschap.’ Als u nog niet wist dat agrariërs en landarbeiders mooi konden formuleren...
De minister heeft middels een persbericht ontkend, dat er geld over de balk is gegooid. Maar dat doet hij al vier jaren. Frappant is, dat zowel de bewoners van het westen als wij in Commewijne, ten oosten van Paramaribo, tot precies dezelfde conclusies komen ten aanzien van het onderhoud van de dijken. Het Burgercomité van Commewijne heeft herhaaldelijk zijn stem laten horen. En ongeveer een jaar geleden had ik toch zelf ook zoiets geschreven in een ingezonden stuk? Ik haal dat stuk even. De titel ben ik wel kwijt. Toen de schrijver Frits Wols, voorzitter van de Schrijversgroep '77, me op 29 maart vlak voor de aanvang van de literaire avond in Tori Oso zei, dat ik al mijn ingezonden stukken in ‘de Ware Tijd’ moet laten bundelen, had ik niet bepaald enthousiast gereageerd. Zouden er wel mensen zijn die die oude dingen willen lezen? Maar nu we het over de dijken hebben, delen van Commewijne deze week door dijkdoorbraken onder water zijn komen te liggen en men in Nickerie aan zee zijn hart vasthoudt voor de volgende springvloed, is het toch goed weer te lezen wat je toen zelf had geschreven. Mensen willen het nooit geloven, maar je vergeet soms ook wat je eens op papier had gesteld.
Ja. Ik heb het gevonden. Hoe is het mogelijk...: ‘de Ware Tijd’ van 21 juni 1994. Leest u mee?
| |
Ingezonden:
Wie controleert minister Randjietsing?
Meneer de Redacteur,
Bovenstaande zin kun je op tweeërlei wijzen opvatten: Wie worden door minister Randjietsing gecontroleerd en wie controleert, wat minister Randjietsing doet? Ik bedoel beide.
Enkele maanden geleden zei deze minister van O.W. via de pers, dat hij reeds drie miljoen had uitgegeven aan onderhoud van dijken in Commewijne. Nu zal het dus bij elkaar meer zijn, want men is door blijven modderen. Zelfs de leerlingen van de lagere scholen in dit district lachten de arbeiders uit, wanneer zij bezig waren met die werkzaamheden, hetgeen frustrerend voor hen, omdat zij slechts de opdrachten van hun bazen uitvoerden. Dunne paaltjes werden met de grote schep van een graafmachine langs de afkal-
| |
| |
vende oever langs de weg van Meerzorg naar Nw.-Amsterdam in de zachte modder geslagen. Daarachter werd zachte modder gegooid. Bij de eerstvolgende regenbui of vloed was de massa weer weggewassen. Ik heb zelfs gezien hoe de aannemer die voor O.W. werkt (of was het O.W. zelf?) een keer gewoon slappe modder uit de modderbank (niet elders!) had gegraven en achter de zgn. wering had gegooid. Door deze daad heeft de uitvoerder voor veel geld - als we de minister mogen geloven - slechts gepresteerd wat het wassende water van de rivier ons reeds jaren gratis aandoet: het afkalven van de oever en het ondermijnen van de geasfalteerde weg te Suzanna's dal, Voorburg en andere plaatsen langs deze oever. Telkens als de modder was weggewassen verschenen dezelfde machines om hetzelfde ritueel te herhalen. Een vorm van zelfwerkverschaffing. Het is om te huilen! Je ziet gewoonweg hoe onze zuur betaalde belastinggelden het water in worden gegooid door een minister die zegt dat hij geen geld heeft voor onderhoud van wegen, dijken en bruggen. Wie controleert wat hij doet? Het geld ligt natuurlijk niet letterlijk op de bodem van de rivier, maar het is op. De volksvertegenwoordigers hebben hierin een taak.
Op de kleuter- en lagere school werden ons sprookjes verteld van keizers en koningen die zich vermomden als bedelaars en zo hun rijk afreisden om hun ministers en ambtenaren incognito te kunnen controleren. Ik wil gemakshalve ervan uitgaan, dat president Venetiaan nog te goeder trouw is. Maar weet hij wel precies wat in zijn ‘rijk’ gebeurt of vertrouwt hij de cijfers die hem voorgeschoteld worden op zijn kabinet blindelings? Minstens drie miljoen besteed aan onderhoud van dijken in Commewijne? Is dat aantoonbaar?
Volgens mij moet onze president, net als sommige presidenten die men ons in het Wereldnieuws in Beeld laat zien, af en toe gewoon in een jeep springen en het land afreizen om te inspecteren wat met de gelden gebeurt die uitgegeven worden. Maar dan moet hij reizen zonder bussen vol aanhangers en dozen whisky achter zich aan, want dan laat men hem zien wat hij niet per se hoeft te zien en zal het hem uiteindelijk vergaan, wat Jopie Pengel overkomen is, toen hij vlak voor zijn dood tegenover een buitenlandse journalist klaagde: ‘Ik was omringd door fjofjo's.’
Ik ga voor het gemak ervan uit, dat de president niet alles weet. Weet hij bijvoorbeeld, dat donderdag 9 juni j.l. nog te Suzanna's dal een aannemer of O.W. zelf witte blomzakken heeft aangebracht tegen de dunne paaltjes om te voorkomen dat de slappe modder wegsijpelt, maar dat vrijdagmorgen reeds de opnieuw aangelegde ‘wering’ was omgekanteld en dat daarbij een deel van het asfaltwegdek in de rivier was gevallen? We zijn niet ver meer van moment verwijderd dat ook deze weg, net als die naar Montrêsor, uiteindelijk in de Atlantische Oceaan belandt. Misschien is het op dit moment waarop ik schrijf reeds zo ver.
| |
| |
Als deze Sisyphusarbeid ons niets had gekost, had ik slechts het hoofd geschud en net als de kinderen van Commewijne gelachen om zoveel domheid, maar de minister had ons eens ‘uit zelfverdediging’ iets anders verteld.
Met dank voor publicatie,
Hoogachtend,
Alphons Levens
Noot van de redactie:
(De minister van O.W. zegt eind vorige week machines naar Suzanna's dal te hebben gestuurd om de afbraak einige tijd tegen te houden. Om de hele weg te beschermen moet een groot oeververdedigingsproject worden uitgevoerd. Het geld hiervoor is er echter nog niet. In het kader van de ontwikkelingsrelatie met Nederland is er wel een urgentieprogramma ingediend, waarin voor de oeververdediging van Commewijne Nf. 1 miljoen is aangevraagd. - Red. dWT).
Ik kan haast niet geloven, dat het nu 21 april 1995, tien over half twaalf 's avonds, is. In het paasweekend kon je op zowel A.T.V. als S.T.V.S. de beelden zien van de met zoutwater overstroomde delen van vruchtbaar Commewijne. Foto's op de voorpagina na het weekend. Oom Winied schreef in ‘Dingen van de Dag’: ‘Nee, nogmaals nee. Dat was geen vrolijk Pasen daar in Commewijne. Als verwensingen konden doden, werd onze minister van Owee vandaag gecremeerd als slachtoffer van terecht woedende Kawnamang.’ - alweer dat crematorium - ‘Hij heeft zich helemaal niet druk gemaakt om hun bijtijds ingediend voorstel voor oeverversterking om de springvloed buiten hun erven en aanplant te houden. Waarom doet die man dat?, vroeg nicht. Waarom kan de minister zijn voetjes droog houden en laat hij die mensen in Commewijne willens nillens pootje baden op hun erf? Neef vindt het geknoei met dijken in Nickerie en Commewijne zijn stempel drukken op de regering. Ze worden gewaarschuwd dat het gaat mislopen, maar ze doen niets.’
Oom Winied is de rumoerige marathonvergadering in De Nationale Assemblée misschien vergeten, toen de oppositie een justitieel onderzoek eiste naar de tien miljoen die een aannemer - oom van de minister - vooruit had ontvangen voor herstel van de dijk in Nickerie. De vergadering was haast uit de hand gelopen, doordat de meest ervaren voorzitter van de Nationale Assemblée, tevens voorzitter van de politieke partij van de minister en zijn oomaannemer, tevens ook jurist en advocaat, al zijn kunsten en trucjes aanwendde om een motie daartoe niet in stemming te hoeven brengen, hetgeen hem, tegen de tijd dat bijna alle - jongere - assembléeleden slaapdronken waren, ook gelukte. De oude verstaat dus ook de omgekeerde kunst: het kunnen voorkomen dat de waarheid het daglicht veelt. Ik vraag me af of Dr. Siegfried Werners over dat standbeeld voor hem inmiddels van gedach- | |
| |
ten is veranderd. Eerlijkheidshalve moet ik erbij vertellen, dat nadat het gevaar in de zaal was afgewend de oude, in zijn hoedanigheid van voorzitter van De Nationale Assemblée, de oppositie beloofde, dat hij ervoor zou zorgen dat er een politioneel onderzoek zou komen. Hij zou daartoe een beroep doen op minister Girjasingh van Justitie en Politie, lid van dezelfde politieke partij waarover hij de scepter zwaaide. Als dus tegen de tijd dat dit verhaal gedrukt en wel in uw handen ligt de tien miljoen terug is gestort in 's Lands kas, hoop ik, dat u mij niet van negativisme en zwartgalligheid beticht. Siegfried Werners hééft u erop geattendeerd, dat hij een enorm overwicht heeft op zijn volgelingen. Zo heeft hij niet lang na de verkiezingen van 1991 ook in 's Lands Vergaderzaal verklaard, dat hij zijn invloeden zou aanwenden om degenen die voor meer dan twee miljard hebben vastzitten in het buitenland ertoe te bewegen dit kapitaal terug te brengen naar Suriname. Als tegen de tijd dat mijn verhaal gedrukt en wel in uw handen ligt dit inmiddels
is geschied..., let dan op uw woorden!
Minister Kalloe van Handel en Industrie, ook 'n partijgenoot, hoorde ik vanmorgen om half zeven vanuit Nederland via Radio Nederland Wereldomroep. ‘Niets aan de hand,’ zei hij tegen de verslaggever daar, ‘wat Mr. Lachmon hier had gezegd, gebeurt. Suriname gaat naar het I.M.F. De pers had het al die tijd verkeerd begrepen en uitgelegd.’ Ambassadeur Evert Azimullah te Den Haag - het wordt eentonig, maar hij is ook partijgenoot - was in Hilversum op bezoek bij de Wereldomroep. Of men wat tegen de negatieve beeldvorming over Suriname wilde doen. ‘Ik zeg niet dat uw berichtgeving negatief is, maar...’ Ik heb op radio A.B.C. hier naar de herhaling van zijn betoog geluisterd. Dat was om zeven uur. Toen weer om half acht via Radio Apintie. En ik begrijp nog steeds niet wat hij met zijn privébezoek, zoals hij het noemde, aan de directie van die omroep beoogde. Die jongens daar zijn niet makkelijk, ze kunnen inderdaad met hun uitzendingen om half zeven elke morgen de uitslag van een verkiezing behoorlijk beïnvloeden, maar een Surinaamse ambassadeur kan geen toezichthouder - zoals de interviewer hem betitelde - van een radiostation in het land waar hij geaccrediteerd is zijn. De act van de ambassadeur was des te belachelijker, daar de uitzendingen van Radio Nederland Wereldomroep reeds geruime tijd rechtstreeks via de satelliet, zonder eigen redigeren, door Rapar en Apintie in ons land worden uitgezonden. Een belangrijk deel van het nieuws en de commentaren die deze radiostations door sturen wordt dus samengesteld door een vreemde redactie in het buitenland, Hilversum, waarmee een stuk autonomie uit handen wordt gegeven, de eigen inbreng gedeeltelijk is uitgeschakeld. Ach, ja, we zijn nu eenmaal zo graag gulle weg en prijsgevers; niet zelden ook snelle opgevers. Terwijl je naar een zonnig Suripopliedje zit te luisteren hoor je opeens een stem tussendoor: ‘Temperatuur: vier graden. Het weer: zwaar
bewolkt.’ Suriname ligt weer in Nederland; de Rijn komt opnieuw bij Lobith ons land binnen.
Soms lijkt het alsof er niets gebeurt in het land, maar dan weer heb je van die korte momenten dat je de ontwikkelingen niet kunt bijbenen. Zo had ik
| |
| |
vanavond het gevoel dat, toen ik gisteravond de vorige alinea zat te schrijven, president Venetiaan - ik moet hier eigenlijk zeggen: de voorzitter van de N.P.S., Venetiaan -, over mijn schouders had staan meelezen. Enkele regels dan. Hij had het in het Johan Adolf Pengel Instituut aan de Gravenstraat nogmaals over Mr. Jagernath Lachmon. Eigenlijk gaf hij voor het eerst zijn mening over dat achter de ruggen van de coalitiegenoten om optreden door de V.H.P.-voorzitter in Den Haag. Zijn teleurstelling over een dergelijke ver broederingspolitiek stak hij niet onder stoelen of banken. Hij verdacht de oude er zelfs van dat hij bezig was met allerlei machinaties Suriname terug te lozen naar onder de boezem van Beatrix. In de oppositie zouden bij D.A.'91 eveneens van dergelijke neo-koloniale geesten zitten. Ook had hij zowel in zijn eigen partij als in de V.H.P. en andere partijen figuren bespeurd die - opnieuw? - samen wilden werken met de N.D.P. van Desi Bouterse, ‘om economische belangen.’ Het is de maand mei; over een week dan; en we staan precies een jaar voor de verkiezingen van 1996. Het had er veel van dat drs. R.R.Venetiaan in verband hiermee een schot voor de boeg gaf. De reacties van V.H.P. zijde bleven dan ook niet uit. Niemand minder dan Mr. Atta Mungra gaf tegenover Ingrid de Vlugt van het S.T.V.S.-journaal een eerste furieus antwoord. Hij zei, dat Suriname zich gelukkig mocht prijzen, dat de V.H.P. nog wordt geleid door een Mahatma Gandhifiguur als Lachmon - niemand in Suriname heeft ooit een Mahatma Gandhi in Lachmon herkent, maar goed -, want als zij als jongeren - hij is zelf ook een grijsaard - de leiding hadden, zou het niet mooi meer zijn na de aanval van Venetiaan op de V.H.P. En hij dreigde, dat de N.P.S. de V.H.P. niet moest provoceren tot een etnische strijd. Dit laatste heb ik niet begrepen, omdat de V.H.P. constant zegt geen etnisch gebonden politieke partij te zijn. In het begin heetten zij ‘Verenigde
Hindostaanse Partij’, - in de volksmond ‘Verenigde Handelaren Partij’ -, vervolgens werden de drie letters in het Hindustaans verklaard en thans zou V.H.P. betekenen ‘Vooruitstrevende Hervormings Partij’, een partij die voor een ieder open zou staan. Toen Lachmon na de beruchte reis naar Nederland op Zanderij werd afgehaald door V.H.P.-toppers, zag ik wel mannen van een en dezelfde etnische groep in de V.I.P.-room zitten, maar ik nam gevoeglijk aan dat ze in die partij nog hard werkten aan de materialisering van de eerste hoofdletter, zodat ze in de eenentwintigste eeuw aan de H konden werken.
Het was niet de eerste keer dat Atta Mungra de nog levende Lachmon op een hoge sokkel plaatste. In het eerder genoemde radioprogramma had hij ook gezegd, dat er in de V.H.P. niemand was met het charisma van Lachmon die in zijn eentje de leiding van die partij zou kunnen overnemen. Daarom zou de partij door drie mannen - ik herinner me niet dat hij ook ‘vrouwen’ had gezegd - geleid worden, als Lachmon geen leider meer zou zijn. Dat wordt in ons land begrepen als: wanneer Lachmon gecremeerd is.
Er waren nog meer felle reacties van de zijde van de V.H.P, met name van drs. Pretaap Radakishun die vond dat de president moest aftreden en van de D.A.'91 partijvoorzitter drs. Winston Jessurun. Hij vond Venetiaan ui- | |
| |
termate vrijpostig om zich te bemoeien in interne aangelegenheden van zijn partij. Venetiaan zou volgens hem de grondwet niet willen wijzigen om over te schakelen van een presidentieel naar een parlementair stelsel. Volgens Jessurun vindt Venetiaan, dat de president het parlement moet kunnen afzetten en niet omgekeerd; een nieuwe dictatuur dus a la Fujimori van Peru. Maar over het algemeen vond de gehele parlementaire en buitenparlementaire oppositie, dat zowel de V.H.P. als de N.P.S. een stunt uithaalden die we reeds kennen vanaf 1948: het aanwakkeren van etnische tegenstellingen kort voor een verkiezing om de eigen aanhang die weggelopen was terug te drijven in de etnisch georiënteerde politieke partijen; hierdoor konden zij elk hun positie versterken bij onderhandelingen voor een nieuwe coalitie, na de verkiezingsuitslag. Het is net wat ik een oude man dit weekend op het veer van Meerzorg hoorde zeggen: ‘Deze keer ga ik niet stemmen. Ze laten je ruzie maken met je buurman met wie je vijf jaren in goede nabuurschap moet kunnen leven, wanneer zij je in de steek hebben gelaten; tot de volgende verkiezingen weer.’
De verkiezingsstrijd oude stijl was dus echt reeds begonnen. De politiek van de oude politieke partijen en hun politici is niet gewoon oud, het is van vóór het televisie-, satelliet- en videotijdperk, van vóór de taperecorderperiode, van vóór de tijd dat in dit land de eerste kritische journalist een eerste letter op papier zette. In deze dagen bleek dit des te meer. Er werd door mannen met universitaire titels voor hun namen gelogen van zo heb je me niet. Dan vertonen de nieuwe en jonge journalisten als reddende engelen uit de gelukkig niet geheel afgebrande archieven televisiebeelden van wat men eerder had gezegd. Je hart trilt van vreugde, je wilt door de beeldbuis springen om die mediawerkers een brasa te geven. De harten van de oude politici verstijven, want ze doen niet eens de moeite om op de materie terug te komen. Het leven gaat gewoon weer z'n gangetje, de aandacht wordt afgeleid door een volgende leugen. Want ze leren het nooit. Het dringt niet tot ze door dat we in een moderne tijd leven. In het programma ‘Welingelichte Kringen’ op radio A.B.C. zegt oud minister-president en N.P.S.-topper Henck Arron: ‘Dat is het politieke spel.’ Ik heb het gehoord. Heel Suriname heeft het gehoord; de andere radiostations moeten niet boos worden. Een kwartier later gebruikt Johnny Kamperveen, de discussieleider, in hetzelfde programma het woord ‘spel’ weer. Arron zegt: ‘Dat woord “spel” heb ik niet gebruikt hoor.’ Johnny twijfelt even. Prof. Baltus Oostburg, drs. Derrick Ferrier en Mevr. Ilse Labadie, die ook in het programma zitten, twijfelen hoorbaar. Even wordt er geprotesteerd van: ‘Jaaa, toch!’ Als luisteraar voél je de spanning. Je voelt ook, dat men het niet zover wil laten komen om de tape terug te draaien. Misschien was er niet eens getaped; journalistiek van vóór het tapetijdperk. Hierop heeft Arron
publiekelijk gewoon gegokt. Het werd even gewoon weer het verhaal van de keizer zonder kleren. Onze mediawerkers moeten nog meer gestaald worden. - Dit zei de hoofdredacteur van ‘de Ware Tijd’, Leo Morpurgo, eens ook met zoveel woorden in ditzelfde radioprogramma: ‘De laatste vraag stellen ze nooit.’ - Ik kon wel door die radio spríngen!
| |
| |
Was het echte begin van de verkiezingscampagne geweest de toespraak van Venetiaan, de leugen van Lachmon of de meeting van Desi Bouterse in Ocer in verband met de herdenking van vijftien jaar staatsgreep, door hem ‘revolutie’ genoemd? De beantwoording laat ik over aan de historici van wie deze maand nog een groep aanwezig was op ‘de 27-ste jaarlijkse conferentie te Georgetown, Guyana, van Caraïbische historici en anderen die zich bezighouden met de regio.’ Het schiet me nu te binnen, dat de voorzitter van de N.D.P. toen in een interview had gezegd, dat zijn partij alleen de verkiezingen in zou gaan, maar dat veel afhing van wat de V.H.P. zou doen. Aha! Moeten we het begin dus veel vroeger zoeken? Sommigen zeggen, dat elk handelen van de regering en de oppositie en elk nalaten van een handeling meteen na een verkiezing iets te maken heeft met de volgende verkiezingen. Dat geldt ook voor misverstanden en communicatiestoornissen, de waarheden en de leugens. En dat alles weer heeft te maken met de enge groepsbelangen. Vermoeiend, hoor! Zeg nou eerlijk: heeft u bijvoorbeeld werkelijk al die decennia geloofd in de verbroederingspolitiek die Mr. Jagernath Lachmon predikt?
Het is dinsdag 25 april 1995, ik spijbel niet, het is nog de paasvakantie. In zijn nieuwsuitzending van half zeven tot vijf voor zeven vanmorgen borduurde Radio Nederland Wereldomroep voort op de spanningen die in het Nieuw Front voor Democratie en Ontwikkeling zijn ontstaan ten gevolge van het gedrag van de leiders Lachmon en Venetiaan. Het viel me op dat zij daarbij de V.H.P. nadrukkelijk weer ‘Verenigde Hindostaanse Partij’ noemden en in het onderdeel ‘Dagbladen’ het Algemeen Dagblad citeerden dat sprak van ‘de Hindustaanse coalitiepartners’. Dit is gemeen, dit is gevaarlijk spel, dit is opzettelijk vanuit Hilversum etnisch en racistisch stoken op de vroege morgen; dat geluidsbandje zullen ze nog wel hebben, want ze laten ons stemmen horen van in de jaren '40 - '45, zelfs van hun eerste omroepers. Hier moet ik ambassadeur Evert Azimullah in Den Haag toch wel gelijk geven, want de Wereldomroep beschikt in Paramaribo over Ank Kuypers als correspondente die weet waarvoor de letters V.H.P. al tientallen jaren officieel staan. Ook al is iedereen zich ervan bewust dat hier de vlag de lading niet dekt, is het incorrect en in zo'n gespannen situatie riskant om in een serieuze nieuwsuitzending, en geen satirisch programma, af te wijken van de betekenis zoals die in het kiesregister staat geboekt. Het is ook hypocriet als we kijken naar hoe men het Nederlandse volk opjut om gelden in te zamelen voor de slachtoffers van etnisch geweld in bijvoorbeeld Joegoslavië, Somalië, Rwanda en Burundi, nadat Europeanen en Amerikanen daar verantwoordelijk waren voor het creëren van de klassentegenstellingen langs etnische scheidingslijnen.
Doch - op onze eigen situatie terugkomend -, ik zou Jagernath Lachmon pas hebben geloofd, als hij in de afgelopen zesenveertig jaar zijn politieke partij had omgevormd tot een niet etnisch gebonden partij of voor zijn crematie had opgedoekt.
25 mei 1995.
| |
| |
Toen de schrijver het nevenstaande schreef had hij niet kunnen bevroeden, dat Mr. Atta Mungra na de verkiezingen van 25 mei 1996 zijn guru en Mahatma Jagernath Lachmon in de steek zou laten en een eigen politieke partij in het leven zou roepen, om samen met de N.D.P van Desi Bouterse en Jules Wijdenbosch, die die verkiezingen niet hadden gewonnen, de nieuwe regering te vormen.
Leest u hierbij o.a. ook de gedichten: ‘Nalatenschap’, ‘Geschiedschrijving’ en ‘Spelen met vuur’ in de dichtbundel ‘..., want nooit wordt alles gezegd’ en de gedichten ‘Strélibi op Het Plein’, ‘Aan de echte wetenschappers’ en ‘Belediging van ons volk’ in de dichtbundel ‘Wee het volk dat niet meer denkt!’, van de hand van dezelfde schrijver van dit boek.
|
|